Motivering
Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
1.1 Eiser is, in ieder geval al sinds 1958, woonachtig op [adres eiser]. De Burd is een eilandje, dat een oeververbinding met de vaste wal heeft door middel van een veerpont over het Prinses Margrietkanaal.
1.2 De Burd is omstreeks 1940 een eiland geworden doordat bij de aanleg van het Prinses Margrietkanaal het destijds bestaande voetpad van Grou naar de buurtschappen De Burd en Syteburen werd doorsneden. Hierna is door middel van een schouw een oeververbinding ingesteld, waarvan de exploitatie sinds 1941 onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Idaerderadeel, later opgegaan in de gemeente Boarnsterhim, is komen te vallen.
1.3 In 1956 zijn diverse polders op De Burd samengevoegd tot het nieuwe waterschap “De Bird” (het waterschap), feitelijk bestaande uit een samenwerking van alle lokale boeren. Het waterschap heeft plannen laten uitwerken voor verbetering van de ontsluiting van het eiland, waarin onder meer is voorzien in de aanschaf van een motorveerpont. De gemeente Idaerderadeel heeft vervolgens bijgedragen in de financiering van de ontsluitingsweg naar de pont en bovendien de bediening en het onderhoud van de pontverbinding voor haar rekening genomen. In de periode 1959/1960 zijn deze plannen, met bijdragen van het Rijk, de provincie en de gemeente, door het waterschap ten uitvoer gebracht. Het waterschap is voor de resterende bekostiging een 35-jarige lening aangegaan.
1.4 Bij brief van 1 maart 1960 hebben burgemeester en wethouders van Idaerderadeel het bestuur van het waterschap verzocht om overdracht van de veerpont. De brief luidt – voorzover hier van belang – als volgt:
“Zoals u bekend is, heeft de raad indertijd besloten het onderhoud en de bediening van de veerpont, welke de verbinding tussen De Bird en het Galle-eiland zal onderhouden, ten laste der gemeente te nemen.
Teneinde twistvragen te voorkomen omtrent de reparatie, de verzekering, de vervanging e.d. achten wij het gewenst, dat de gemeente de volledige beschikking over de pont verkrijgt, met andere woorden, dat de gemeente ook de eigendom en het beheer overneemt.
Met het oog op de financiële consequenties, welke daaruit voortvloeien, zijn wij van mening, dat de overdracht dient te geschieden tegen de symbolische koopsom van f. 1,--.”
1.5 Op 21 juni 1960 is tussen het waterschap en de burgemeester van de gemeente Idaerderadeel een overeenkomst gesloten. De tekst van deze overeenkomst luidt – voorzover hier van belang – als volgt:
“Het waterschap “De Bird”, hierna te noemen “verkoper” verkoopt en draagt bij deze in eigendom, beheer en onderhoud over aan de gemeente Idaerderadeel, hierna te noemen “koopster”, die aldus koopt en in eigendom, beheer en onderhoud aanvaardt.
De motorveerpont in het Prinses Margrietkanaal, welke pont de verbinding tussen het gebied van “De Bird” en het zogenaamde Galle-eiland onderhoudt.
Deze overeenkomst wordt aangegaan voor de som van f. 1,--. (één gulden) en verder onder de navolgende voorwaarden en bepalingen:
1. de koopster kan het gekochte direct na het passeren van deze akte in eigen gebruik en beheer aanvaarden
2. de koopster neemt te haren laste de bediening van bovengenoemde veerpont, zolang zulks voor de verbinding, als bovenomschreven, noodzakelijk is.
3. het onderhoud der insteekhaventjes blijft ten laste van verkoper.
4. de koopster draagt de op de overdracht vallende kosten.”
1.6 De bediening van de pont wordt verzorgd door twee pontwachters die in dienst zijn van de gemeente Idaerderadeel. De officieel vastgestelde bedieningstijden van de pont bedragen in 1960 in totaal 105 uur per week. Vanaf 1964 worden de bedieningstijden stapsgewijs verminderd tot uiteindelijk 76 uur per week in 1969. In 1974 wordt door de gemeenteraad besloten om het budget, dat beschikbaar is om de De Burd op het aardgasnet aan te sluiten, aan te wenden ter verbetering van de pontverbinding. De bedieningstijden van de pont worden vervolgens tot 96 uur per week uitgebreid.
1.7 In aanvulling op de bij 1.6 bedoelde bedieningstijden wordt er in de avonduren gevaren volgens een rooster dat in overleg tussen de bewoners van De Burd (ingelanden) en de twee pontwachters is vastgesteld. De kosten hiervan worden door de ingelanden rechtstreeks aan de pontwachters betaald. De ingelanden laten voor de pontwachters een huis op De Burd bouwen, gelegen naast de insteekhaven van de pont.
1.8 Om de bij 1.7 vermelde activiteiten in goede banen te leiden wordt op 21 mei 1970 door de ingelanden de “Coöperatieve vereniging tot exploitatie van woningen ten behoeve van het overzetveer De Bird W.A., bij verkorting: Coöp. De Bird” (de coöperatie), opgericht.
Artikel 5 van de statuten van de coöperatie luidt – voorzover hier van belang – als volgt:
“1. Het bestuur bestaat uit vijf personen, waarvan drie de functies vervullen van onderscheidenlijk voorzitter, secretaris en penningmeester (…)
4. De voorzitter en de secretaris vertegenwoordigen de vereniging in en buiten rechten. Zij kunnen zich daarbij ieder door een schriftelijke gemachtigde doen vertegenwoordigen. (…)”
1.9 Met ingang van 1 september 1973 verbiedt de provincie Fryslân (de provincie) uit veiligheidsoverwegingen het vervoer van vrachtwagens met een groter gewicht dan zeven en een halve ton over de pont naar De Burd. Dit verbod leidt tot problemen voor de bedrijfsvoering van de op De Burd gevestigde melkveehouders, omdat daardoor melktransporten via de pont niet meer mogelijk zijn.
1.10 In de jaren na 1973 vindt overleg plaats tussen de ingelanden en de gemeente over diverse opties voor een betere ontsluiting van de Burd, waaronder het aanbrengen van een brugverbinding, de aanleg van een tunnel of de aanschaf van een zwaardere pont.
1.11 In het voorjaar van 1979 wordt een nieuwe pont in gebruik genomen, die geschikt is voor een maximale belasting van 25 ton. De totale kosten van de nieuwe pont bedragen f 778.010,35 (€ 353.045) en zijn tot een bedrag van f 716.148,42 (€ 324.974) bekostigd door middel van rijkssubsidies. Het restant ad f 61.861,93 (€ 28.072) is ten laste van het waterschap gekomen. Ook deze pont is vervolgens door het waterschap aan de gemeente Idaerderadeel overgedragen voor f 1.
1.12 Tot begin 1998 hebben de bewoners van De Burd, buiten de bij 1.6 en 1.7 bedoelde vaartijden van de pont, gebruik gemaakt van twee roeischouwen. Op 9 februari 1998 heeft de gemeente Boarnsterhim, de rechtsopvolger van de gemeente Idaerderadeel, (de gemeente) deze roeischouwen uit veiligheidsoverwegingen uit de vaart genomen.
1.13 Op 21 maart 1998 is een convenant gesloten tussen de gemeente, de Belangenvereniging De Burd, de Vereniging van Eigenaren Suder Burd en de coöperatie inzake de bedieningstijden en tarieven van de veerpont De Burd (het convenant). Blijkens het convenant worden de bedieningstijden van de veerpont verlengd van 96 tot 118 uur per week ter compensatie van het uit de vaart nemen van de bij 1.12 vermelde roeischouwen.
In het convenant staat onder andere het volgende:
“1.1 De gemeente verplicht zich tegenover de verenigingen de bestaande bedieningstijden van de veerpont De Burd zodanig te verlengen, dat de bedieningstijden als volgt worden uitgevoerd: (…)
2.1 Ter partiële financiering van de verlenging van de vaartijden, als ook ten behoeve van vastere opbrengsten voor gebruik in de oorspronkelijke bedieningstijden is het volgende tarievenstelsel overeengekomen (bedragen inclusief BTW):
* jaarabonnement fl. 700,--
* zomerabonnement van 1 april – 1 oktober fl. 500,--
* jaarabonnement vaste bewoner fl. 350,-- (…)
3.1 De gemeente draagt zorg voor de inning van de abonnements- en pontgelden en het verstrekken van overvaartbewijzen aan abonnementshouders en de in artikel 2.2 genoemde personen.
3.2 De gemeente zal ten aanzien van gebruikers buiten de abonnementshouders een stringent inningsbeleid uitvoeren: “iedereen betaalt voor de overzet”.
3.3 De gemeente spant zich in om voor de exploitatie van de pont De Burd extra bijdragen van het Rijk en/of Provincie Friesland te verkrijgen, indien gewenst met ondersteuning van personen uit de verenigingen. (…)”
1.14 Het bij 1.13 vermelde convenant is namens de coöperatie alleen door de voorzitter getekend. Eiser heeft ter zitting verklaard dat hij destijds secretaris was van de coöperatie en dat hij het convenant niet heeft mede ondertekend omdat naar zijn mening de gemaakte afspraken daarin niet juist waren weergegeven.
1.15 Overtochten naar De Burd zijn aanvankelijk voor alle gebruikers gratis. Vanaf 1966 wordt van passanten en bezoekers door de gemeente veergeld geheven. De bewoners van de Burd betalen vanaf 1998, na het sluiten van het convenant, een vergoeding aan de gemeente voor het gebruik van de veerpont.
1.16 Verweerder kent sinds 1 mei 1998 een “Verordening op de heffing en invordering van veergeld in de gemeente Boarnsterhim” (verordening veergeld). De tarieven in deze verordening komen overeen met het tarievenstelsel in het convenant.
1.17 De bij 1.16 vermelde verordening luidt met ingang van 1 januari 2008 – voorzover hier van belang – als volgt:
“Belastbaar feit
Artikel 1
In deze gemeente wordt onder de naam veergeld een recht geheven voor het gebruik van de bij de gemeente in eigendom en beheer zijnde pont, die via het Prinses Margrietkanaal de verbinding onderhoudt tussen het recreatie-oord aan de noordelijke oever van het Pikmeer en het gebied van de zogenaamde Burd onder Grou.
Belastingplicht
Artikel 2
Het recht wordt geheven van degene die gebruik maakt van de in artikel 1 genoemde dienst.
Tarieven
Artikel 3
1. Het recht bedraagt voor één overzetting van een :
a. Voetganger, wielrijder of bromfietser € 0,70 (…)
4. Het recht voor de afgifte van een abonnement voor het overzetten van een persoon en/of (motor)voertuig, geldend voor de periode 1 januari tot en met 31 december van het kalenderjaar, bedraagt:
a. Voor de eigenaar van een verblijf met recreatieve bestemming op het eiland
de Burd € 474,10
b. Voor de bewoner van de Burd, ingeschreven en wonend in een verblijf bestemt voor
permanente bewoning € 237,00”
1.18 De gemeente en de provincie zijn op 3 december 2002 overeengekomen dat de provincie zal bijdragen in de kosten van de pont. In artikel 2, eerste lid, van deze overeenkomst staat het volgende:
“Als bevoegd gezag voor de toepassing van de Scheepsvaartverkeerswet en de daarop berustende bepalingen (zie art. 2, lid 1, sub a Svw) draagt de provincie, ten behoeve van de veiligheid op het Prinses Margrietkanaal, met ingang van 2002 jaarlijks bij in de kosten van bediening van het pontveer tot een maximum van € 40.840 (incl. BTW) per jaar. Dit bedrag zal met ingang van 2003 geïndexeerd worden (…). ”
In de bijlage bij deze overeenkomst staat onder ander het volgende:
“Indien er een aanpassing komt in bedieningsuren, dan wordt het basisbedrag verlaagd met € 30 p/uur (excl. BTW). De bijdrage is berekend op basis van 1144 uren extra bediening.”
1.19 Verweerder heeft eiser met dagtekening 14 februari 2008 een aanslag veerrecht over het jaar 2008 opgelegd ten bedrage van € 237. De omschrijving op de aanslag luidt: “jaarabonnement vaste bewoner”.
1.20 Blijkens de door verweerder opgestelde begrotingen is het saldo van de baten en lasten uit hoofde van exploitatie van de veerpont in 2007 € 233.682 negatief en is dit saldo in 2008 € 238.651 negatief. De bij 1.18 vermelde bijdrage van de provincie is in deze begrotingen niet opgenomen.