ECLI:NL:RBLEE:2010:BL6868
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens ontbreken van materiële wederrechtelijkheid bij openlijk geweld en vernieling
In deze zaak heeft de politierechter op 9 maart 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van openlijk geweld en vernieling. De verdachte, bijgestaan door advocaat mr. G.A. Pots, was betrokken bij een incident op 23 augustus 2008 te Marrum, waar hij samen met een medeverdachte optrad als verkeersregelaar tijdens een skeelerronde. De tenlastelegging omvatte het openlijk in vereniging geweld plegen tegen een auto en het opzettelijk vernielen van deze auto.
De politierechter heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte een stopteken gaven aan de bestuurder van een pick-up, die zich niet aan de verkeersregels hield en de rijbaan op wilde rijden waar skeeleraars zich bevonden. De verdachte heeft verklaard dat hij meerdere keren met zijn vlaggenstok tegen de auto heeft geslagen om de bestuurder te dwingen te stoppen, uit vrees voor gevaarlijke situaties. De officier van justitie vorderde veroordeling, maar de verdediging stelde dat de verdachte handelde uit noodzaak om een groter gevaar te voorkomen.
De politierechter oordeelde dat de verdachte in redelijkheid tot zijn handelen kon komen, gezien de omstandigheden van het geval. De rechter honoreerde het beroep op het ontbreken van materiële wederrechtelijkheid, omdat de verdachte handelde om een gevaarlijke situatie te voorkomen. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, aangezien de verdachte van het feit waarop deze vordering betrekking had, werd vrijgesproken.