ECLI:NL:RBLEE:2010:BN1000
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.H.M. Dölle
- R. Baluah
- L.G. van Dijk
- Rechtspraak.nl
Ontuchtige handelingen met minderjarige en seksuele binnendringing
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 9 juli 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De verdachte, geboren in 1978, werd ervan beschuldigd in de periode van 1 januari 2008 tot en met 23 februari 2009 ontuchtige handelingen te hebben gepleegd met een meisje, geboren in 1993, die op dat moment nog geen zestien jaar oud was. De rechtbank heeft gelet op het onderzoek dat op 25 juni 2010 heeft plaatsgevonden, waarbij de verdachte aanwezig was en werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.R.M. Schaap.
De tenlastelegging omvatte het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer, wat door de rechtbank als bewezen werd verklaard. De officier van justitie had een gevangenisstraf van tien maanden geëist, waarvan zes maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank besloot anders. De rechtbank overwoog dat, hoewel het feit ernstig was, het gevaar voor herhaling laag was en dat verdere hulpverlening niet nodig was. De verdachte had een relatie met het slachtoffer, die voortduurde tot zij zeventien jaar oud was, wat de strafbaarheid van de seksuele handelingen beïnvloedde.
De rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een werkstraf van 240 uren onbetaalde arbeid, met de voorwaarde dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van 120 dagen zou worden opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet schuldig was aan andere ten laste gelegde feiten en heeft hem daarvan vrijgesproken. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van volwassenen in relaties met minderjarigen en de bescherming die de wet biedt aan jongeren tegen seksuele uitbuiting.