ECLI:NL:RBLEE:2010:BM3403

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
6 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
313589 \ CV EXPL 10-1723
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over non-actiefstelling van ziekenhuisdirecteur en vordering tot wedertewerkstelling

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden op 6 mei 2010, stond de non-actiefstelling van [werknemer], de directeur van Stichting Ziekenhuis De Tjongerschans, centraal. [werknemer] was sinds 1 mei 2007 in dienst en had een bruto salaris van € 183.878,28 per jaar, met aanvullende vergoedingen. De non-actiefstelling volgde op een besluit van de Raad van Toezicht, die meende dat [werknemer] afspraken had geschonden in het kader van een lopende strafzaak tegen hem en zijn partner. [werknemer] had eerder zelf een wrakingsverzoek ingediend in zijn strafzaak en was op 19 februari 2008 aangehouden op verdenking van oplichting en witwassen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 22 april 2010 werd het standpunt van [werknemer] toegelicht, waarbij hij stelde dat de publiciteit rondom zijn situatie schadelijk was voor zowel hem als het ziekenhuis. De Tjongerschans voerde aan dat [werknemer] relevante informatie had achtergehouden over zijn relatie met zijn partner, die betrokken was bij strafbare feiten. De kantonrechter oordeelde dat de rechtsbetrekking tussen [werknemer] en De Tjongerschans zowel een arbeidsrechtelijke als een rechtspersoonlijke component had. De kantonrechter concludeerde dat er geen reden was om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, ondanks de non-actiefstelling als statutair bestuurder.

De vordering van [werknemer] tot wedertewerkstelling werd toegewezen, met de voorwaarde dat hij binnen een week na betekening van het vonnis weer aan de slag kon als directeur. Tevens werd een dwangsom van € 10.000,-- per dag opgelegd voor het geval De Tjongerschans in gebreke zou blijven. De Tjongerschans werd ook veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk moest worden nageleefd, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Heerenveen
zaak-/rolnummer: 313589 \ CV EXPL 10-1723
vonnis van de kantonrechter ex art. 254 lid 4 Rv d.d. 6 mei 2010
inzake
[werknemer],
hierna te noemen: [werknemer],
wonende te [woonplaats],
eiser,
gemachtigde: mr. M.A.T. Schroots,
tegen
de stichting
Stichting Ziekenhuis De Tjongerschans,
hierna te noemen: De Tjongerschans,
gevestigd te Heerenveen,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.J.H. Geense,
Procesverloop
[werknemer] heeft De Tjongerschans gedagvaard voor de zitting van 22 april 2010 en op de bij exploot vermelde gronden gevorderd bij wijze van voorlopige voorziening uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
1. De Tjongerschans te veroordelen om [werknemer] binnen 24 uur na betekening van dit vonnis weder te werk te stellen in zijn functie als voorzitter van de Raad van Bestuur/directeur van (Stichting) Ziekenhuis De Tjongerschans, [werknemer] toe te laten tot diens werkzaamheden en hem vrije toegang tot dit ziekenhuis te geven, zulks op straffe van een dwangsom van € 50.000,-- per dag of gedeelte daarvan dat De Tjongerschans in strijd handelt met de uit te spreken veroordeling, althans op straffe van een in goede justitie te bepalen dwangsom (eventueel gekoppeld aan een in goede justitie te bepalen maximum).
2. De Tjongerschans te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis een persverklaring aan het ANP te zenden, een publicatie op de voorpagina van de Telegraaf, de Leeuwarder Courant en Zorgvisie te plaatsen en een publicatie op Intranet van het ziekenhuis te plaatsen, telkens onder gelijktijdige inzending van een afschrift daarvan aan de advocaat van [werknemer], waarvan de tekst als volgt luidt:
"De Rechtbank te Leeuwarden, sector Kanton, locatie Heerenveen heeft geoordeeld dat er zowel feitelijk als juridisch volstrekt onvoldoende aanleiding (en derhalve geen redelijke grond) bestond om de voorzitter van de Raad van Bestuur de heer [werknemer] te schorsen c.q. op non-actief te stellen in zijn functie van directeur van Stichting Ziekenhuis De Tjongerschans en heeft geoordeeld dat [werknemer] zijn functie dan ook met onmiddellijke ingang moet kunnen hervatten.
De Raad van Toezicht van Stichting Ziekenhuis De Tjongerschans respecteert de beslissing van de Rechtbank en zal de samenwerking met de heer [werknemer] op een vruchtbare en respectvolle basis voortzetten.
Voor ontslag van de heer [werknemer] bestaat wat de Raad van Toezicht betreft geen aanleiding. Wij bieden de heer [werknemer] onze welgemeende verontschuldigingen aan voor de vervelende tijd, die hij na de schorsing heeft gehad.".
althans een in goede justitie vast te stellen tekst.
zulks op straffe van een dwangsom van € 25.000,-- per dag of gedeelte van een dag dat De Tjongerschans in strijd handelt met de uit te spreken veroordeling, althans op straffe van een in goede justitie te bepalen dwangsom (eventueel gekoppeld aan een in goede justitie te bepalen dwangsom (ktr: bedoeld zal zijn maximum)).
Subsidiair:
3. in goede justitie die voorzieningen en/of maatregelen te treffen, die aansluiten bij het primair onder 1 en 2 gevorderde;
met veroordeling van De Tjongerschans in de proceskosten.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 april 2010. Gelijktijdig is het door De Tjongerschans ingediende verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [werknemer] behandeld. Van de zijde van [werknemer] zijn producties in het geding gebracht. De Tjongerschans heeft schriftelijk een conclusie van antwoord (met een productie) genomen. Van het behandelde ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De gemachtigde van [werknemer] heeft het standpunt van zijn cliënt toegelicht aan de hand van pleitnotities.
Vervolgens is vonnis bepaald.
Motivering
De feiten
1. In deze procedure geldt - voor zover van belang - het volgende als vaststaand.
1.1. [werknemer], geboren [geboortedatum], is sedert 1 mei 2007 in dienst bij De Tjongerschans, laatstelijk in de functie van bestuurder/directeur, tegen een bruto salaris van € 183.878,28 per jaar, inclusief vakantietoeslag. Daarnaast ontvangt [werknemer] een leasevergoeding van € 1.400,- per maand en een vaste onkostenvergoeding van € 175,-- netto per maand.
1.2. [werknemer] had een relatie met de heer [partner] (hierna te noemen [partner]). [partner] werd eind 2007 verdacht van oplichting/verduistering/gewoonte witwassen.
1.3. Op 19 februari 2008 is [werknemer] zelf aangehouden door de politie en voor verhoor drie dagen in verzekering gesteld op verdenking van oplichting en witwassen in vereniging.
1.4. Op 22 februari en 24 februari 2008 heeft [werknemer] gesprekken gevoerd met de voorzitter van de Raad van Toezicht, de heer H. Oosterman (hierna te noemen Oosterman) en mevrouw M.M. Jes, lid van de Raad van Toezicht. Op 24 februari 2008 was daarbij tevens aanwezig de communicatieadviseur/persvoorlichter van De Tjongerschans, de heer Stupers.
De Raad van Toezicht heeft getracht met [werknemer] afspraken te maken naar aanleiding van de ontstane situatie. De Raad van Toezicht heeft daarbij in de bijlage bij de brief van 5 maart 2008 een negental voorwaarden neergelegd, waaronder als voorwaarde 4 : "[werknemer] meldt eveneens omstandigheden of feiten die aanleiding kunnen zijn voor negatieve publiciteit rond zijn persoon en daarmee het ziekenhuis.".
[werknemer] heeft deze afspraken niet voor akkoord ondertekend.
Bij brief van 11 maart 2008 heeft de toenmalige gemachtigde van [werknemer] aan de Raad van Toezicht onder meer meegedeeld: "Cliënt kan toezeggen u op de hoogte te houden van nieuwe ontwikkelingen. Uiteraard zal cliënt zich niet uitlaten richting media, maar melding maken aan u en uw woordvoerder van enig contact dat de media eventueel zoekt. De overige punten uit de overeenkomst zijn op dit moment niet akkoord.
En bij brief van 8 april 2008 heeft de toenmalige gemachtigde van [werknemer] aan de gemachtigde van De Tjongerschans onder meer meegedeeld: "Ten aanzien van de inhoud van de overeenkomst heb ik in mijn eerdere brieven aan uw cliënte al aangegeven dat cliënt zich uiteraard zal onthouden van het doen van enige uitlating aan derden en uw cliënte overal van op de hoogte zal houden. Dat betekent dat voorwaarden 1, 2, 4 en 5 van de overeenkomst akkoord zijn.".
1.5. Op 20 april 2009 heeft een (pro forma) zitting plaatsgevonden voor de rechtbank Amsterdam, waarbij de zaak van [werknemer] ter zake van (gewoonte) witwassen is afgesplitst van de zaak tegen die van zijn (ex-)partner [partner]. Deze zitting heeft geleid tot een artikel in de Leeuwarder Courant van 21 april 2009.
1.6. Op 23 juni 2009 heeft de rechtbank uitspraak gedaan in de strafzaak tegen [partner], waarbij [partner] is veroordeeld ter zake van oplichting, verduistering en gewoonte witwassen. [partner] is van deze uitspraak in hoger beroep gegaan.
1.7. [werknemer] is nogmaals gedagvaard, en wel voor de zitting van 9 november 2009, ter zake van gekwalificeerde verduistering. [werknemer] heeft de Raad van Toezicht hierover geïnformeerd. Stupers heeft namens De Tjongerschans deze zitting bijgewoond.
Deze zaak heeft geleid tot een artikel in de Leeuwarder Courant op 10 november 2009.
1.8. De Raad van Toezicht heeft bij brief van 11 november 2009 aan [werknemer] onder meer meegedeeld:
"De Raad van Toezicht spreekt haar ernstig ongenoegen uit over uw informatie en gedrag sinds maart 2008 toen, zoals u weet, de Raad van Toezicht ook al ernstig teleurgesteld was in uw doen en laten. Met grote tegenzin heeft de Raad van Toezicht uiteindelijk besloten om het oordeel van de Rechtbank Amsterdam over uw strafzaken af te wachten. Dat oordeel is beslissend voor het antwoord op de vraag van de Raad van Toezicht of hij al dan niet zal overgaan tot ontslag van u.
Het voorgaande laat onverlet dat niet uitgesloten is dat vanwege de nieuwe dagvaarding tegen u en de daarmee gepaard gaande publiciteit binnen het ziekenhuis of daarbuiten zóveel onrust ontstaat dat van een onhoudbare situatie moet worden gesproken. Indien dat het geval is, zal de Raad van Toezicht onverwijld overgaan tot non-actief stelling, gevolgd door ontslag. Ook overigens houdt de Raad van Toezicht zich het recht voor om eerder handelend jegens u op te treden als de omstandigheden hem daartoe aanleiding geven.
U moet in ieder geval goed weten dat de emmer voor de Raad van Toezicht thans geheel gevuld is en dat vanwege een feit of omstandigheid die zich na heden in uw nadeel zal voordoen, hij meer dan voldoende aanleiding ziet om over te gaan tot uw ontslag. Het geduld van de Raad van Toezicht is op.".
1.9. [partner] is op 29 januari 2010 onder elektronisch toezicht geplaatst in de woning van [werknemer].
1.10. [werknemer] heeft een wrakingsverzoek ingediend in het kader van zijn strafzaak. Dit verzoek is behandeld ter zitting van 18 februari 2010. De heer E. Lekkerkerker (hierna te noemen Lekkerkerker) heeft als lid van de Raad van Toezicht deze zitting bijgewoond.
1.11. De Raad van Toezicht heeft naar aanleiding van een besluit van 17 maart 2010 [werknemer] op 19 maart 2010 op non-actief gesteld en op basis van een besluit van 31 maart 2010 [werknemer] definitief op non-actief gesteld en ontheven uit zijn functie als statutair bestuurder.
1.12. De Raad van Toezicht heeft op 19 maart 2010 een perscommuniqué uitgegeven waarin staat vermeld dat De Raad van Toezicht van mening is dat [werknemer] afspraken heeft geschonden die waren gemaakt in het kader van de tegen hem lopende strafzaak.
1.13. [werknemer] heeft bij de sector civiel van de rechtbank Leeuwarden een kort geding aangevraagd, strekkende tot schorsing van de besluiten van De Tjongerschans van 17 maart 2010 en 31 maart 2010.
1.14. Het werkinhoudelijk functioneren van [werknemer] is goed.
Het standpunt van [werknemer]
2.1 [werknemer] stelt dat de vervelende affaire die hem in privé heeft getroffen geen enkele afbreuk doet aan de uitstekende prestaties van [werknemer] als ziekenhuisbestuurder. De Raad van Toezicht heeft mede blijkens de brief van 11 november 2009 besloten en toegezegd het oordeel van de strafrechter af te wachten. De feitelijke gronden die de Raad van Toezicht in de brief van 19 maart 2010 heeft aangevoerd voor de op non-actiefstelling en het voorgenomen ontslag zijn onjuist. [werknemer] heeft toegezegd de Raad van Toezicht op de hoogte te houden van belangrijke ontwikkelingen binnen zijn strafzaak, hetgeen hij ook heeft gedaan. Over de elektronische detentie van [partner] heeft [werknemer] openlijk gecommuniceerd, onder andere met Lekkerkerker van de Raad van Toezicht. [werknemer] is vervolgens op 19 maart 2010 volkomen onterecht en onverwacht door de Raad van Toezicht met onmiddellijke ingang op non-actief gesteld en vervolgens onder toeziend oog van de bewaking gedwongen het ziekenhuis te verlaten.
Voorts heeft [werknemer] aangevoerd dat de door de Raad van Toezicht genomen besluiten vernietigbaar zijn.
2.2. Met betrekking tot de vordering sub 2. heeft [werknemer] gesteld dat de Raad van Toezicht een persverklaring heeft afgelegd en een publicatie op het Intranet van het ziekenhuis heeft geplaatst. Dit heeft tot de publiciteit geleid die [werknemer] en het ziekenhuis veel schade berokkent.
Het standpunt van De Tjongerschans
3. De Tjongerschans heeft aangevoerd dat [werknemer] de Raad van Toezicht achtergrondinformatie heeft onthouden over zijn relatie met [partner]. [werknemer] moet hebben geweten dat die relatie een risicofactor in zich borg op negatieve publiciteit die af zou kunnen stralen op de functie van bestuurder van het ziekenhuis. Dat miskennen leidt tot de conclusie dat het [werknemer] op dit punt schort aan beoordelingsvermogen. [werknemer] heeft de onvoorwaardelijke toezegging gedaan de Raad van Toezicht steeds tijdig vooraf van relevante ontwikkelingen op de hoogte te zullen stellen. In de confraternele correspondentie tussen de toenmalige gemachtigde van [werknemer] en de gemachtigde van het ziekenhuis heeft [werknemer] met name de voorwaarden 1, 2, 4 en 5 uit de bijlage bij de brief van 5 maart 2008 integraal aanvaard. [werknemer] heeft de gemaakte afspraken geschonden. Op grond daarvan heeft De Raad van Toezicht [werknemer] op 19 maart 2010 op non-actief gesteld en op 31 maart 2010 ontheven uit zijn functie als statutair bestuurder. De dubbele rechtsbetrekking die een statutair bestuurder van een stichting heeft, namelijk de arbeidsrechtelijke en de rechtspersoonlijke, verzet zich ertegen dat de vorderingen van [werknemer] (kunnen) worden toegewezen. Met betrekking tot de door [werknemer] gevorderde publicatie heeft De Tjongerschans opgemerkt dat de kantonrechter de Raad van Toezicht niet kan opdragen "welgemeende verontschuldigingen aan te bieden".
De beoordeling
4.1. Gelijk De Tjongerschans heeft aangevoerd bestaat de rechtsbetrekking tussen De Tjongerschans en [werknemer] uit een rechtspersoonlijke en uit een arbeidsrechtelijke component. Met betrekking tot de rechtspersoonlijke rechtbetrekking komt de kantonrechter geen bevoegdheden toe, zodat de kantonrechter daarover niet kan oordelen en beslissen. Ten aanzien van de arbeidsrechtelijke rechtsbetrekking heeft de kantonrechter bij beschikking van heden geoordeeld dat er op dit moment geen aanleiding bestaat daaraan een einde te maken. Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst tussen De Tjongerschans en [werknemer] blijft bestaan. Hoewel beide componenten met elkaar zijn verweven, ziet de kantonrechter in het besluit van de Raad van Toezicht om [werknemer] te ontslaan als statutair bestuurder geen aanleiding om [werknemer] niet toe te laten tot het verrichten van zijn werkzaamheden als directeur van het ziekenhuis. [werknemer] heeft aangegeven in rechte de geldigheid van de besluiten van de Raad van Toezicht te zullen aanvechten. De kantonrechter acht het niet wenselijk dat [werknemer] zolang op non-actief gesteld blijft.
4.2. Dit brengt met zich mee dat de door [werknemer] gevorderde wedertewerkstelling zal worden toegewezen. Wel dient daarbij de termijn van één week na betekening van dit vonnis in acht te worden genomen.
4.3. De door [werknemer] gevorderde dwangsom zal daarbij worden gesteld op een bedrag van € 10.000,-- per dag dat De Tjongerschans hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 100.000,--.
5.1. Ten aanzien van de door [werknemer] gevorderde publicatie heeft De Tjongerschans, behoudens voormelde opmerking, geen verweer gevoerd. De kantonrechter zal de gevorderde publicatie dan ook toewijzen, met dien verstande dat - nu De Tjongerschans in een eerder stadium enkel een perscommuniqué heeft uitgegeven en gelet op de reeds bestaande media-aandacht - volstaan zal worden met de verplichting om een perspublicatie aan het ANP te zenden. Daarnaast dient De Tjongerschans zorg te dragen voor een publicatie op het Intranet van het ziekenhuis. De inhoud daarvan dient recht te doen aan de feitelijke situatie. De tekst van die publicatie zal dienen te luiden:
"De kantonrechter te Heerenveen heeft het verzoek van De Tjongerschans om de arbeidsovereenkomst met [werknemer] te ontbinden afgewezen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de door De Tjongerschans aangevoerde omstandigheden de ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet rechtvaardigen. Tevens heeft de kantonrechter geoordeeld dat De Tjongerschans [werknemer] binnen een week zijn functie als directeur van het ziekenhuis moet laten hervatten.".
5.2. De kantonrechter zal hieraan een dwangsom verbinden van € 2.500,-- per dag met een maximum van € 25.000,--.
6. De Tjongerschans zal als de in het ongelijk te stellen partij worden verwezen in de proceskosten.
Beslissing
De kantonrechter:
Rechtdoende in kort geding
veroordeelt De Tjongerschans om [werknemer] binnen één week na betekening van dit vonnis weder te werk te stellen in zijn functie als directeur van (Stichting) Ziekenhuis De Tjongerschans, [werknemer] toe te laten tot diens werkzaamheden en hem vrije toegang tot dit ziekenhuis te geven, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,-- per dag of gedeelte daarvan dat De Tjongerschans in strijd handelt met deze veroordeling;
verbindt aan de aldus te verbeuren dwangsommen een maximum van € 100.000,--;
veroordeelt De Tjongerschans om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis een persverklaring aan het ANP te zenden en een publicatie op Intranet van het ziekenhuis te plaatsen, telkens onder gelijktijdige inzending van een afschrift daarvan aan de advocaat van [werknemer], waarvan de tekst als volgt luidt:
"De kantonrechter te Heerenveen heeft het verzoek van De Tjongerschans om de arbeidsovereenkomst met [werknemer] te ontbinden afgewezen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de door De Tjongerschans aangevoerde omstandigheden de ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet rechtvaardigen. Tevens heeft de kantonrechter geoordeeld dat De Tjongerschans [werknemer] binnen een week zijn functie als directeur van het ziekenhuis moet laten hervatten.", zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,-- per dag of gedeelte daarvan dat De Tjongerschans hiermee in gebreke blijft;
verbindt aan de aldus te verbeuren dwangsommen een maximum van € 25.000,--;
veroordeelt De Tjongerschans in de kosten van dit geding, tot op heden aan de zijde van [werknemer] begroot op € 400,-- wegens salaris en € 198,93 aan verschotten;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. R. Giltay, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 mei 2010 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 41