ECLI:NL:RBLEE:2010:BL3692
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van invoer en vervoer van grote hoeveelheden hasjiesj vanuit Marokko naar Nederland
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 11 februari 2010 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het medeplegen van de invoer en het vervoer van ongeveer 10.000 kilogram hasjiesj vanuit Marokko naar Nederland. De rechtbank heeft gelet op het onderzoek dat op 29 januari 2010 heeft plaatsgevonden. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. W. Boonstra, werd beschuldigd van het opzettelijk binnenbrengen van grote hoeveelheden hasjiesj, een middel dat onder de Opiumwet valt. De tenlastelegging omvatte verschillende locaties, waaronder IJmuiden en Kornwerderzand, en meerdere vaartuigen die betrokken waren bij de smokkeloperatie.
De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en de rechtbank heeft deze vordering in haar uitspraak grotendeels overgenomen. De verdediging voerde aan dat de invoer van 10.000 kilogram hasjiesj niet bewezen kon worden, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was, onder andere door verklaringen van medeverdachten en de aangetroffen hasjiesj op een van de betrokken schepen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een belangrijke rol speelde in de smokkeloperatie, hoewel hij niet de initiatiefnemer was. Hij had aanzienlijke nautische kennis en ervaring en was betrokken bij de aankoop en aanpassing van het moederschip. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was en legde een gevangenisstraf op van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een geldboete van 15.000 euro. De rechtbank sprak de hoop uit dat de voorwaardelijke straf de verdachte zou weerhouden van herhaling van dergelijk gedrag.