Beoordeling van het geschil
2.1 Volgens vaste rechtspraak zal, gelet op het algemeen belang dat met handhaving is gediend, in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift, het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag het bestuursorgaan weigeren dit te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisering bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.
2.2 Tussen partijen is niet in geschil dat de bierketen in strijd zijn met onder andere de Drank- en Horecawet, de Wet ruimtelijke ordening en de Woningwet. Voorts staat niet ter discussie dat geen concreet zicht is op legalisering van de bierketen. Het college dient derhalve handhavend op te treden, tenzij dit zodanig onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden behoort te worden afgezien.
2.3 De rechtbank is van oordeel dat de in het gemeentelijke beleid vermelde redenen om van handhavend optreden af te zien, onvoldoende zwaarwegend zijn. Hiertoe overweegt de rechtbank dat het college niet aannemelijk heeft gemaakt dat de sluiting van de bierketen zal leiden tot overlast van rondhangende jongeren. Voorts heeft het college onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de plattelands- en jeugdcultuur (sociale cohesie) bij sluiting van de bierketen in het gedrang zou komen. De rechtbank vermag niet in te zien dat deze cultuur alleen dan blijft bestaan indien in de keten alcoholhoudende drank geschonken mag worden. De rechtbank overweegt verder dat het college niet aannemelijk heeft gemaakt dat het gedogen van de bierketen noodzakelijk is om een ontmoetingsplek voor de jongeren te creëren. Hiertoe overweegt de rechtbank dat namens het college ter zitting is bevestigd dat in Heeg een jeugdhonk en reguliere horeca aanwezig zijn.
2.4 Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties heeft, in samenwerking met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie voor Jeugd en Gezin, beleid ontwikkeld, de Handleiding ketenbeleid. De rechtbank verwerpt het betoog van het college dat voor het gedogen van de bierketen steun gevonden kan worden in dit rijksbeleid. In het beleid wordt weliswaar aandacht geschonken aan bierketen, maar dit beleid heeft betrekking op verantwoord alcoholgebruik en het voorkomen van nadelige gevolgen van alcoholgebruik, ongeacht of dit plaats vindt in bierketen of in reguliere horeca-instellingen.
2.5 Gelet op het bovenstaande zal de rechtbank het beroep gegrond verklaren en het bestreden besluit vernietigen nu niet is gebleken van bijzondere omstandigheden, zodat het college niets anders rest dan handhavend op te treden.