ECLI:NL:RBLEE:2010:BM2152
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter wegens vermeende vooringenomenheid in strafzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Leeuwarden op 13 april 2010 een wrakingsverzoek behandeld van een verdachte, die zich niet kon vinden in de onpartijdigheid van de rechter, mr. [X]. De verzoeker, die gedetineerd was in P.I. Noord, stelde dat mr. [X] bevooroordeeld was, omdat zij eerder betrokken was bij veroordelingen van hem, die later door het gerechtshof waren vernietigd. Daarnaast verwees hij naar een uitzending van het televisieprogramma Netwerk, waarin mr. [X] zich had uitgelaten over de rechtsgang, wat volgens de verzoeker zijn vrees voor een eerlijk proces versterkte.
Tijdens de zitting van de wrakingskamer op dezelfde dag, werd het wrakingsverzoek toegelicht door de verzoeker en zijn raadsman, mr. H.C.L. Crozier. Mr. [X] verdedigde zich door te stellen dat haar eerdere betrokkenheid bij zaken tegen de verzoeker niet betekende dat zij niet onbevooroordeeld zou zijn in de huidige zaak. De officier van justitie, mr. H.J. Mous, steunde de afwijzing van het wrakingsverzoek, stellende dat eerdere veroordelingen geen grond voor wraking opleveren.
De wrakingskamer oordeelde dat de verzoeker niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn claims van vooringenomenheid. De rechtbank benadrukte dat een rechter geacht wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De wrakingskamer concludeerde dat de door verzoeker aangevoerde gronden niet voldoende waren om aan te nemen dat mr. [X] vooringenomen was. Het wrakingsverzoek werd dan ook afgewezen, en de rechtbank besloot tot onverwijlde mededeling van deze uitspraak aan alle betrokken partijen.