ECLI:NL:RBLEE:2010:BN3237

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
3 augustus 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
322394 \ VZ VERZ 10-174
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst na reorganisatie en uitleg Sociaal Plan

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Leeuwarden op 3 augustus 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een werkneemster en BASF Nederland B.V. De werkneemster had verzocht om ontbinding van haar arbeidsovereenkomst op grond van gewichtige redenen, omdat zij per 1 maart 2011 boventallig was verklaard en de afdeling waar zij werkte naar Duitsland zou verhuizen. De werkneemster stelde dat haar motivatie was gedaald door de reorganisatie en dat BASF niet goed met haar had gecommuniceerd over de situatie. Ze verzocht om een ontbindingsvergoeding van € 20.250,-- en een bijdrage in de kosten van rechtsbijstand.

BASF voerde verweer en stelde dat er geen grond was voor ontbinding, omdat zij open en transparant had gecommuniceerd over de reorganisatie en er geen verstoorde arbeidsverhouding was. De kantonrechter oordeelde dat de werkneemster niet kon worden verplicht haar dienstverband voort te zetten, gezien het gebrek aan vertrouwen in de werkgever. Echter, de kantonrechter volgde de uitleg van BASF over het Sociaal Plan, dat stelde dat de werkneemster geen recht had op een vergoeding omdat zij haar verzoek tot ontbinding had ingediend vóór de ingangsdatum van de boventalligheid.

De kantonrechter besloot de arbeidsovereenkomst per 1 september 2010 te ontbinden, tenzij de werkneemster haar verzoek introk. Tevens werden de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke communicatie en de voorwaarden waaronder een werknemer aanspraak kan maken op een vergoeding bij reorganisatie.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Heerenveen
zaak-/rolnummer: 322394 \ VZ VERZ 10-174
beschikking van de kantonrechter d.d. 3 augustus 2010
inzake
[verzoekster],
hierna te noemen: [werkneemster],
wonende te Langweer,
verzoekster,
gemachtigde: mr. H.J.A. van Dijk,
tegen
de besloten vennootschap
BASF Nederland B.V.,
hierna te noemen: BASF,
gevestigd te Arnhem, mede kantoorhoudende te Nijehaske,
verweerster,
gemachtigde: mr. J.A.M.G. Vogels.
Procesverloop
[werkneemster] heeft bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 18 juni 2010, verzocht de tussen haar en BASF bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van gewichtige redenen in de zin van artikel 7: 685 BW.
Het verweerschrift van BASF is binnengekomen op 9 juli 2010.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 juli 2010. [werkneemster] is ter zitting bijgestaan door mr. J. Keizer als gemachtigde. Van het behandelde ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De gemachtigden hebben het standpunt van hun cliënten toegelicht aan de hand van pleitnotities.
Motivering
De feiten
1. In deze procedure geldt het volgende als vaststaand.
1.1. [werkneemster], geboren [geboortedatum], is sedert 1 mei 2007 in dienst bij (de rechtsvoorgangster van) BASF, laatstelijk in de functie van Technology Technician RTC, tegen een bruto salaris van € 2.539,19 per maand, exclusief vakantietoeslag.
1.2. In verband met de overname van Ciba Heerenveen BV (hierna te noemen Ciba) door BASF is in juli 2009 een reorganisatie aangekondigd. [werkneemster] is werkzaam op de laboratoriumafdeling. Deze afdeling zal worden verplaatst naar de vestiging van BASF in Ludwigshafen, Duitsland. Op 23 september 2009 is aan [werkneemster] meegedeeld dat haar functie zal komen te vervallen.
1.3. Op 12 februari 2010 is met de vakbonden een Sociaal Plan tot stand gekomen.
Artikel 1.1. van het Sociaal Plan luidt onder meer:
"Werkingssfeer.
Dit Sociaal Plan en de hierin beschreven procedures, regelingen en voorzieningen zijn van toepassing op alle werknemers van Ciba Heerenveen BV (Ciba) aan wie door de directie van Ciba Heerenveen B.V. persoonlijk en schriftelijk bekend is gemaakt dat zijn arbeidsplaats komt te vervallen in het kader van de reorganisatie, zoals uiteengezet en toegelicht aan de ondernemingsraad in de adviesaanvraag op grond van artikel 25 van Wet op de ondernemingsraden, d.d. 23 september 2009.
Dit Sociaal Plan is niet van toepassing op de werknemer:
- die op eigen initiatief en eenzijdig de arbeidsovereenkomst voor de datum waarop de boventalligheid ingaat, opzegt.
(…)".
Artikel 2.2. vermeldt onder meer:
"Aankondiging boventalligheid
Zodra is vastgesteld wie boventallig is zal dit door de betreffende Manager in aanwezigheid van de HR Partner aan de boventallige werknemer medegedeeld worden. De werknemer kan zich in dit gesprek laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. Tevens ontvangt de boventallige werknemer de schriftelijke bevestiging van zijn boventalligheid en de datum waarop de boventalligheid ingaat. De werkgever zal indien interne herplaatsing niet mogelijk is, na aankondiging van boventalligheid zo spoedig mogelijk de ontslagprocedure starten. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst (inclusief de van toepassing zijnde opzegtermijn) zal niet eerder plaatsvinden dan 1 juni 2010. Aanzegging kan dus wel eerder plaatsvinden dan 1 juni 2010.".
En artikel 3.2. luidt onder meer:
"Een ontslagvergoeding zal worden toegekend aan werknemers voor wie de formatieplaats komt te vervallen en waarvoor intern geen passende functie beschikbaar is."
Nadien is er een geschil ontstaan tussen de vakbonden en BASF over de uitleg van artikel 1.1. van het Sociaal Plan.
1.4. Op 31 maart 2010 is aan [werkneemster] meegedeeld dat zij per 1 maart 2011 boventallig is en dat BASF met ingang van deze datum de arbeidsovereenkomst wil beëindigen. Aan haar is vervolgens een vaststellingovereenkomst voorgelegd waarbij op initiatief van de werkgever de arbeidsovereenkomst - door middel van een pro forma ontbindingsprocedure - eindigt per 1 maart 2011 onder toekenning van een vergoeding van € 13.498,06 bruto. [werkneemster] heeft deze vaststellingsovereenkomst niet ondertekend.
Het standpunt van [werkneemster]
2.1. [werkneemster] heeft gesteld dat er met de bekendmaking dat de afdeling waar [werkneemster] werkzaam is, wordt verplaatst naar Duitsland, een einde is gekomen aan de communicatie richting [werkneemster] en haar collega's. Er worden weinig tot geen mededelingen meer gedaan terwijl er anderszins wel wordt verwacht dat de medewerkers gemotiveerd blijven voor hun werkzaamheden, die feitelijk bestaan uit het onttakelen van hun afdeling. Er zijn steeds minder werkzaamheden voorhanden en de motivatie van [werkneemster] en haar collega's is tot een absoluut dieptepunt gedaald de afgelopen periode.
[werkneemster] stelt voorts dat in de voorlichting omtrent de uitwerking van het Sociaal Plan aan de medewerkers is voorgehouden dat ook bij eerder vertrek dan de door BASF voorgehouden datum aanspraak kon worden gemaakt op de ontslagvergoeding conform het Sociaal Plan. Dit bleek achteraf een twistpunt op te leveren tussen de bonden en BASF. BASF is de mening toegedaan dat bij een eerder vertrek door de medewerker geen aanspraak kan worden gemaakt op enige vergoeding. Een dergelijke insteek van BASF heeft de motivatie nog verder verslechterd.
Op basis van het bovenstaande is [werkneemster] van mening dat van haar niet gevergd kan worden het dienstverband met BASF te laten voortduren, nu het vertrouwen in BASF als werkgever niet meer aanwezig is. Volgens [werkneemster] levert dit een verandering in de omstandigheden op, die ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt.
2.2. [werkneemster] heeft daarbij verzocht om toekenning van een vergoeding ad € 20.250,--. BASF is op een onheuse wijze omgesprongen met de belangen en gevoelens van [werkneemster]. BASF kan in overwegende mate een verwijt worden gemaakt van de ontstane situatie. Een ontbindingsvergoeding met een correctiefactor c=1,5 is dan ook op zijn plaats. Subsidiair verzoekt [werkneemster] om toekenning van een vergoeding conform het Sociaal Plan. Volgens [werkneemster] valt zij onder het Sociaal Plan, nu zij op 31 maart 2010 boventallig is verklaard. Zij heeft na die datum om ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht.
Daarnaast verzoekt [werkneemster] om een bijdrage in de kosten van rechtsbijstand van € 1.000,--.
Het standpunt van BASF
3.1. BASF heeft verweer gevoerd. Er bestaat volgens haar geen grond voor toewijzing van het verzoek. Zij heeft steeds open en transparant gecommuniceerd over de gehele reorganisatie. BASF heeft dit nader toegelicht. BASF betwist voorts dat er sprake is van een afname van werkzaamheden en een demotivatie van werknemers. Op het laboratorium wordt gewoon doorgewerkt terwijl daarnaast collega's uit Ludwigshafen worden ingewerkt. Bovendien is er geen sprake van een verstoorde arbeidsverhouding.
3.2. BASF betwist dat [werkneemster] aanspraak kan maken op een vergoeding conform het Sociaal Plan, nu het Sociaal Plan op grond van artikel 1.1. daarvan niet van toepassing is. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen het moment dat er mededeling wordt gedaan van de boventalligheid en de effectuering daarvan. BASF heeft daarbij verwezen naar het verslag van het gesprek dat op 31 maart 2010 met [werkneemster] is gehouden. Ook een eventuele outplacementperiode loopt voordat de boventalligheid effectief wordt. De boventalligheid van [werkneemster] gaat op 1 maart 2011 in.
De beoordeling
4. De kantonrechter zal in het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst bewilligen. Indien [werkneemster] wenst te vertrekken omdat zij, zoals zij stelt, geen vertrouwen meer heeft in haar werkgever, dan kan zij niet worden verplicht tot voortzetting van de arbeidsovereenkomst. Dit met name niet nu de arbeidsovereenkomst in ieder geval per 1 maart 2011 zal eindigen. BASF heeft zich ook niet uitdrukkelijk verzet tegen beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
5.1. De kantonrechter is echter van oordeel dat daarbij aan [werkneemster] geen vergoeding dient te worden toegekend. Hij overweegt daartoe dat [werkneemster] niet aannemelijk heeft gemaakt dat van haar niet gevergd kan worden het dienstverband voort te zetten. Dat er, zoals [werkneemster] stelt, niet (meer) gecommuniceerd zou worden over de reorganisatie heeft BASF gemotiveerd weerlegd, evenals de stelling van [werkneemster] dat het werk af zou nemen. Dat de werknemers van het laboratorium minder gemotiveerd zijn omdat zij weten dat de afdeling naar Ludwigshafen verplaatst gaat worden, is begrijpelijk, doch zulks is inherent aan een reorganisatie waarbij medewerkers af dienen te vloeien. Dit betekent echter niet dat er thans een onwerkbare situatie is ontstaan. Ook het feit dat BASF een andere uitleg geeft aan het Sociaal Plan dan de vakbonden, betekent niet dat BASF zich niet als goed werkgever gedraagt.
5.2. Uitleg van het Sociaal Plan - waar het geschil feitelijk om draait - kan gelet op de beperkingen van de onderhavige procedure met betrekking tot de bewijslevering - slechts in beperkte mate aan de orde zijn. Uitgaande van de tekst van het Sociaal Plan zal de kantonrechter het standpunt van BASF volgen. Strekking van het Sociaal Plan is - zo hebben beide partijen aangevoerd - behoud van werkgelegenheid door hetzij interne herplaatsing hetzij outplacement. Is er geen passende functie beschikbaar, dan komt de werknemer in aanmerking voor een ontslagvergoeding. Dit recht op een vergoeding kan te gelde worden gemaakt indien het ontslag wegens het ontbreken van een passende functie moet worden geëffectueerd. Aan de boventallige medemerkers is in een gesprek de boventalligheid aangekondigd, onder vermelding van de ingangsdatum van boventalligheid, zulks conform artikel 2.2. van het Sociaal Plan. In het geval van [werkneemster] is haar op 31 maart 2010 meegedeeld dat zij boventallig is en dat die boventalligheid 1 maart 2011 ingaat. Wanneer [werkneemster] voor die ingangsdatum van 1 maart 2011 de arbeidsovereenkomst op eigen initiatief beëindigt is het Sociaal Plan, gelet op het bepaalde in artikel 1.1., niet van toepassing. Dit betekent dat, nu [werkneemster] voortijdig ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft verzocht, zij niet in aanmerking komt voor de vergoeding zoals vermeld in het Sociaal Plan.
6. Nu aan [werkneemster] geen vergoeding zal worden toegekend, zal zij in de gelegenheid worden gesteld het verzoek in te trekken.
7. De kantonrechter acht termen aanwezig om de proceskosten tussen partijen te compenseren, zowel bij handhaving als bij intrekking van het verzoek.
Beslissing
De kantonrechter:
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst per 1 september 2010, tenzij het ontbindingsverzoek voor na te noemen datum wordt ingetrokken.
bepaalt dat [werkneemster] tot uiterlijk 20 augustus 2010 het ontbindingsverzoek kan intrekken.
compenseert de proceskosten in dier voege dat iedere partij de eigen kosten draagt, zowel bij intrekking als bij handhaving van het verzoek.
Aldus gegeven te Heerenveen en in het openbaar uitgesproken op 3 augustus 2010 door mr. R. Giltay, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
c 41.