Motivering
Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
1.1 Eiseres is geboren in Duitsland op [geboortedatum]. Zij is opgegroeid in België en heeft de Belgische nationaliteit.
1.2 Eiseres heeft sinds 1996 een relatie met [partner], die eveneens de Belgische nationaliteit heeft en zijn woonplaats heeft in [woonplaats], België. De partner van eiseres verricht geen betaalde werkzaamheden.
1.3 Eiseres heeft sinds 1998 een orthodontiepraktijk in [plaats B]. Deze praktijk wordt gedreven in de vorm van een naar Nederlands recht opgerichte en in Nederland gevestigde besloten vennootschap, genaamd [X] B.V. Van 1995 tot 1998 werkte eiseres in maatschapsverband als orthodontist in [plaats A].
1.4 Eiseres huurt sinds november 1996 een appartement aan de [adres] te [woonplaats], België. Het appartement heeft, inclusief de garage, een woonoppervlakte van circa 280 m2 en is gelegen in een dure en populaire woonwijk van [woonplaats]. Eiseres heeft de verhuurder meermalen tevergeefs verzocht het appartement te mogen kopen.
1.5 Eiseres is sinds 2002 eigenaar van een woonboerderij met gastenverblijf, dierenverblijf, garage, kas, ondergrond, erf, tuin en bijgelegen cultuurgrond te [plaats C]. In opdracht van eiseres zijn na aankoop een sauna, zwembad en berging bij de woning gebouwd. De WOZ-waarde van deze woning bedraagt per waardepeildatum 1 januari 2007 € 544.000.
1.6 Eiseres en haar partner verblijven in Nederland op de dagen dat eiseres werkt. De orthodontiepraktijk in [plaats B] is vier dagen per week geopend, van maandag tot en met donderdag. In de schoolvakanties is de praktijk gesloten. Eiseres en haar partner vertrekken tijdens werkweken op zondagavond met de auto van [woonplaats] naar [plaats C] en vervolgens op donderdagavond weer van [plaats C] naar [woonplaats].
Eiseres heeft in 2006 7 weken vakantie gehad. Zij brengt haar vakanties buiten Nederland door.
1.7 Eiseres verblijft op jaarbasis tussen 170 en 175 dagen in Nederland.
1.8 Eiseres staat zowel in Nederland als in België als tandarts ingeschreven
1.9 Eiseres maakt uitsluitend gebruik van de diensten van huisarts, tandarts en apotheek in België. Zij heeft in België een lijfrenteverzekering, een autoschadeverzekering, een burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering, een rechtsbijstandsverzekering, een ongevallenverzekering en een mobiliteitsverzekering. Zij is met ingang van 2006 bij een Belgische verzekeringsmaatschappij verzekerd tegen ziektekosten.
1.10 Eiseres heeft in Nederland een levensverzekering, die in verband met de financiering van de woning in [plaats C] is verpand aan [bank]. Tot 2006 had zij een Nederlandse ziektekostenverzekeraar.
1.11 Eiseres beschikt zowel over een Belgische als over een Nederlandse betaalrekening. Daarnaast heeft zij in België een spaarrekening, een huurborgrekening en een safe voor het bewaren van belangrijke documenten.
1.12 Alle familieleden en vrienden van eiseres wonen in België. Eiseres viert haar verjaardag en de meeste algemene feestdagen in België.
1.13 Nagenoeg alle privé-post wordt door eiseres in België ontvangen. Zij beschikt zowel zakelijk als privé over een emailadres bij een Belgische provider.
1.14 De alledaagse inkopen en uitgaven worden overwegend in België gedaan. Ook voertuigen, computers en andere luxe-artikelen worden in België gekocht. Ook veel inkopen voor de orthodontiepraktijk worden in België gedaan.
1.15 Voor de Belgische wetgeving inzake inkomstenbelasting, provinciale belasting en gemeentebelasting wordt eiseres aangemerkt als inwoner van België.
1.16 In Nederland is eiseres met ingang van 1 januari 2000 aangemerkt als buitenlands belastingplichtige voor de inkomstenbelasting. Bij brief van 26 april 2004 is de inspecteur daarop teruggekomen en heeft eiseres met ingang van 1 januari 2003 als binnenlands belastingplichtige aangemerkt. Over deze kwalificatie is nog een discussie gaande tussen eiseres en de inspecteur. In haar aangiften inkomstenbelasting merkt eiseres het pand in [plaats C] aan als haar hoofdverblijf.
1.17 Eiseres is in de periode 30 juni 1999 tot en met 26 oktober 2006 ingeschreven geweest in het bevolkingsregister van de gemeente [gemeente plaats C]. Vóór 30 juni 1999 was zij ingeschreven in het bevolkingsregister van [woonplaats]. Met ingang van 28 april 2003 heeft eiseres zich weer laten inschrijven in het bevolkingsregister van [woonplaats].
1.18 Eiseres bezit een personenauto, merk [merk], type [type], met Belgisch kenteken [kenteken]. Voor deze auto heeft zij in 2004 in België € 4.957 aan "Belasting op de inverkeer-stelling" voldaan. Deze belasting is in België verschuldigd bij de inschrijving van een voertuig bij de Directie voor de Inschrijving van Voertuigen. Inschrijving van een auto is verplicht voor de in België wonende eigenaar of gebruiker als hij met de auto gebruik wil maken van de openbare weg.
1.19 Met de bij punt 1.18 genoemde auto wordt wekelijks (zie 1.6), met uitzondering van de schoolvakanties, het traject [woonplaats] - [plaats C] en vice versa afgelegd. Dit traject bedraagt ongeveer 306 kilometer, waarvan circa 196 kilometer in Nederland.
1.20 Naast de bij punt 1.18 genoemde auto beschikt eiseres tevens over een sportauto. Deze wordt uitsluitend gebruikt om van, naar en op een racecircuit te rijden en is door zijn sportieve uitvoering niet geschikt voor alledaags gebruik.
1.21 Eiseres is op 19 juli 2006 tijdens een controle op de Rijksweg A-28 nabij [plaats D] door de Douane Noord als bestuurder van de bij punt 1.18 genoemde auto staande gehouden. Door de Douane Noord is vastgesteld dat voor de auto geen BPM was voldaan, noch een vrijstellingsvergunning BPM was verleend. Eiseres is vervolgens met dagtekening 2 januari 2007 een naheffingsaanslag BPM opgelegd met een boete van 50%. Eiseres heeft tegen deze naheffingsaanslag bezwaar gemaakt.
1.22 Eiseres is eerder op 3 april 2003 bij een controle staande gehouden terwijl zij gebruik maakte van de openbare weg met een niet in Nederland geregistreerd voertuig. Ook toen is haar een naheffingsaanslag BPM met boete opgelegd. Zij heeft tegen deze naheffingsaanslag rechtsmiddelen aangewend. Het Gerechtshof te Leeuwarden concludeerde in zijn uitspraak van 2 september 2005 onder andere dat eiseres in ieder geval vanaf 1999 tot mei 2003 geacht moet worden in Nederland te hebben gewoond. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 1 december 2006, nummer 42.503, het cassatieberoep ongegrond verklaard.