zaaknummer / rolnummer: 93856 / HA ZA 09-6
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KPN B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
eiseres,
advocaat mr. A. van den Heuvel, kantoorhoudende te Rotterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KRAANBEDRIJF DE JONG,
gevestigd te Wehe den Hoorn,
gedaagde,
advocaat thans mr. G.W. Brouwer, kantoorhoudende te Groningen.
Partijen zullen hierna KPN en Kraanbedrijf De Jong genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- het proces-verbaal van comparitie van 11 september 2009
- de akte uitlaten van KPN
- de akte uitlaten van Kraanbedrijf De Jong
- de nadere conclusie van Kraanbedrijf de Jong
- de nadere conclusie van KPN.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Kraanbedrijf De Jong heeft op 22 maart 2007 aan de Eelderweg/Flikkezijlsterweg tussen Appingedam en Delfzijl in onderaanneming en in opdracht van A. Hak Telecom te Zwolle graafwerkzaamheden uitgevoerd.
2.2. Ten behoeve van deze graafwerkzaamheden is op 26 februari 2007 door A. Hak een KLIC-melding gedaan naar aanleiding waarvan A. Hak bericht heeft ontvangen waarin, voor zover hier van belang, het volgende is vermeld:
"(…) Naar aanleiding van uw Klic-melding delen wij u mee, dat op de door u aangegeven locatie kabels/leidingen van KPN aanwezig zijn, zoals aangegeven op bijgevoegde tekeningen. (…) Kabels en leidingen zijn bij benadering ingetekend, inhoudende dat de werkelijke ligging af kan wijken van de op de tekening vermelde gegevens. (…) Ter voorkoming van schade aan kabels/leidingen dient u de ligging hiervan vast te stellen voor aanvang van uw werkzaamheden (…) Bij problemen ter vaststelling van de ligging kunt u contact opnemen met de toezichthouder in uw gebied (…) Tevens wijzen wij er op dat tengevolge van uitgevoerde werkzaamheden het kabelnet kan zijn gewijzigd tussen de datum van verstrekking van de tekening(en) en de uitvoering van uw werkzaamheden. Indien deze periode langer is dan twee maanden of wanneer u anderszins twijfelt aan de actualiteit van de tekeningen, dient u zich tijdig tot KPN te wenden middels contact met de toezichthouder, dan wel middels een nieuwe (tijdige) Klic-melding (…)."
2.3. Tijdens de graafwerkzaamheden van Kraanbedrijf De Jong is schade ontstaan aan een glasvezelkabel welke eigendom is van KPN. De glasvezelkabel is tijdens de graafwerkzaamheden gedeukt waardoor een kerf in de kabel is ontstaan en de kabel doormidden is gebroken.
2.4. Op 23 maart 2007 is een "Basisformulier schades" opgemaakt en ondertekend door [A] (de betrokken kraanmachinist) en [B], namens respectievelijk Kraanbedrijf De Jong en KPN. Op dit formulier is, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
"(…) 6. Kabel beschadigd met mechanisch werktuig Soort: Minikraan 3½ ton (…)
11. Kabel- en leidinggegevens:
Klicmelding: ja nr. 076031207
KPN tekeningen op het werk: Ja nr. 254559250
Door schadeopnemer geconstateerd: nee
Proefgaten: nee
Kabel gevonden bij graven proefsleuven: …
12. Zijn er getuigen: nee
13A Klopte de werkelijke ligging met de ten tijde van de schade geldende KPN tekeningen? ja (…)
16 Opmerkingen schadeveroorzaker: De maten kloppen niet, einde reserve buizen (Hdpe) staan er niet op.
Opmerkingen schadeopnemer: …
Ondertekening houdt geen erkenning van aansprakelijkheid in; het dient ter vastlegging van de feiten. Na ondertekening door beide partijen en na scheiding van de formulieren mag van bovenstaande niets meer worden veranderd. (…)
19. Wanneer is de beschadiging ter plaatse in ogenschouw genomen? (datum en uur)
23-3-2007 +/- 11.00 uur
Door wie? [B] VW Telecom S
20. Wanneer en hoe heeft voorlopig/definitief herstel plaatsgevonden?
Moet nog gebeuren (…)
22. Waren er zichtbare kentekenen die op de aanwezigheid van kabels wezen, zoals bijv. blauwe flappen? nee
23. Was men op een andere wijze op de hoogte van de ligging van de kabels (…) Zo ja op welke wijze? Men had de goede tekening, hier werkten ze mee om hdpe te koppelen met reserve hdpebuis.
25. Is gebruik gemaakt van kabelzoekapparatuur? nee (…)
27. Wat is de oorzaak van de schade?
Zeer zware grond en hierdoor was het moeilijk proefgaten maken (...)"
2.5. [B] van Volker Wessels Telecom Services heeft een "Logboek Uitvoering" gemaakt met betrekking tot de reparatie van de schade. Hij heeft hierin, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
"(…) Op 23-03-2007 hier langs geweest. (…) Kabel is 2 m voor gestuurde boring ingekerfd. Vezels defect. Nu moet er ongeveer 300m nieuwe kabel geblazen worden. Je moet namelijk naar de overkant van het Eemskanaal(….). Nodig 300 m kabel 48 vezels en 2x Gu1.(…) De hdpe bij de beschadiging heb ik al gerepareerd. Gat is nog open mocht je er nog bij moeten tijdens het inblazen.
Dit geschreven op 30-06-07. Vandaag uitgezocht waartussen de storing zich bevindt. (…) Blaasploeg en kraantje nodig (…).
Dit geschreven op 18-10-07. Vandaag oude kabel er uit geblazen en nieuwe er in geblazen. Kabel ingelast (…) Veel werk gehad om op locatie te komen. Over dijk waar auto regelmatig vast kwam te zitten. Moest dan door kraantje worden losgetrokken. Meerwerk gehad ivm kruisen Eemskanaal (…)"
2.6. Bij brief van 6 april 2007 heeft KPN Kraanbedrijf De Jong aansprakelijk gesteld voor de schade die zij tengevolge van de beschadiging van de glasvezelkabel heeft geleden.
2.7. Bij brief van 21 december 2007 heeft KPN, voor zover hier van belang, het volgende aan Kraanbedrijf De Jong bericht:
(…) Onder verwijzing naar mijn aansprakelijkstelling van 6 april 2007 deel ik u mede dat de totale kosten van de schade (…) € 7.557,69 bedragen (…)
Wettelijke rente is verschuldigd vanaf de dag dat KPN B.V. schade heeft geleden tot aan het moment van algehele voldoening. (…)
Indien u het schadebedrag binnen 4 weken na dagtekening voldoet, zal van de vordering tot betaling van de wettelijke rente worden afgezien (…)"
3. Het geschil
3.1. KPN vordert samengevat - veroordeling van Kraanbedrijf De Jong tot betaling van EUR 7.557,69, vermeerderd met rente en kosten.
3.2. Kraanbedrijf De Jong voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil en de beoordeling
4.1. KPN legt -onder verwijzing naar het schadeformulier als bedoeld in rechtsoverweging 2.4.- aan haar vordering ten grondslag dat Kraanbedrijf De Jong tijdens de graafwerkzaamheden waarbij de kabel werd beschadigd onvoldoende zorgvuldigheid in acht heeft genomen. Kraanbedrijf De Jong heeft de KLIC-tekeningen niet binnen de daarvoor bestemde termijn opgevraagd en zij had deze tekeningen niet aanwezig bij de graafwerkzaamheden. Voorts is Kraanbedrijf De Jong zonder de locatie van de later beschadigde kabel te traceren (door middel van het graven van proefsleuven en/of gebruik van kabeldetectieapparatuur) aangevangen met mechanische graafwerkzaamheden, aldus KPN. KPN heeft door het handelen van Kraanbedrijf De Jong schade geleden die bestaat uit de kosten van het herstel van de beschadigde kabel.
4.2. Kraanbedrijf De Jong betwist dat zij onvoldoende zorgvuldigheid in acht heeft genomen tijdens de graafwerkzaamheden. Zij heeft daartoe aangevoerd dat A. Hak tijdig een KLIC-melding heeft gedaan waarmee zij reeds aan de op haar rustende zorgvuldigheidsplicht heeft voldaan. Bovendien had Kraanbedrijf De Jong de, naar aanleiding van die KLIC-melding ontvangen, juiste tekeningen tijdens de graafwerkzaamheden aanwezig. Kraanbedrijf De Jong heeft de beschadigde kabel, door middel van het graven van proefsleuven en het gebruik van kabeldetectieapparatuur gelokaliseerd alvorens de machinale graafwerkzaamheden zijn aangevangen. Daarbij is geconstateerd dat de kabels regelmatig afweken van de maatvoering op de KLIC-tekeningen. De maatvoering op de KLIC-tekeningen klopte niet met de daadwerkelijke ligging van de reservebuizen in het tracé. De plaats waar de kabel is geraakt week af van de ligging van de kabel zoals aangegeven op de KLIC-tekeningen terwijl deze afwijkende locatie ook niet via een proefsleuf ontdekt was, omdat ter plaatse geen proefsleuf gegraven was. Kraanbedrijf De Jong heeft conform de op haar rustende zorgvuldigheidsplicht om de vijf tot tien strekkende meter proefsleuven gegraven. Het nemen van meer voorzorgsmaatregelen kan van haar niet verwacht worden, temeer nu uit de KLIC-tekening bleek dat de beschadigde hdpe-buis leeg zou zijn, aldus nog altijd Kraanbedrijf De Jong. Subsidiair betwist Kraanbedrijf De Jong de hoogte van de door KPN gestelde schade.
4.3. Bij de beoordeling van dit verweer neemt de rechtbank als uitgangspunt dat Kraanbedrijf De Jong in beginsel bedacht diende te zijn op de mogelijke aanwezigheid van leidingen in de grond. Op Kraanbedrijf De Jong rustte dan ook een onderzoeksplicht naar de situatie ter plaatse om te voorkomen dat de uitvoering van werkzaamheden zou leiden tot schade aan in de grond aanwezige kabels en leidingen (vgl. HR 4 oktober 1996, NJ 1997, 64 en HR 2 oktober 1998, NJ 1998, 831).
4.4. Ten aanzien van de stelling van KPN dat Kraanbedrijf De Jong zonder dat zij de kabel door middel van het graven van proefsleuven en/of het gebruik van kabeldetectie- apparatuur heeft opgespoord mechanisch is gaan graven, overweegt de rechtbank als volgt. In dit geding staat vast dat op het onder 2.4. aangehaalde, mede door de uitvoerend kraanmachinist ondertekende, schadeformulier is aangekruist dat er geen proefgaten zijn gegraven en dat het in verband met zeer zware grond moeilijk was om ter plaatse proefgaten te maken. Voorts is op het schadeformulier aangekruist dat er geen gebruik is gemaakt van kabelzoekapparatuur. In dat licht bezien had van Kraanbedrijf De Jong meer verwacht mogen worden ter onderbouwing van haar verweer dat zij, anders dan door KPN met een beroep op het schadeformulier is gesteld, wél proefsleuven heeft gegraven en dat er wél kabeldetectieapparatuur is gebruikt. Zij had minst genomen moeten motiveren waarom het schadeformulier andersluidend is ingevuld. Nu Kraanbedrijf De Jong haar verweer op deze punten onvoldoende heeft onderbouwd zal de rechtbank als vaststaand aannemen dat Kraanbedrijf De Jong zonder het graven van proefsleuven en/of het gebruik van kabeldetectieapparatuur mechanisch is gaan graven.
4.5. KPN heeft voorts aan haar stelling dat Kraanbedrijf De Jong niet aan haar onderzoeksplicht heeft voldaan ten grondslag gelegd dat Kraanbedrijf De Jong de KLIC-tekeningen te vroeg heeft opgevraagd en dat de KLIC-tekeningen niet op het werk aanwezig waren. Daarover overweegt de rechtbank als volgt.
4.6. De rechtbank stelt vast dat er ten behoeve van de onderhavige werkzaamheden op 26 februari 2007 een KLIC-melding is gedaan. KPN heeft gesteld dat de KLIC-melding niet in de periode van drie tot twintig werkdagen vóór aanvang van de werkzaamheden zou zijn gedaan en dat deze melding daarom niet tijdig is gedaan. Nu de door KPN gestelde termijn een termijn in werkdagen betreft kon de melding, anders dan KPN stelt, op zijn vroegst op 22 februari 2007 worden gedaan. Bovendien heeft KPN gesteld dat de beschadigde kabel op de locatie lag zoals in de door Kraanbedrijf De Jong gebruikte KLIC-tekeningen weergegeven, zodat het naar het oordeel van de rechtbank feitelijk geen verschil gemaakt zou hebben wanneer de KLIC-melding korter voor aanvang van de graafwerkzaamheden zou zijn gedaan. De rechtbank gaat derhalve voorbij aan de stelling van KPN dat de KLIC-tekeningen te vroeg zijn opgevraagd.
4.7. Ten aanzien van de aanwezigheid van de KLIC-tekeningen tijdens de werkzaamheden overweegt de rechtbank het volgende. Het schadeformulier is, gelet op de wijze waarop dat is ingevuld, niet geheel duidelijk over het antwoord op de vraag of de KLIC-tekeningen gedurende de graafwerkzaamheden aanwezig waren. In ieder geval staat vast dat [B] ze op 23 maart 2007 niet heeft aangetroffen, maar of de tekeningen ten tijde van het schadeveroorzakende evenement op het werk aanwezig waren staat daarmee niet vast. Maar ook indien vast zou komen te staan dat de KLIC-tekeningen gedurende de graafwerkzaamheden op het werk aanwezig waren dan is dat, gelet op de omstandigheid dat vast staat dat Kraanbedrijf De Jong geen proefsleuven heeft gegraven en/of kabeldetectieapparatuur heeft gebruikt, onvoldoende om te concluderen dat Kraanbedrijf De Jong aan de onder 4.3. geformuleerde zorgplicht heeft voldaan. Het, door KPN betwiste, verweer van Kraanbedrijf De Jong dat uit de KLIC-tekeningen zou blijken dat de beschadigde hdpe-buis leeg zou zijn doet daar niet aan af, nu Kraanbedrijf De Jong immers ook een legde hdpe-buis niet mag beschadigen. Daarmee staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat Kraanbedrijf De Jong onrechtmatig jegens KPN heeft gehandeld, zodat zij aansprakelijk is voor de dientengevolge ontstane schade.
4.8. Partijen verschillen tot slot van mening over de omvang van de schade.
4.9. KPN heeft gesteld dat zij schade heeft geleden tengevolge van de beschadiging van de glasvezelkabel en heeft de door haar geleden schade als volgt gespecificeerd.
I. Herstelkosten aannemer € 4.900,--
II. Opslag vaste kosten aannemer € 539,--
III. Extra werk € 1.669,42
IV. Vaste kosten KPN (storingsaanname, € 387,--
bijwerken technische administratie e.d.)
V. Administratiekosten € 62,27
Totaal € 7.557,69
4.10. Kraanbedrijf De Jong betwist de hoogte van de door KPN gestelde schade en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Uit het logboek blijkt dat men op 31 oktober 2007 veel extra werk heeft gehad en dat zal met de slechtere weersomstandigheden in het najaar te maken hebben gehad. Nu KPN de schade echter reeds eerder had kunnen (laten) repareren had zij kunnen voorkomen dat er extra kosten gemaakt moesten worden, aldus Kraanbedrijf De Jong. Kraanbedrijf De Jong heeft (subsidiair) in haar nadere conclusie de kosten genoemd onder de posten II tot en met V, behoudens een bedrag van € 630,--, erkend. Kraanbedrijf De Jong heeft aangevoerd dat in het onder post III gevorderde bedrag ten onrechte € 630,00 is berekend voor 180 meter extra kabel. Voorts heeft Kraanbedrijf De Jong aangevoerd dat het onder post I genoemde bedrag van € 4.900,-- dient te worden afgewezen, omdat deze kosten volgens haar geen verband houden met de daadwerkelijke herstelkosten.
4.11. De rechtbank zal hierna de gevorderde posten puntsgewijs bespreken.
4.12. KPN heeft ter onderbouwing van deze schadepost onweersproken gesteld dat zij in verband met de vele kabelschades per jaar met Volker Wessels Telecom Services is overeengekomen dat laatstgenoemde glasvezelkabelschades voor een vast bedrag van
€ 4.900,-- per schade herstelt. Dit betreft een eenheidsprijs gebaseerd op de gemiddelde kosten van herstel voor een normale kabelschade, waarbij eventueel meerwerk apart in rekening wordt gebracht. Voorts heeft KPN gesteld dat indien voor iedere kabelschade afzonderlijk schadeherstel zou moeten worden georganiseerd dit zou leiden tot een veel hogere schadevergoeding ten laste van de veroorzaker. Gelet op die omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat het systeem van abstracte kostenberekening dat ten grondslag ligt aan het door KPN gevorderde bedrag van € 4.900,--, in dit geval een aanvaardbare wijze van begroting van de door KPN geleden schade is. Voor zover Kraanbedrijf De Jong tot haar verweer heeft willen aanvoeren dat de schadevergoeding in dit geval enkel op de concrete kosten van het herstel van de schade begroot kan worden wordt dat verweer verworpen.
4.13. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Kraanbedrijf De Jong niet dan wel onvoldoende betwist dat KPN het gevorderde bedrag van € 4.900,-- ter zake van de reparatie van de van de kabelschade aan Volker Wessels Telecom Services heeft betaald. De rechtbank gaat daarom voorbij aan het verweer van Kraanbedrijf De Jong dat toepassing van de abstracte wijze van schadebegroting er toe leidt dat aan KPN meer dan de daadwerkelijk door haar geleden schade zal worden vergoed. De rechtbank zal derhalve het gevorderde bedrag ter hoogte van € 4.900,-- toewijzen.
4.14. KPN heeft gesteld dat er in dit geval extra kosten zijn gemaakt, omdat er voor het herstel van de glasvezelkabel werkzaamheden zijn verricht welke afwijken van de normale, onder de voornoemde clusterprijs van € 4.900,-- begrepen, werkzaamheden. Ter onderbouwing daarvan heeft KPN gewezen op de werkzaamheden betreffende de coördinatie van de herstelwerkzaamheden en de kosten van de blaasploeg. Kraanbedrijf De Jong heeft gemotiveerd aangevoerd dat niet blijkt welke feitelijke werkzaamheden er -naast de onder de posten II en III apart gefactureerde werkzaamheden- nog zijn uitgevoerd ter reparatie van de onderhavige schade. Nu KPN haar stelling dat de posten II en III betrekking hebben op extra -niet onder de clusterprijs vallende- werkzaamheden vervolgens onvoldoende nader heeft onderbouwd zal de rechtbank daaraan voorbijgaan. De rechtbank is derhalve van oordeel dat het er voor gehouden moet worden dat alle door Volker Wessels Telecom Services verrichte werkzaamheden ter zake van de reparatie van de schade met betaling van de clusterprijs zijn vergoed. De rechtbank zal de gevorderde schadevergoeding met betrekking tot deze kosten afwijzen.
4.15. Nu de rechtbank de onder post II en III genoemde bedragen zal afwijzen behoeft het verweer van Kraanbedrijf De Jong met betrekking tot de extra in rekening gebrachte
€ 630,-- ter zake van 180 meter kabel geen bespreking meer. De rechtbank zal derhalve eveneens het door Kraanbedrijf De Jong aangevoerde verweer dat KPN geen maatregelen heeft getroffen om de door haar geleden schade te beperken onbesproken laten.
4.16. De onder post IV en V gevorderde vaste kosten van KPN en administratiekosten zullen door de rechtbank worden toegewezen nu Kraanbedrijf De Jong deze kosten niet dan wel onvoldoende heeft betwist.
4.17. Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank de door KPN gevorderde schadevergoeding toekennen tot een bedrag van € 5.349,27.
4.18. Kraanbedrijf De Jong heeft geen verweer gevoerd tegen de vordering tot vergoeding van de wettelijke rente, zodat dit onderdeel van de vordering toewijsbaar is.
4.19. Kraanbedrijf De Jong zal voorts - conform de eis - voorwaardelijk worden veroordeeld in de wettelijke rente over de proceskosten alsmede in de nakosten, op de wijze zoals in het dictum te melden. Kraanbedrijf De Jong heeft weliswaar aangevoerd dat dit onderdeel van de vordering moet worden afgewezen nu de onderhavige procedure daarvoor niet de mogelijkheid zou bieden, maar de rechtbank is -ondanks dat art. 237 lid 4 Rv hiervoor een aparte rechtsingang kent- van oordeel dat de wet zich niet verzet tegen begroting van de nakosten bij vonnis indien de rechter in staat is het beloop daarvan op dat moment te begroten. Dit is naar het oordeel van de rechtbank het geval nu sprake is van toekenning van forfaitaire bedragen volgens het liquidatietarief (zie onderdeel 8 van de liquidatietarieven).
4.20. De betwiste vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen. KPN heeft ter onderbouwing daarvan gewezen op kosten die deels reeds in het toe te wijzen schadebedrag zijn verdisconteerd en ten aanzien van de overige kosten heeft zij niet voldoende onderbouwd gesteld dat deze betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier.
4.21. Kraanbedrijf De Jong zal als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van KPN worden vastgesteld op:
- dagvaarding EUR 71,80
- vast recht 303,00
- salaris advocaat 960,00 (2,5 punten × tarief EUR 384,00)
Totaal EUR 1.334,80
4.22. De rechter, ten overstaan van wie de comparitie is gehouden, heeft dit vonnis niet kunnen wijzen in verband met benoeming elders.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt Kraanbedrijf De Jong om aan KPN te betalen een bedrag van EUR 5.349,27 (vijfduizenddriehonderdnegenenveertig euro en zevenentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het toegewezen bedrag vanaf 22 maart 2007 tot de dag van volledige betaling,
5.2. veroordeelt Kraanbedrijf De Jong in de proceskosten, aan de zijde van KPN tot op heden vastgesteld op EUR 1.334,80, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag indien niet binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis de proceskosten zijn voldaan, tot de dag van volledige betaling,
5.3. veroordeelt Kraanbedrijf De Jong - voor het geval zij niet binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis hieraan uitvoering heeft gegeven - tot betaling van de nakosten en stelt dit bedrag vast op € 131,00 zonder betekening van het vonnis en op € 199,00 met betekening,
5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M. Telman en in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2010.?