ECLI:NL:RBLEE:2009:BK8825
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tijdens herplaatsingstraject afgewezen
In deze zaak heeft Friesland Bank N.V. op 14 december 2009 een verzoekschrift ingediend bij de kantonrechter in Leeuwarden om de arbeidsovereenkomst met een werknemer te ontbinden. De werknemer, die sinds 1 september 2004 in dienst was als adjunct directeur commerciële zaken, was boventallig verklaard in het kader van een reorganisatie. Friesland Bank vroeg om een voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst, met de voorwaarde dat de werknemer niet voor de ontbindingsdatum kon worden herplaatst. De kantonrechter heeft op 30 december 2009 uitspraak gedaan en het verzoek afgewezen.
De kantonrechter overwoog dat de procedure ex artikel 7:685 BW is bedoeld om snel een definitieve beslissing te geven over de beëindiging van een dienstverband. Echter, in dit geval was de ontbinding afhankelijk van een onzekere toekomstige omstandigheid, namelijk de mogelijkheid dat de werknemer nog binnen het herplaatsingstraject een functie zou kunnen krijgen. De kantonrechter kon niet met zekerheid vaststellen dat er sprake was van een verandering in de omstandigheden die de ontbinding rechtvaardigde. Daarom werd het verzoek tot ontbinding afgewezen.
De kantonrechter heeft ook de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Deze uitspraak benadrukt het belang van de rechtszekerheid en de bescherming van werknemers tijdens herplaatsingstrajecten, vooral in het kader van reorganisaties.