1.2 Eiseres is op 10 juli 2002 een samenwerkingsovereenkomst aangegaan met de in [A] gevestigde hogescholen: [X], stichting [Y] en de rechtspersoonlijkheid bezittende [Z] gezamenlijk: hogescholen). Blijkens de considerans van deze samenwerkingsovereenkomst hebben de hogescholen met het oog op de huisvesting van internationale studenten een vrijwel permanente behoefte aan adequate woonvoorzieningen tegen betaalbare huurprijzen. Tevens is in die considerans verwoord dat eiseres bereid en in staat is om, in nauwe samenwerking met de hogescholen, zorg te dragen voor de oplevering van een project van 300 studentenkamers met bijbehorende voorzieningen, alsmede voor de aansluitende verhuur van de wooneenheden aan, hoofdzakelijk, bij de hogescholen ingeschreven internationale studenten (het project) en dat de hogescholen bereid zijn de uitvoering van dit project in handen te geven van eiseres.
Eiseres is met de hogescholen overeengekomen dat zij jegens de hogescholen een inspanningsverplichting op zich neemt om zorg te dragen voor de oplevering van 300 wooneenheden voor de huisvesting van internationale studenten op de locatie [b-straat] te [A] op of omstreeks 1 september 2002. Eiseres zal deze wooneenheden vervolgens beschikbaar houden voor en gaan verhuren aan bij de hogescholen ingeschreven internationale studenten op basis van door de hogescholen daartoe aan eiseres te verstrekken gegevens. Wanneer de oplevering van de studentenkamers vertraging oploopt, zal woonbedrijf [Q] (een onderdeel van eiseres) bemiddelen in het realiseren van tijdelijke huisvesting elders.
De jaarlijks te indexeren huurprijs van een wooneenheid bedraagt € 317 per maand, prijspeil september 2002. Uitgaande van een exploitatietermijn van zeven jaar, garanderen de hogescholen gedurende de eerste drie jaren, gerekend vanaf de gemiddelde opleveringsdatum, een bezetting van 100 procent. Verder spreken de hogescholen de intentie uit aan het begin van het derde jaar aan eiseres zekerheid te bieden inzake de te garanderen bezetting en het daarmee samenhangende exploitatieresultaat van de wooneenheden voor de resterende vier jaren.
De hogescholen zullen in het exploitatietekort van het project gezamenlijk een bijdrage voor hun rekening nemen van € 350.000, welke bijdrage per hogeschool wordt bepaald op basis van de door hen verrichte inkoop en afname van kamers. De verdeelsleutel voor het eerste exploitatiejaar wordt bepaald op basis van [X]: 170/795, [Z]: 50/795 en [Y]: 575/795. Deze bijdrage wordt betaalbaar gesteld op 1 september 2002 of -zulks ter keuze van de hogescholen- in zeven jaarlijkse termijnen van € 50.000, die telkens op 1 september vervallen. Tot slot hebben de bij het project betrokken partijen jegens elkaar de intentie uitgesproken om hun toekomstige samenwerking op het gebied van de studentenhuisvesting binnen een half jaar vast te leggen in een convenant, waarin in ieder geval geregeld zal worden dat en onder welke voorwaarden de hogescholen de productie, de exploitatie en het beheer van de gehele studentenhuisvesting ten behoeve van hun studenten in [A] toevertrouwen aan eiseres.
1.3 Op 25 november 2003 zijn de hogescholen met eiseres een overbruggingsovereenkomst inzake huisvesting internationale studenten aangegaan waarin onder meer is afgesproken dat eiseres vanaf 1 augustus 2003 441 kamers reserveert ten behoeve van de huisvesting van internationale studenten die staan ingeschreven bij de hogescholen voor de periode 1 september 2003 tot en met 30 juni 2004, als volgt onderverdeeld:
- [X]: 101 kamers;
- [Z]: 35 kamers;
- [Y]: 305 kamers (per 1 oktober 2003 bijgesteld tot 240 kamers).
De hogescholen staan garant voor de huurbetaling van de gereserveerde contingenten gedurende deze periode en betalen bij leegstand van een kamer een gemiddelde huurprijs van € 300 per maand. De gereserveerde kamers worden verhuurd aan buitenlandse studenten vanaf 1 september 2003 (of zoveel eerder als zij aankomen) op basis van het zogenaamde short-staycontract, dat wordt afgesloten voor de duur van één jaar. De huurprijs is inclusief de inrichting, de servicekosten (zoals kabel-tv) en de bijkomende nutsvoorzieningen, maar exclusief eventuele schoonmaakkosten. Voor internetaansluitingen zal een aangepast aanbod per complex worden gedaan.
1.4 Verweerder heeft eiseres in zijn brief van 26 oktober 2005 eiseres bevestigd dat de verhuur van de wooneenheden kan worden belast tegen het verlaagde omzetbelastingtarief.
1.5 Op de website van een van de betrokken hogescholen staat (op 7 augustus 2007) vermeld:
"Housing
The [Y] provides fully furnished accommodation for international students, especially for freshman in their first year at [Y]. Students are adviced to apply for a place well in advance. (…)"
Verder staat op de site van die hogeschool (op 14 augustus 2007) vermeld:
"Attention Non-EU student:
Because of Dutch immigration laws international students coming from non-European countries (non-EU residents) are obliged to have a permanent address/residence (woonadres) the moment they arrive in The Netherlands
For this reason [Y] an other universities in [A] made an arrangement with the private housing company 'Housing Office Friesland' (this means that these facilities are not property of the [Y]) to provide furnished accommodation for international students during their first year in [A].
After finishing this obligatory first year contract students are free to find another room to live in the city of [A]. (…)"
1.6 De huurprijs per kamer van € 317 per maand is marktconform.
1.7 De hogescholen hebben belang bij een zeker aantal ingeschreven buitenlandse studenten, onder andere omdat dat goed is voor het prestige van de hogescholen. Om met succes buitenlandse studenten te interesseren voor een studie aan een van de betrokken hogescholen, is het noodzakelijk dat er voldoende huisvesting beschikbaar is.
1.8 Eiseres heeft aan de hogescholen in het kader van de uitvoering van het project in 2006 een bedrag van € 387.893 in rekening gebracht als "vergoeding leegstand" en in 2004 een bedrag van € 100.000 als "vergoeding exploitatietekort". Deze bedragen zijn zonder vermelding van omzetbelasting in rekening gebracht en eiseres heeft evenmin van deze bedragen omzetbelasting op aangifte voldaan. Verweerder heeft de naar zijn opvatting in deze bedragen begrepen omzetbelasting ter grootte van € 61.932 respectievelijk € 15.966 nageheven. Om de tussen partijen bestaande onzekerheid te beëindigen ten aanzien van de momenten waarop de omzetbelasting verschuldigd is geworden, hebben partijen daarover tijdens een bespreking op 21 juni 2007 de volgende afspraak gemaakt, die is vastgelegd in een brief van verweerder van 26 juni 2007:
'- In overleg met u hebben wij de beheervergoedingen, door u genoemd "vergoedingen inzake exploitatietekorten", toegerekend aan het jaar waarin deze werden gefactureerd. In casu aan het jaar 2004.
- Eveneens in overleg met u rekenen wij de beheervergoedingen, door u genoemd "vergoedingen inzake leegstand", toe aan het jaar 2006.
(…)
Met de correcties (€ 77.898,32) zoals door ons besproken d.d. 21 juni 2007 heeft u een voorbehoud gemaakt, omdat u deze wilt bespreken met uw adviseur.' Voor de berekening van heffingsrente is conform deze afspraak aangesloten bij de vermelde jaren.
1.9 Verweerder heeft de uitspraak op het bezwaarschrift per abuis niet naar de gemachtigde, maar naar een nevenvestiging van eiseres verzonden. Nadat eiseres' gemachtigde in de loop van december 2007 navraag heeft gedaan naar het uitblijven van de uitspraak, heeft verweerder op 11 januari 2008 een afschrift van de op 16 november 2007 gedateerde uitspraak op het bezwaarschrift aan de gemachtigde verzonden. Verweerder heeft in zijn begeleidend schrijven medegedeeld dat de beroepstermijn pas begint te lopen vanaf het moment dat de uitspraak op het bezwaarschrift op een juiste wijze is bekendgemaakt.