ECLI:NL:RBLEE:2010:BL1520

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
1 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
17/992467-09 VEV
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over de toepassing van het aalverbod in relatie tot de goedkeuring van het Nederlandse aalbeheerplan

In deze zaak heeft de economische politierechter van de Rechtbank Leeuwarden op 1 februari 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het in bezit hebben van aalfuiken in strijd met het aalverbod. De verdachte had op 8 oktober 2009 fuiken voorhanden in het Van Harinxmakanaal, die volgens de telastelegging niet voldeden aan de wettelijke eisen. De officier van justitie vorderde een geldboete van € 1.600,--, subsidiair 26 dagen hechtenis, waarvan € 1.400,-- subsidiair 24 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.

De verdachte voerde ter verdediging aan dat de fuiken waren aangepast om uitsluitend wolhandkrab te vangen en dat het aalverbod pas op 1 oktober 2009 in werking was getreden, onder voorwaarde van goedkeuring van het Nederlandse aalbeheerplan door de Europese Commissie. Deze goedkeuring was echter pas op 20 oktober 2009 verleend. De economische politierechter oordeelde dat de verdachte terecht had begrepen dat het aalverbod nog niet van kracht was op het moment van de overtreding, omdat de goedkeuring van het aalbeheerplan door de Europese Commissie pas na de datum van de overtreding was verleend.

De rechter concludeerde dat het feit niet kwalificeerbaar was als strafbaar feit, omdat de Regeling tot wijziging pas in werking trad na de goedkeuring van het aalbeheerplan. Dit leidde tot de uitspraak dat het telastegelegde weliswaar bewezen was, maar niet als strafbaar feit kon worden aangemerkt. De verdachte werd daarom ontslagen van alle rechtsvervolging.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector straf
parketnummer 17/992467-09 VEV
verkort vonnis van de economische politierechter d.d. 1 februari 2010 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[adres],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
De economische politierechter heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 18 januari 2010.
Telastelegging
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Vordering officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het telastegelegde tot oplegging van een geldboete van € 1.600,-- subsidiair 26 dagen hechtenis waarvan € 1.400,-- subsidiair 24 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Overweging met betrekking tot het wettelijk kader:
Bij besluit van 18 september 2007 van de Raad van de Europese Unie is vastgesteld de verordening (EG) Nr. 1100/2007 tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal (Publicatieblad EU L 248/17, verder: 'Europese Aalverordening'). Aan deze verordening ligt ten grondslag dat sprake is van een drastische terugval in de aalstand in Europa. Deze terugval moet worden gekeerd door maatregelen in de lidstaten. De Europese Aalverordening verplicht de lidstaten dan ook om een beheerplan voor aal op te stellen, ter vermindering van de door de mens veroorzaakte sterfte. Een dergelijk beheerplan voor aal kan onder meer voorzien in de maatregel 'vermindering van commerciële visserijactiviteiten'.
Ook Nederland heeft een aalbeheerplan opgesteld. In het Nederlandse (herziene) aalbeheerplan wordt onder meer bepaald dat het seizoen voor de aalvisserij wordt gesloten van 1 september tot 1 december.
Ter uitvoering van dit aalbeheerplan heeft de minister van LNV de Uitvoeringsregeling visserij gewijzigd bij de Regeling van 15 september 2009, nr. 1646, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling visserij ter uitvoering van het Nederlandse aalbeheerplan (Staatscourant nr. 13978 van 17 september 2009, verder: Regeling tot wijziging). Artikel 32a van de Uitvoeringsregeling visserij bepaalt na deze wijziging onder meer dat de binnenvisserij met aalfuiken (en ander aalvistuig) verboden is van 1 september tot en met 30 november, en dat het in deze periode eveneens verboden is aalfuiken voorhanden te hebben op of bij de Nederlandse wateren. Als overgangsmaatregel geldt dit in 2009 alleen voor de maanden oktober en november. De Regeling tot wijziging bepaalt in artikel II dat zij in werking treedt op 1 oktober 2009.
Het Nederlandse aalbeheerplan is goedgekeurd bij beschikking van de Europese Commissie van 20 oktober 2009.
Bewijsoverweging
Verdachte heeft erkend dat hij op 8 oktober 2009 fuiken voorhanden had in het Van Harinxmakanaal in de gemeente Harlingen. De fuiken bestonden uit netwerk met een maaswijdte kleiner dan 35 millimeter. In elke fuik had verdachte echter een stuk plastic pijp aangebracht met een doorsnee van 60 mm. Hierdoor was uitsluitend wolhandkrab gevangen, maar geen enkele aal. Dit heeft ook de Algemene Inspectiedienst geconstateerd. Verdachte heeft ter verdediging onder meer aangevoerd dat hij niet heeft gevist met aalfuiken, maar met aangepaste aalfuiken die uitsluitend nog geschikt zijn om wolhandkrab te vangen. De verkoop van deze krab komt goed van pas om de verliezen door het aalverbod nog enigszins te compenseren.
De officier van justitie meent daarentegen dat de fuiken van verdachte bleven voldoen aan de wettelijke criteria van de aalfuik, ondanks de aangebrachte tijdelijke voorziening. Bij de definitie van een aalfuik gaat het immers om de kleinste maas in het netwerk. Als slechts één maas kleiner is dan 35 mm, is nog steeds sprake van een aalfuik. De intentie van verdachte om op wolhandkrab te vissen, is niet relevant. Het gaat immers om een overtreding, zodat de opzet volgens de officier van justitie niet ter zake doet.
De economische politierechter overweegt dat een aalfuik volgens artikel 1 van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 -voor zover hier van belang- een vistuig is dat bestaat uit een om twee of meer hoepels gespannen netwerk, voorzien van één of meer inkelingen, aan de voorzijde al dan niet voorzien van één of twee vleugels, waarvan het netwerk een maaswijdte heeft van ten hoogste 35 mm. De fuiken van verdachte voldeden naar het oordeel van de economische politierechter ook na de plaatsing van de pijp van 60 mm nog aan deze definitie. Ook de door verdachte gebruikte term 'aangepaste aalfuik' duidt al aan dat na aanbrengen van de pijp nog steeds sprake is van een variant van de aalfuik. Dit brengt mee dat het feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Bewezenverklaring
De economische politierechter acht het telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
verdachte op 8 oktober 2009, zijnde een tijdstip gelegen in de periode van 1 oktober 2009 tot en met 30 november 2009 in de gemeente Harlingen, op een plaats op de Nederlandse wateren, te weten het Van Harinxmakanaal, aalfuiken als bedoeld in artikel 32a lid 1 van de Uitvoeringsregeling voorhanden heeft gehad.
Strafbaarheid van het feit
Verdachte heeft betoogd dat het aalverbod vanaf 1 oktober in werking is getreden onder voorwaarde van goedkeuring van het Nederlandse aalbeheerplan door de Europese Commissie. Verdachte heeft erop gewezen dat die goedkeuring pas op 20 oktober 2009 is verleend. Verdachte meent daarom dat op 8 oktober 2009 het beheersplan met het daarin opgenomen verbod nog niet van kracht was.
De officier van justitie heeft hiertegen aangevoerd dat de Regeling tot wijziging van kracht is geworden op 1 oktober 2009 doordat deze tijdig in de Staatscourant is gepubliceerd, zulks ongeacht de goedkeuring door de Europese Commissie.
De economische politierechter overweegt dat artikel 5, tweede respectievelijk derde lid, van de Europese aalverordening -kort gezegd- bepaalt dat 'door de Commissie goedgekeurde beheersplannen voor aal' ten uitvoer worden gelegd, respectievelijk dat de aalvisserij gedurende het gehele jaar is toegestaan mits deze in overeenstemming is met 'een door de Commissie goedgekeurd beheersplan voor aal'.
De economische politierechter overweegt voorts dat kennelijk ook de minister van LNV, de Regeling tot wijziging pas in werking wilde laten treden nadat de Europese Commissie het aalbeheerplan zou hebben goedgekeurd. De toelichting op de Regeling tot wijziging luidt immers (onderstrepingen door de economische politierechter):
4. De implementatie van het Nederlandse aalbeheerplan
Het Nederlandse aalbeheerplan (...) wordt naar verwachting eind september 2009 goedgekeurd door de Europese Commissie. De visserij op aal is met ingang van die datum op grond van artikel 5, derde lid, van de Europese aalverordening uitsluitend toegestaan op voorwaarde dat deze in overeenstemming is met (...) het aalbeheerplan (...)
7. Publicatie en inwerkingtreding
(...) Eind september beslist de Europese commissie of het [Nederlandse aalbeheerplan] wordt goedgekeurd. De inwerkingtreding van de wijzigingen (...) ter uitvoering van het aalbeheerplan is voorzien voor 1 oktober. Indien de Europese Commissie het Nederlandse aalbeheerplan eind september niet goedkeurt, trek ik deze wijzigingen in.
8. Afwijking van de vaste verandermomenten
(...) Er wordt afgeweken van het vaste verandermoment [voor nieuwe regelgeving van LNV] omdat op grond van de Europese aalverordening alleen overeenkomstig een goedgekeurd aalbeheerplan gevist mag worden. Deze goedkeuring wordt eind september verwacht. Gezien de verplichtingen op grond van de Europese aalverordening en de slechte stand van de aal is het nodig zo spoedig mogelijk na deze goedkeuring het aalbeheerplan te implementeren.
Uit artikel 5 van de Europese aalverordening, in samenhang met de toelichting op de Regeling tot wijziging, heeft verdachte dus terecht begrepen dat Europese goedkeuring van het aalbeheerplan eind september 2009 werd verwacht, dat de minister bij het uitblijven daarvan de wijzigingen zou intrekken, althans dat het aalbeheerplan eerst na de Europese goedkeuring zou worden geïmplementeerd.
Deze goedkeuring is pas gevolgd bij beschikking van de Europese Commissie van 20 oktober 2009, nr. C(2009)7830. De Regeling tot wijziging moet derhalve voor de datum 8 oktober 2009 buiten toepassing worden gelaten. Dit brengt mee dat het bewezenverklaarde feit op 8 oktober 2009 niet kwalificeerbaar was als strafbaar feit. Op grond van artikel 1 van het Wetboek van Strafrecht -dat uit het oogpunt van rechtszekerheid bepaalt dat geen feit strafbaar is tenzij de strafbepaling eraan is voorafgegaan- is uiteraard strafbaarstelling met terugwerkende kracht onmogelijk. Verdachte zal daarom worden ontslagen van alle rechtsvervolging
DE UITSPRAAK VAN DE ECONOMISCHE POLITIERECHTER LUIDT, RECHTDOENDE:
Verklaart het telastegelegde bewezen als voormeld doch niet te zijn een strafbaar feit.
Ontslaat verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. Post, economische politierechter, bijgestaan door L. Palstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 februari 2010.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.