ECLI:NL:RBLEE:2010:BO0339
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.H. de Groot
- J. Dijkstra
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en schadevergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 30 september 2010 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de arbeidsongeschiktheid van eiser, die volledig arbeidsongeschikt werd verklaard door het Uwv. Eiser had beroep ingesteld tegen de fictieve weigeringen van het Uwv om beslissingen op bezwaar te nemen na een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB). De rechtbank heeft vastgesteld dat het Uwv op 10 juli 2009 nieuwe besluiten heeft genomen, waarbij eiser met terugwerkende kracht per 22 oktober 2002 in aanmerking kwam voor een WAO-uitkering van 80-100%. De rechtbank oordeelde dat er geen reden was om te beoordelen of eiser toegenomen arbeidsongeschikt was per 26 juni 2004 en 14 september 2004, omdat hij al volledig arbeidsongeschikt werd geacht. Eiser voerde aan dat het Uwv ten onrechte niet had beoordeeld of er sprake was van toegenomen klachten, maar de rechtbank oordeelde dat het Uwv zich terecht op het standpunt had gesteld dat de eerder toegekende uitkering niet gewijzigd kon worden. De rechtbank verklaarde de beroepen tegen de besluiten van het Uwv niet-ontvankelijk en ongegrond, maar kende eiser een schadevergoeding toe van € 1.500 wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank wees het verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 8:73 van de Awb af, omdat het beroep niet gegrond werd verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.