Motivering
Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
1.1 Eiseres en haar echtgenoot, [echtgenoot], zijn onder huwelijkse voorwaarden gehuwd. Elke gemeenschap van goederen is uitgesloten.
1.2 Voor 31 december 1999 dreven zowel eiseres als haar echtgenoot een eenmanszaak. De eenmanszaak van de echtgenoot van eiseres omvatte de reparatie van scheepsmotoren. De eenmanszaak van eiseres, [eenmanszaak], omvatte de bemiddeling bij de handel in onderdelen van scheepsmotoren.
1.3 Eiseres heeft op 31 december 1999 [X] BV opgericht.
1.4 Eiseres is 100% aandeelhouder en formeel bestuurder van [X] BV. In 2001 ontving zij een bruto jaarsalaris uit [X] BV van € 42.609. In 2002 ontving zij over het eerste half jaar een bruto jaarsalaris uit [X] BV van € 19.058.
1.5 Volgens de statuten van [X] BV luidt haar doelomschrijving:
- reparatie, revisie, in- en verkoop van scheepsdieselmotoren en hulpwerktuigen alsmede het verlenen van service;
- dienstverlening aan bedrijven in de scheepvaart;
- sierviskwekerij, in- en verkoop en leveren van kweeksystemen met bijbehorende artikelen;
- het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
1.6 Eiseres stelt dat bij oprichting van [X] BV de eenmanszaak van haar echtgenoot (zie 1.2) niet is ingebracht. Deze eenmanszaak is volgens eiseres blijven bestaan. Voormelde eenmanszaak heeft na oprichting van [X] BV geen aangiften omzetbelasting gedaan.
1.7 [X] BV huurde een loods in [plaats] van [verhuurder].
1.8 [X] BV is op 22 juli 2002 failliet verklaard, met achterlating van belastingschulden van in totaal € 45.171. Het faillissement is wegens toestand van de boedel op 5 oktober 2004 opgeheven. [X] BV is daarna ontbonden.
1.9 Voorafgaand aan het faillissement van [X] BV bevonden zich enkele voorraden in de onder 1.7 genoemde loods. Na het faillissement waren deze voorraden verdwenen. In het faillissementsverslag van het vierde kwartaal van 2002 schrijft de curator - voor zover hier van belang - het volgende:
"Volgens [echtgenoot] had de onderneming nauwelijks gereedschappen, omdat op locatie, aan boord van de betreffende schepen, alleen wat montage en demontagewerkzaamheden werden verricht en de vervangen en te reviseren onderdelen extern werden gereviseerd. Volgens [echtgenoot] werd vanwege vorenstaande werkwijze ook geen voorraad gehouden. Als de onderneming voor een specifieke klus onderdelen benodigde, dan werden die ten behoeve van deze klus ingekocht. In het verleden is volgens zijn mededeling wel voorraad gehouden, maar is deze langzamerhand verbruikt waarna er geen financiële middelen waren om nieuwe voorraad aan te houden. […] Er zijn enige concept jaarstukken betreffende 2001 overhandigd. Volgens deze jaarstukken zou er nog wel sprake geweest moeten zijn van voorraad en gereedschappen. Volgens [echtgenoot] is dit alles echter ook al in 2000 verkocht of verbruikt en had dit nog in het definitieve jaarrapport verwerkt moeten worden."
In het faillissementsverslag van het derde kwartaal van 2003 schrijft de curator - voor zover hier van belang - het volgende:
"Voorraad en inventaris waren aan [pand] verpand. Bij het uitspreken van het faillissement heb ik daarvan niet veel meer aangetroffen. Blijkens de boekhouding had er toch nog wel substantiële voorraad moeten zijn."
In zijn eindverslag schrijft de curator - voor zover hier van belang - het volgende:
"Blijkens de uiteindelijk verstrekte administratie waren er wel gereedschappen en onderdelenvoorraden geweest. Volgens [echtgenoot], wat overigens ook bleek uit de administratie, waren deze toch al geruime tijd vóór het faillissement verkocht aan derden en aan hemzelf, in het laatste geval onder verrekening met vorderingen zijnerzijds op de gefailleerde, terwijl ook deels blijkens de administratie daadwerkelijk was betaald en/of alreeds eigendom van [echtgenoot] was, maar slechts werd gebruikt door de gefailleerde."
In het beroepschrift en ter zitting stelt eiseres dat de verhuurder van de loods in [plaats], [verhuurder], eigenmachtig voorraden heeft afgevoerd en verkocht in verband met de huurachterstanden.
1.10 Verweerder heeft bij [X] BV een onderzoek laten uitvoeren naar de aansprakelijkheid van de bestuurders. Van dit onderzoek is een rapport opgemaakt met dagtekening 19 mei 2006.
1.11 De boekhouding van [X] BV betrof een doos met mappen met daarin facturen van de jaren 1999, 2000 en 2001, bankafschriften van de jaren 1999, 2000, 2001 en 2002 en een kasboek. Het kasboek kende geen saldo en de boekingen zijn niet volledig noch chronologisch. Dagboeken, grootboeken en kolommenbalansen ontbraken net als een overzicht van de omzet en de kosten.
1.12 Van 12 april 2002 tot 22 april 2002 wordt in het totaal € 6.863 overgeschreven van rekeningnummer [rekeningnummer], een bankrekening van [X] BV, naar de privé-rekening van eiseres.
1.13 Op 23 april 2002 wordt van de onder 1.12 genoemde bankrekening van [X] BV € 3.000 contant opgenomen.
1.14 In mei 2002 wordt van de onder 1.12 genoemde bankrekening van [X] BV € 7.800 contant opgenomen. Hiervan is geen melding gemaakt in het kasboek.
1.15 Van bankrekeningnummer [rekeningnummer], tevens een bankrekening van [X] BV, wordt op 8 mei 2002 € 700 contant opgenomen.
1.16 Eiseres stelt dat de onder 1.13 tot en met 1.15 genoemde opnames van contanten zijn verricht om het personeel te betalen. Eiseres heeft kopieën overgelegd van ontvangstbewijzen, ondertekend door diverse personeelsleden. Het totale bedrag van de op de ontvangstbewijzen genoemde bedragen is € 10.205,87. De omschrijvingen op de voormelde kopieën luidden afwisselend "vakantietoeslag + overwerk", "loon […]", "vakantiegeld", "voorschot vakantiegeld" en "voorschot reiskosten". Twee van voormelde kopieën bevatten geen omschrijving.
1.17 [X] BV heeft geen jaarstukken gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.
1.18 [X] BV heeft geen aangiften vennootschapsbelasting gedaan.
1.19 [X] BV heeft wel aangiften loonbelasting gedaan doch niet de verschuldigde loonheffingen ten bedrage van € 23.530 afgedragen.
1.20 [X] BV heeft aan haar gefactureerde omzetbelasting in aftrek gebracht, doch deze niet afgedragen. Het totale bedrag van de door [X] BV verschuldigde omzetbelasting bedraagt € 18.587 (inclusief € 2.067 aan heffingsrente).
1.21 Op 17 februari 2006 heeft [opsporingsfunctionaris], opsporingsfunctionaris in dienst bij het UWV, [ex-werknemer 1], een voormalige werknemer van [X] BV, verhoord. Van dit verhoor is door deze opsporingsfunctionaris op dezelfde datum op ambtseed een proces-verbaal opgemaakt. In dit proces-verbaal staat - voor zover hier van belang - het volgende vermeld:
"Voor de datum van faillissement is het bedrijf nog verhuisd naar een locatie in [plaats 2]. Dat was vlak voor het faillissement, volgens mij in de maand juni 2002. Het hele pand in [plaats] is leeggehaald en alle bruikbare materialen zijn verplaatst naar [plaats 2]. Daar had [echtgenoot] een pand gehuurd en daar zijn alle materialen opgeslagen. […] Ik kwam zo nu en dan in [plaats 2] en hielde de activiteiten van [echtgenoot] daar wat in de gaten. Ik zag dan dat er wel de nodige materialen en onderdelen weg waren. […] Hij heeft inmiddels ook weer een web-site op Internet. De foto's die daar op staan zijn gemaakt in [plaats 2]. We hadden de daarop voorkomende apparatuur al bij [X BV]."
1.22 Op 22 februari 2006 heeft [opsporingsfunctionaris], opsporingsfunctionaris in dienst bij het UWV, [ex-werknemer 2], een voormalige werknemer van [X] BV, verhoord. Van dit verhoor is door deze opsporingsfunctionaris op dezelfde datum op ambtseed een proces-verbaal opgemaakt. In dit proces-verbaal staat - voor zover hier van belang - het volgende vermeld:
"Er was in de loods een voorraad scheepsonderdelen aanwezig. […] Eind juni 2005 moest de inventaris van de loods in [plaats] verhuisd worden naar een nieuw pand in [plaats 2]. […] De grote motoren bleven achter in [plaats] en de dagelijkse onderdelen gingen naar [plaats 2]."
1.23 Verweerder heeft eiseres bij beschikking met dagtekening 27 september 2006 tot een bedrag van € 42.117,06 aansprakelijk gesteld voor de volgende belastingaanslagen opgelegd aan [X] BV:
- aanslagnummer [aanslagnummer]A01.1110
- aanslagnummer [aanslagnummer]A01.1120
- aanslagnummer [aanslagnummer]A01.1500
- aanslagnummer [aanslagnummer]A01.2010
- aanslagnummer [aanslagnummer]A01.2020
- aanslagnummer [aanslagnummer]A01.2030
- aanslagnummer [aanslagnummer]A01.2040
- aanslagnummer [aanslagnummer]A01.2050
- aanslagnummer [aanslagnummer]A01.2060
- aanslagnummer [aanslagnummer]A01.2070
- aanslagnummer [aanslagnummer]F01.2060
- aanslagnummer [aanslagnummer]F01.2070
- aanslagnummer [aanslagnummer]F01.2501
1.24 Tegen de beschikking aansprakelijkstelling is door eiseres bezwaar gemaakt met het verzoek om te worden gehoord, indien verweerder het bezwaarschrift zou willen afwijzen. Er is een hoorgesprek gepland op 24 januari 2007, doch deze afspraak is wegens ziekte van de echtgenoot van eiseres geannuleerd. Eiseres is eveneens niet verschenen op de vervolgens door verweerder geplande hoorzitting van 12 februari 2007. Ter zitting heeft de gemachtigde van eiseres verklaard dat eiseres wegens ziekte van haar echtgenoot niet in staat was het hoorgesprek op 12 februari 2007 bij te wonen en dat verweerder eiseres geen rappel heeft gestuurd.