ECLI:NL:RBLEE:2010:BL7138

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
10 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
101272 / KG ZA 09-392
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over terugbetaling geldlening en opheffing beslag tussen Eurocommerce en Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI

In deze zaak, die op 10 maart 2010 door de Rechtbank Leeuwarden is behandeld, vorderde Eurocommerce Projectontwikkeling B.V. in kort geding dat Aefides Beheer B.V. en Aefides Vastgoed XVI C.V. hoofdelijk zouden worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 2.922.447,62, vermeerderd met rente. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst van geldlening van € 2.500.000,00, die door Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI niet was nagekomen. Eurocommerce had conservatoir beslag gelegd op de tegoeden van Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI, maar de gedaagden voerden verweer en stelden dat er geen spoedeisend belang was voor Eurocommerce om de vordering in kort geding te doen. De voorzieningenrechter oordeelde dat Eurocommerce onvoldoende spoedeisend belang had aangetoond en dat de vordering tot betaling van de geldlening niet aannemelijk was. De rechtbank wees de vordering van Eurocommerce af en oordeelde dat de conservatoire beslagen niet opgeheven hoefden te worden, omdat Eurocommerce een zwaarwegend belang had bij handhaving van de beslagen. De kosten van het geding werden toegewezen aan Eurocommerce, die als in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 101272 / KG ZA 09-392
Vonnis in kort geding van 10 maart 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap
EUROCOMMERCE PROJECTONTWIKKELING B.V.,
gevestigd te Deventer,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. B.J.M. van Meer, kantoorhoudende te Arnhem,
tegen
1. de besloten vennootschap
AEFIDES BEHEER B.V.,
gevestigd te Groningen,
2. de commanditaire vennootschap
AEFIDES VASTGOED XVI C.V.,
gevestigd te Groningen,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. A.J. Klok, kantoorhoudende te Roden.
Partijen zullen hierna Eurocommerce en Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de pleitnota van Eurocommerce
- de reconventionele eis
- de pleitnota van Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI
- de mondelinge behandeling.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Eurocommerce en Aefides B.V. hebben op 23 april 2008 een koopovereenkomst gesloten, terzake de verkoop door Eurocommerce aan Aefides B.V. van de navolgende onroerende zaken:
- het kantoorpand met toebehoren genaamd De Burcht en De Veste te Arnhem (in de koopovereenkomst aangeduid als: Verkochte A) voor een koopsom van € 15.100.000,00;
- het kantoorpand met toebehoren genaamd Gemini A en B te Amersfoort (in de koopovereenkomst aangeduid als: Verkochte B) voor een koopsom van € 19.300.000,00;
- het kantoorpand met toebehoren genaamd de Nieuwe Poort I te Deventer (in de koopovereenkomst aangeduid als: Verkochte C) voor een koopsom van € 9.500.000,00.
In de koopovereenkomst is bepaald dat deze is aangegaan door Aefides B.V. of een nader te noemen meester.
2.2. In de hiervoor bedoelde koopovereenkomst is onder meer bepaald:
[…]
Huurovereenkomsten
Artikel 17
Verkoper garandeert nog het volgende:
1. Het Verkochte is heden (deels) verhuurd. […]
2. De Huurovereenkomsten zijn vastgelegd in onderhandse akten. De onderhandse akten waarin de huurovereenkomsten zijn neergelegd, bevatten de volledige rechtsverhouding tussen verhuurder en de huurders. Buiten de huurovereenkomsten om zijn geen voor verhuurder nadelige afspraken met de huurders gemaakt. […]
2.3. Bij akte van 27 juni 2008 is de stichting Stichting Bewaarder Juridische Eigendom Aefides Vastgoed XVI en Aefides Vastgoed XVI aangemerkt als koper van het kantoorpand de Nieuwe Poort I (het Verkochte C). Bij die akte is tevens de eigendom van dat kantoorpand overgedragen, waarbij de stichting Stichting Bewaarder Juridische Eigendom Aefides Vastgoed XVI aangemerkt is als juridisch eigenaar en Aefides XVI als economisch eigenaar. In de akte is vermeld dat de koopsom van € 9.500.000,00 volledig door koper is voldaan. Een bedrag van € 2.500.000,00 is echter feitelijk niet aan Eurocommerce ter beschikking gesteld. Ten aanzien van dat bedrag is in een notariële akte van 27 juni 2008 - waarbij Eurocommerce optreedt als schuldeiser en Aefides B.V. en Aefides Beheer welke handelt als beherend vennoot van Aefides Vastgoed XVI als schuldenaar - onder meer het volgende vermeld:
GELDLENING
De schuldenaar erkent hoofdelijk schuldig aan de schuldeiser, die deze schuldbekentenis aanneemt, een bedrag groot twee miljoen vijfhonderdduizend euro (€ 2.500.000,00), hierna te noemen "de hoofdsom".
Voor deze geldlening gelden de navolgende bepalingen en bedingen:
1. Looptijd
De geldlening is - tenzij deze wordt verlengd - verstrekt voor een tijdsduur, die eindigt op één oktober tweeduizend acht.
2. Rente
Vanaf heden is over de hoofdsom respectievelijk het restant daarvan een rente verschuldigd berekend naar zeven procent (7%) per jaar, te voldoen op één oktober tweeduizend acht, over het sedert heden verstreken tijdvak.
[…]
5. Opeisbaarheid
De hoofdsom is direct opeisbaar en dient met de lopende en de eventueel achterstallige rente en met drie maanden extra rente te worden terugbetaald:
a. bij niet nakoming door de schuldenaar van enige verplichting uit deze overeenkomst van geldlening indien niet binnen acht dagen na ingebrekestelling de betrokken verplichting alsnog is nagekomen;
[…]
2.4. Eurocommerce heeft vóór het sluiten van de onder 2.1 bedoelde koopovereenkomst met huurders van de Nieuwe Poort I aanvullende afspraken gemaakt - waarbij zogenoemde incentives zijn verstrekt - welke afspraken zijn neergelegd in side letters, welke voorafgaande aan het sluiten van de onder 2.1 bedoelde koopovereenkomst niet ter inzage en ter goedkeuring aan Aefides B.V. zijn voorgelegd.
Het betreft onder meer de volgende incentives:
- bijdrage opleveringsniveau van € 160.000,00;
- het verrichten van werkzaamheden door Eurocommerce aan het kantoorpand;
- huisvestingsbijdrage van € 500.000,00;
- verhuisbijdrage van € 75.000,00;
- retournering, te weten een onderhuurgarantie voor een zelfstandig gedeelte van het gehuurde tot maximaal 300 m2;
- het ter beschikking stellen van tien fietsen.
2.5. Aefides Vastgoed XVI heeft in meerdere brieven - voor het eerst bij brief van 15 oktober 2009 - de onder 2.1 bedoelde koopovereenkomst buitengerechtelijk vernietigd wegens dwaling op grond van de hiervoor onder 2.4 bedoelde, door Eurocommerce met huurders van de Nieuwe Poort I gemaakte aanvullende afspraken. Bij brief van 2 december 2009 is de onder 2.1 bedoelde koopovereenkomst ook namens Aefides Beheer B.V. buitengerechtelijk vernietigd. Daarbij is aangegeven dat voor zover Eurocommerce niet in die vernietiging zou berusten, Aefides Vastgoed XVI en Aefides Beheer de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbinden. Zij hebben tevens aangegeven dat zij hun betalingsverplichting uit hoofde van de onder 2.3 bedoelde overeenkomst van geldlening
- hierna: de overeenkomst van geldlening - opschorten.
2.6. Eurocommerce heeft in verband met de betalingsverplichting van Aefides Vastgoed XVI en Aefides Beheer uit hoofde van de overeenkomst van geldlening in november 2009 en in januari 2010 ten laste van zowel Aefides Beheer als van Aefides Vastgoed XVI conservatoir beslag gelegd onder een aantal derden, waaronder Steens Beheer B.V. te Schiedam. Laatstgenoemde heeft in een verklaring derdenbeslag onder meer verklaard dat er tussen haar en Aefides Beheer een rechtsverhouding bestaat - en wel een overeenkomst van opdracht - uit hoofde waarvan Aefides Beheer op de datum waarop het beslag is gelegd nog iets van ondergetekende had te vorderen, heeft te vorderen of nog te vorderen zal krijgen. In een daaraan gehechte bijlage is onder meer vermeld:
Saldi Aefides per heden (23-11)
[…]
Aefides Vastgoed IX Den Helder
Haarlem 20.158,42
Aefides Vastgoed XIX Coltbaan 7.181,27
[…]
Aefides Vastgoed XII Dynamostraat 27.569,73
2.7. Ten aanzien van het Verkochte A en het Verkochte B is geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een andere koper aan te wijzen. Nadat Aefides B.V. - de koper - bij vonnis van 4 augustus 2009 in staat van faillissement was verklaard, heeft de curator Eurocommerce medegedeeld dat de boedel geen belang heeft bij afname van de panden. Eurocommerce heeft de onder 2.1 bedoelde koopovereenkomst vervolgens bij brief van 30 oktober 2009 gedeeltelijk ontbonden, te weten voor zover deze koopovereenkomst betrekking heeft op het Verkochte A en het Verkochte B.
2.8. Aefides B.V. heeft op 23 april 2008 eveneens van Eurocommerce gekocht een appartementsrecht en zakelijk recht van opstal ten aanzien van bedrijfsruimten, door hen genaamd: de Nieuwe Poort II. In deze koopovereenkomst is onder meer vermeld:
[…]
In aanmerking nemende:
[…]
c. Tussen Verkoper, Eurocommerce Beleggingen B.V. en Koper is een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot de Nieuwe Poort I te Deventer en panden in Arnhem en Amersfoort, wanneer die overeenkomst wordt ontbonden of vernietigd kan naar keuze van Koper deze overeenkomst worden ontbonden en vice versa.
2.9. De juridische eigendom van de Nieuwe Poort II is bij akte van 27 februari 2009 geleverd aan de stichting Stichting Bewaarder Juridische Eigendom Aefides Vastgoed XVIII. De economische eigendom van de Nieuwe Poort II is geleverd aan Aefides Vastgoed XVIII C.V.
2.10. In onderling overleg hebben partijen nadien de koopovereenkomst ten aanzien van de Nieuwe Poort II ontbonden, waarna teruglevering van het verkochte heeft plaatsgevonden.
2.11. Eurocommerce heeft niet berust in de buitengerechtelijke vernietiging van de onder 2.1 bedoelde koopovereenkomst.
3. Het geschil in conventie
3.1. Eurocommerce vordert dat de voorzieningenrechter, bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI hoofdelijk, des dat de één betalende de ander tot het betaalde gedeelte zal zijn gekweten, te veroordelen om binnen 2 dagen na dit vonnis aan Eurocommerce te voldoen een bedrag van € 2.922.447,62 + PM te vermeerderen met de contractuele rente van 7% en de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a Burgerlijk Wetboek vanaf 27 januari 2010 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente over voornoemde kosten vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis.
3.2. Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil in reconventie
4.1. Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XIV vorderen, dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
I. Eurocommerce veroordeelt om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis alle zijdens haar ten laste van Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI gelegde beslagen op te heffen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per dag dan wel dagdeel dat Eurocommerce daartoe nalatig blijft, zulks zonder maximum;
subsidiair:
II. Eurocommerce gebiedt om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis over te gaan tot de mededeling aan de derdebeslagene Steens Beheer B.V., dat de gelden die zich onder laatstgenoemde bevinden en toekomen aan Aefides Vastgoed IX C.V., Aefides Vastgoed XII C.V. en Aefides Vastgoed XIX C.V. bevrijdend aan laatstgenoemde C.V.'s kunnen worden betaald, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per dag dan wel dagdeel dat Eurocommerce daartoe nalatig blijkt, zulks zonder maximum;
primair en subsidiair:
III. Eurocommerce veroordeelt in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente over voornoemde kosten wanneer deze niet binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis zijn betaald.
4.2. Eurocommerce voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. Het geschil en de beoordeling daarvan
In conventie en in reconventie
5.1. De vordering van Eurocommerce strekt tot nakoming van de overeenkomst van geldlening, te weten betaling door Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI van een bedrag van € 2.500.000,00, vermeerderd met (contractuele) rente.
5.2. Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI hebben hiertegen aangevoerd dat Eurocommerce toerekenbaar tekortgeschoten is in haar verplichtingen uit hoofde van de onder 2.1 bedoelde koopovereenkomst. Eurocommerce heeft vóór het sluiten van die koopovereenkomst met huurders van de Nieuwe Poort I aanvullende afspraken gemaakt
- waarbij incentives zijn verstrekt - welke afspraken zijn neergelegd in side letters die voorafgaande aan het sluiten van de onder 2.1 bedoelde koopovereenkomst niet ter inzage en ter goedkeuring aan Aefides B.V. zijn voorgelegd. Eurocommerce heeft hiermee in strijd gehandeld met artikel 17 lid 2 van de onder 2.1 bedoelde koopovereenkomst. Aefides B.V. heeft zich aldus geen juist beeld kunnen vormen van de juiste beleggingswaarde van de panden. De waarde van de Nieuwe Poort I was ten gevolge van de verstrekte incentives aanzienlijk lager dan de overeengekomen koopsom. Volgens Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI hebben zij de onder 2.1 bedoelde koopovereenkomst (althans voor zover deze betrekking heeft op de Nieuwe Poort I) dan ook op juiste gronden buitengerechtelijk vernietigd op grond van dwaling c.q. buitengerechtelijk ontbonden wegens tekortschieten door Eurocommerce. Omdat de overeenkomst van geldlening is aangegaan ten behoeve van de gedeeltelijke financiering - te weten tot een bedrag van € 2.500.000,00 - van de aankoop van de Nieuwe Poort I , wordt deze overeenkomst van geldlening door de ontbinding van de onder 2.1. bedoelde koopovereenkomst "geraakt", aldus Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI. Als gevolg van de ontbinding van de onder 2.1 bedoelde koopovereenkomst ter zake van de Nieuwe Poort I ontstaat een terugbetalingsverplichting aan de zijde van Eurocommerce ter hoogte van een bedrag van € 9.500.000,00, waaronder het in de overeenkomst van geldlening genoemde bedrag van € 2.500.000,00. Bovendien hebben Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI aangevoerd dat contractueel de mogelijkheid bestaat om de koopovereenkomst ter zake van Nieuwe Poort I te ontbinden en wel op grond van hetgeen in de koopovereenkomst van 23 april 2008 ten aanzien van Nieuwe Poort II is bepaald (zoals in rechtsoverweging 2.8 is weergegeven). Omdat de koopovereenkomst ter zake van de Nieuwe Poort II is ontbonden, heeft Aefides Vastgoed XVI als gevolmachtigde van Aefides B.V. de koopovereenkomst ter zake van de Nieuwe Poort I eveneens ontbonden, aldus nog steeds Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI.
5.3. Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI beroepen zich ten aanzien van hun verplichting tot nakoming van de overeenkomst van geldlening op opschorting c.q. verrekening ter zake van de als gevolg van de ontbinding/vernietiging van de koopovereenkomst ter zake van Nieuwe Poort I ontstane ongedaanmakingsverbintenis. Op grond van het voorgaande dient de vordering van Eurocommerce strekkende tot betaling van een bedrag van € 2.500.000,00 volgens Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI te worden afgewezen - ook reeds vanwege het ontbreken van een spoedeisend belang aan de zijde van Eurocommerce - en vorderen zij in reconventie (primair) opheffing van alle door Eurocommerce ten laste van hen gelegde conservatoire derdenbeslagen. De voorzieningenrechter overweegt hieromtrent als volgt.
5.4. De in conventie gevorderde voorziening strekt tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een dergelijke vordering in kort geding is slechts dan plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling bij afweging van de belangen van partijen - aan toewijzing niet in de weg staat.
5.5. In de dagvaarding heeft Eurocommerce volstaan met de stelling dat er sprake is van een spoedeisend belang omdat uit de stellingen van de dagvaarding blijkt dat de vordering van Eurocommerce voldoende aannemelijk is en dat er van een restitutierisico geen sprake is. Eurocommerce miskent hiermee naar het oordeel van de voorzieningenrechter dat de vraag of sprake is van voldoende spoedeisend belang een zelfstandig vereiste is, dat los van het al dan niet aannemelijk zijn van de vordering behoort te worden onderzocht (zie onder meer: gerechtshof Leeuwarden, 23 september 2008, LJN: BF3562). Ter zitting heeft Eurocommerce desgevraagd aan het voorgaande slechts toegevoegd dat zij gelet op haar eigen organisatie thans belang heeft bij betaling, dat het bedrag van € 2.500.000,00 al enige tijd opeisbaar is en dat zij thans - ongewild - als een soort bank optreedt. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is hiermee echter onvoldoende van een spoedeisend belang aan de zijde van Eurocommerce gebleken, zodat de conventionele vordering reeds op deze grond afstuit. Ook indien Eurocommerce wél een spoedeisend belang zou hebben gehad bij haar vordering, zou deze echter op grond van hetgeen hierna in het kader van de beoordeling van de reconventionele vordering zal worden overwogen, toch niet toewijsbaar zijn geacht.
5.6. In reconventie strekt de vordering van Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI primair tot opheffing van alle door Eurocommerce ten laste van hen gelegde conservatoire derdenbeslagen.
5.7. Volgens artikel 705 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dient het beslag te worden opgeheven indien summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht blijkt. Dit brengt mee dat het in de eerste plaats op de weg ligt van degene die de opheffing vordert om met inachtneming van de beperkingen van de kort-geding-procedure aannemelijk te maken dat de door de beslaglegger gepretendeerde vordering ondeugdelijk is. De rechter zal evenwel hebben te beslissen aan de hand van wat door beide partijen naar voren is gebracht en summierlijk met bewijsmateriaal onderbouwd.
Die beoordeling kan niet geschieden los van de in een zodanig geval vereiste afweging van de wederzijdse belangen. Een conservatoir beslag strekt er naar zijn aard toe te waarborgen dat, zo een vooralsnog niet vaststaande vordering in de bodemprocedure wordt toegewezen, verhaal mogelijk zal zijn, terwijl de beslaglegger bij afwijzing van de vordering zal kunnen worden aangesproken voor de door het beslag ontstane schade. Ook ingeval van een vooralsnog geheel onbewezen vordering is de rechter bevoegd een conservatoir beslag - na belangenafweging - te handhaven (Hoge Raad 25 november 2005, NJ 2006, 148).
5.8. De voorzieningenrechter stelt voorop dat de overeenkomst van geldlening níet buitengerechtelijk is ontbonden of vernietigd. Indien het naar voorlopig oordeel al zou zijn dat een ontbinding c.q. vernietiging van de onder 2.1. bedoelde koopovereenkomst ter zake van Nieuwe Poort I, de overeenkomst van geldlening "raakt" in de door Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI bedoelde zin, wordt het navolgende overwogen.
5.9. Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI hebben gesteld dat Aefides B.V. - namens wie zij gevolmachtigd zijn om de onder 2.1. bedoelde koopovereenkomst te ontbinden - contractueel gerechtigd is om de onder 2.1. bedoelde overeenkomst te ontbinden gelet op het bepaalde in de koopovereenkomst ter zake van de Nieuwe Poort II, alsmede gelet op de omstandigheid dat de koopovereenkomst ter zake van de Nieuwe Poort II inmiddels (in onderling overleg) is ontbonden. Eurocommerce heeft ter zitting aangegeven dat deze bepaling niet op de onderhavige situatie betrekking heeft. Het debat tussen partijen hieromtrent is ter gelegenheid van het onderhavige kort geding naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende uitgekristalliseerd om vooruit te lopen op een beoordeling hiervan in een eventuele bodemprocedure. In het kader van dit kort geding is het derhalve onduidelijk of Aefides B.V. gelet op de ontbinding van de koopovereenkomst ter zake van de Nieuwe Poort II contractueel gerechtigd is om de onder 2.1. bedoelde overeenkomst te ontbinden.
5.10. Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI hebben voorts gesteld dat zij de onder 2.1 bedoelde koopovereenkomst op juiste gronden hebben ontbonden/vernietigd gelet op de door Eurocommerce in side letters met huurders gemaakte afspraken - waarbij door Eurocommerce incentives zijn verstrekt - welke afspraken volgens Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI voor hen nadelige afspraken betreffen, zoals in artikel 17 van de onder 2.1 genoemde koopovereenkomst bedoeld. Eurocommerce heeft deze stelling betwist. Eurocommerce heeft er daarbij op gewezen dat de huurders - ondanks deze verstrekte incentives - gehouden blijven aan de diverse huurovereenkomsten en dat zij gedurende de huurperiode de volle huur dienen te betalen aan de verhuurder. Gelet op het door Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI overgelegde artikel van C. Arnouts, gepubliceerd in Vastgoedmarkt, 31 januari 2010, alsmede de door mr. Schuurmans namens Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI ter zitting gegeven voorbeelden, valt naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet op voorhand uit te sluiten dat de in de side letters gemaakte afspraken voor Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI nadelige afspraken betreffen, zoals in artikel 17 van de sub 2.1 genoemde koopovereenkomst bedoeld. Gelet op het debat hierover tussen partijen is in het kader van dit kort geding echter onvoldoende duidelijk of deze afspraken inderdaad nadelige afspraken betreffen, zoals in artikel 17 van de sub 2.1 genoemde koopovereenkomst bedoeld en of de onder 2.1. bedoelde overeenkomst dan ook op juiste gronden buitengerechtelijk is ontbonden/vernietigd. Bij de beantwoording van de vraag naar de mogelijkheid van vernietiging is tevens relevant dat Eurocommerce heeft aangegeven bereid te zijn het eventuele nadeel als gevolg van de dwaling op te heffen in de zin van artikel 6:230 lid 1 BW.
5.11. De voorzieningenrechter constateert voorts dat de diverse overeenkomsten telkens (deels) tussen andere partijen zijn gesloten, hetgeen de nodige juridische consequenties kan hebben. Zo is Aefides Vastgoed XVI wél schuldenaar uit hoofde van de overeenkomst van geldlening maar is zij géén koper van (onder meer) de Nieuwe Poort I.
5.12. Op grond van het voorgaande acht de rechtbank het bestaan en de omvang van de conventionele vordering van Eurocommerce - te weten betaling van een bedrag van € 2.500.000,00 vermeerderd met rente uit hoofde van de overeenkomst van geldlening - niet in hoge mate aannemelijk. Anderzijds is het voorgaande ook onvoldoende om tot het oordeel te komen dat summierlijk is gebleken van de ondeugdelijkheid van het door Eurocommerce ingeroepen recht. Eurocommerce heeft bovendien een zwaarwegend belang bij handhaving van de beslagen gelet op de omstandigheid dat Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI - zoals zij zelf stellen - financieel in zwaar weer verkeren. De primaire reconventionele vordering strekkende tot opheffing van alle door Eurocommerce ten laste van Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI gelegde conservatoire derdenbeslagen zal dan ook worden afgewezen.
5.13. Subsidiair heeft Aefides Beheer gevorderd dat Eurocommerce wordt geboden om aan de derdebeslagene Steens Beheer B.V. mede te delen, dat de gelden die zich onder laatstgenoemde bevinden en - aldus Aefides Beheer - toekomen aan Aefides Vastgoed IX C.V., Aefides Vastgoed XII C.V. en Aefides Vastgoed XIX C.V., bevrijdend aan laatstgenoemde C.V.'s kunnen worden betaald. Volgens Aefides Beheer bestaat er ten aanzien van de gelden die aan voornoemde commanditaire vennootschappen toekomen geen rechtsverhouding tussen Steens Beheer B.V. en Aefides Beheer, zodat het beslag in zoverre geen doel heeft getroffen. Aefides Beheer stelt dat zij de diverse overeenkomsten van opdracht slechts heeft getekend als middellijk vertegenwoordiger van de commanditaire vennootschappen.
5.14. Eurocommerce heeft hiertegen aangevoerd dat zij op juiste gronden afgaat op de verklaring van de derdebeslagene Steens Beheer B.V., die heeft verklaard dat er tussen haar en Aefides Beheer een overeenkomst van opdracht bestaat op grond waarvan Steens Beheer B.V. de huurpenningen incasseert voor de kantoorpanden die in eigendom zijn van een aantal commanditaire vennootschappen.
5.15. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter valt niet in te zien welk (spoedeisend) belang Aefides Beheer heeft bij toewijzing van haar vordering. Aefides Beheer heeft gesteld dat haar belang er daarin is gelegen dat zij door Aefides Vastgoed IX, XII en XIX C.V. aansprakelijk wordt gehouden voor de schade die laatstgenoemden lijden als gevolg van de onrechtmatige beslaglegging. Zonder toereikende onderbouwing - die ontbreekt - valt echter in het geheel niet in te zien op welke grond Aefides Beheer aansprakelijk zou zijn jegens genoemde commanditaire vennootschappen. Aefides Beheer is immers niet degene die beslag heeft gelegd en is evenmin degene die de verklaring derdenbeslag heeft afgelegd. Aefides Beheer heeft desgevraagd ter zitting weliswaar verklaard dat op haar de verplichting rust om te bewerkstelligen dat de beslagen onder Steens Beheer B.V. worden opgeheven en dat het achterwege laten van de onderhavige vordering als onrechtmatig handelen jegens voornoemde commanditaire vennootschappen kan worden beschouwd, maar zij heeft niet (voldoende) onderbouwd op grond waarvan deze verplichting op haar zou rusten. De vordering zal dan ook bij gebrek aan (spoedeisend) belang worden afgewezen. Ten overvloede wordt nog overwogen dat in het kader van dit kort geding onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat Aefides Beheer B.V. bij het sluiten van de diverse overeenkomsten van opdracht daadwerkelijk heeft gehandeld als middellijk vertegenwoordiger van de diverse commanditaire vennootschappen in plaats van voor zichzelf.
5.16. Eurocommerce zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in conventie. De kosten aan de zijde van Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI worden vastgesteld op:
- vast recht € 262,00
- salaris advocaat € 816,00.
5.17. Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI zullen als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in reconventie. De kosten aan de zijde van Eurocommerce worden vastgesteld op:
- salaris advocaat € 408,00.
6. De beslissing
De voorzieningenrechter
in conventie
6.1. wijst de vordering af,
6.2. veroordeelt Eurocommerce in de kosten van het geding, aan de zijde van Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI vastgesteld op € 262,00 aan verschotten en op € 816,00 aan salaris voor de advocaat,
in reconventie
6.3. wijst de vordering af,
6.4. veroordeelt Aefides Beheer en Aefides Vastgoed XVI in de kosten van het geding, aan de zijde van Eurocommerce vastgesteld op € 408,00 aan salaris voor de advocaat.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M. Telman en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. N. van Oorschot op 10 maart 2010.?