ECLI:NL:RBLEE:2009:BK7541

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
9 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
100432 - KG ZA 09-345
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg en ontbinding van een franchiseovereenkomst met concurrentiebeding

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, staat de rechtsverhouding tussen eiser [A] en gedaagde Paper Point B.V. centraal. De zaak betreft de uitleg van een beëindigingsovereenkomst en de daaruit voortvloeiende verplichtingen, waaronder een concurrentiebeding. Eiser [A] heeft Paper Point gedagvaard, omdat hij van mening is dat Paper Point tekort is geschoten in haar verplichtingen om zijn schuldenlast over te nemen. De partijen hebben in 2008 een franchiseovereenkomst gesloten, maar na financiële problemen van [A] is er in 2009 een beëindigingsovereenkomst gesloten. Eiser stelt dat Paper Point zich niet heeft ingespannen om zijn schulden te saneren, wat hem het recht gaf om de overeenkomst te ontbinden.

De voorzieningenrechter oordeelt dat Paper Point zich slechts had verplicht om zich in te spannen voor de sanering van de schuldenlast van [A], en dat er geen sprake was van een onvoorwaardelijke schuldovername. De rechter concludeert dat [A] niet bevoegd was om de beëindigingsovereenkomst te ontbinden, omdat er geen tekortkoming van Paper Point was vastgesteld. Hierdoor blijft de arbeidsovereenkomst tussen partijen van kracht, en worden de vorderingen van [A] afgewezen.

In reconventie vordert Paper Point dat [A] zich houdt aan het concurrentiebeding uit de arbeidsovereenkomst. De voorzieningenrechter oordeelt dat [A] in strijd met dit beding heeft gehandeld door voor een concurrerend bedrijf, Multi Office, te werken. De rechter verbiedt [A] om gedurende de looptijd van de arbeidsovereenkomst en zes maanden daarna betrokken te zijn bij concurrerende activiteiten. Tevens wordt [A] veroordeeld in de kosten van het geding.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 100432 / KG ZA 09-345
Vonnis in kort geding van 9 december 2009
in de zaak van
[A],
wonende te [woonplaats],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat: mr. L.J. Becker, kantoorhoudende te Haarlem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PAPER POINT B.V.,
gevestigd te Oudehaske,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat: mr. H.A. van Beilen, kantoorhoudende te Leeuwarden.
Partijen zullen hierna "[A]" en "Paper Point" genoemd worden.
1. De procedure
1.1. [A] heeft Paper Point in kort geding doen dagvaarden tegen de openbare zitting van 26 november 2009.
1.2. [A] heeft toen op de bij dagvaarding geformuleerde gronden en na vermindering van eis gevorderd dat de voorzieningenrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad op de minuut en op alle dagen en uren:
I. Paper Point veroordeelt om aan [A] zijn op basis van de franchiseovereenkomst toekomende bedragen over de maanden maart en april 2009, groot
€ 12.463,00 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 november 2009;
II. Paper Point veroordeelt om aan [A] met ingang van 15 oktober 2009 als voorschot op de beloning krachtens de tot 1 mei 2009 tussen partijen vigerende en weer voor herstel vatbare franchiseovereenkomst te betalen een bedrag van € 9.600,- per maand (dan wel een bedrag dat de voorzieningenrechter in goede justitie zal vaststellen), steeds te betalen binnen vijftien dagen na afloop van een kalendermaand, zijnde het gemiddelde van de beloning die [A] in de periode van vijftien maanden voorafgaande aan 1 mei 2009 van Paper Point heeft ontvangen, waartegenover [A] zijn verplichtingen uit de franchiseovereenkomst, zoals deze tot 1 mei 2009 gold, zal nakomen;
III. Paper Point veroordeelt om aan [A] over de periode 1 mei 2009 tot en met 15 oktober 2009 te betalen een voorschot op de door [A] in de bodemprocedure te vorderen schadevergoeding, zijnde het verschil in beloning die [A] zou hebben gegenereerd bij voortzetting van de franchiseovereenkomst per 1 mei 2009 van € 9.600,-, minus een bedrag van € 4.000,- bruto per maand, die [A] als salaris plus terbeschikkingstelling van een auto krachtens de arbeidsovereenkomst heeft ontvangen, aldus een totaal bedrag van 5,5 maanden x € 5.600,- ofwel € 30.800,-, dan wel een bedrag dat de voorzieningenrechter in goede justitie zal vaststellen;
IV. bepaalt dat [A] uit zijn verplichtingen krachtens de beëindigingsovereenkomst van het franchisecontract en uit de daaruit voortkomende en daarop aansluitende arbeidsovereenkomst gemaakte afspraken, te weten het concurrentiebeding en de door [A] gedane overige concessies, zal zijn bevrijd, althans dat deze verplichtingen geacht worden te zijn opgeschort, zolang de bodemrechter hierover geen uitspraak heeft gedaan;
V. bepaalt dat [A] weer volledig kan beschikken over zijn klantenbestand dat hij bij de beëindiging van de franchiseovereenkomst aan Paper Point had overgedragen met een verbod aan Paper Point die relaties op eigen initiatief te benaderen of indirect door derden te laten benaderen, met veroordeling tot betaling van een dwangsom van € 10.000,- voor ieder handelen of nalaten, in strijd met de, in het in dezen te wijzen vonnis, gegeven verboden, zodra het vonnis aan Paper Point is betekend, althans met veroordeling tot betaling van een door de voorzieningenrechter te bepalen dwangsom, voor elke dag of deel daarvan dat Paper Point niet voldoet aan het gevorderde;
VI. Paper Point veroordeelt in de kosten van het geding.
1.3. Paper Point heeft in reconventie gevorderd dat de voorzieningenrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
[A] verbiedt gedurende de duur van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst en gedurende een in goede justitie te bepalen periode na afloop van de arbeidsovereenkomst om:
a. in Nederland op enigerlei wijze betrokken te zijn bij (hetzij financieel, hetzij om niet)
b. of anderszins op enigerlei wijze betrokken te zijn bij (hetzij financieel, hetzij om niet)
c. of belang te hebben in (middellijk of onmiddellijk, financieel of anderszins) in
een bedrijf dat op enigerlei wijze concurrerend is aan het bedrijf van Paper Point en de bedrijven waarin deze, hetzij middellijk hetzij onmiddellijk, enig belang heeft, waaronder haar dochter- en zusterondernemingen, meer in het bijzonder het bedrijf Multi Office te [woonplaats];
d. of zelf activiteiten te ontplooien die op enigerlei wijze concurrerend zijn ten opzichte van de hierboven genoemde bedrijven;
zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- per overtreding en van
€ 1.000,- voor iedere dag dat deze overtreding voortduurt, dit met een maximum van
€ 100.000,-;
subsidiair:
1. [A] gebiedt om zijn bedrijf gedurende de duur van de tussen partijen bestaande franchiseovereenkomst volgens het door Paper Point ontwikkelde systeem in te richten en te exploiteren, de goede naam van het systeem hoog te houden en zijn bedrijf voor wat betreft assortimenten welke conform het hieromtrent gestelde in het PAPER POINT WEG & WIJS BOEK tot het basisassortiment van Paper Point behorens steeds duidelijk als Paper Point herkenbaar te doen zijn;
2. [A] gebiedt om gedurende de duur van de tussen partijen bestaande franchiseovereenkomst zich te onthouden van elk gebruik van merken, modellen, het uithangbord/embleem, de handelsnaam, kleurencombinaties, slagzinnen etc., het betrekken van derden leveranciers van assortimenten welke conform het hieromtrent gestelde in het PAPER POINT WEG & WIJS BOEK tot het assortiment van Paper Point behoren;
3. [A] verbiedt om gedurende de duur van de tussen partijen bestaande franchiseovereenkomst, direct noch indirect tijdens de looptijd van deze overeenkomst enigerlei zakelijke belangen te hebben in een keten of een persoon of een rechtspersoon dan wel voor een persoon of een rechtspersoon werkzaam te zijn, meer in het bijzonder voor het bedrijf Multi Office te [woonplaats],
zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- per overtreding, en van
€ 1.000,- voor iedere dag dat deze overtreding voortduurt, dit met een maximum van
€ 100.000,-;
primair en subsidiair:
met veroordeling van [A] in de kosten van het geding.
1.4. Ter zitting hebben partijen hun standpunten toegelicht, waarbij hun advocaten gebruik hebben gemaakt van pleitnotities.
1.5. Partijen hebben producties in het geding gebracht.
1.6. Ten slotte is vonnis bepaald op heden.
2. De vaststaande feiten
In dit kort geding zal van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.
2.1. Paper Point exploiteert een onderneming die zich met name bezighoudt met de verkoop van kantoorartikelen aan het midden- en kleinbedrijf, via een speciaal ontwikkelde formule. Daarbij maakt zij als franchisegever gebruik van zogenaamde Sales Points (franchisenemers) in het land.
2.2. Omstreeks eind 2007/begin 2008 is Paper Point in contact gekomen met [A], die op dat moment de onderneming [A] Office Supplies exploiteerde. [A] verkeerde toen in financiële problemen. Paper Point is [A] behulpzaam geweest bij het saneren van schulden en partijen hebben vervolgens met ingang van 1 februari 2008 een franchiseovereenkomst gesloten voor de duur van drie jaar, waarbij [A] het Sales Point van Paper Point in Amsterdam ging drijven.
2.3. [A] heeft in het kader van het door hem gedreven Sales Point in 2008 een netto resultaat van € 116.448,- geboekt. Over de eerste vier maanden van 2009 bedroeg het netto resultaat € 28.697,-.
2.4. Paper Point en [A] zijn in mei 2009 in gesprek gegaan over de schuldenlast van [A]. De schuldenlast van [A] bedroeg toen ongeveer € 200.000,-. Partijen hebben vervolgens op 5 juni 2009 een overeenkomst strekkende tot beëindiging van het franchisecontract gesloten, waarin is bepaald:
Partijen komen overeen dat met ingang van 1 mei 2009 het franchisecontract versie 01072004 getekend op 11 januari 2008 beëindigd zal worden tussen bovengenoemde partijen.
Het complete klantenbestand van de heer [A] in de administratie van Paper Point BV gemarkeerd met de code "[code]" (beide partijen zijn bekend met deze code) zal overgaan naar Paper Point BV met ingang van 1 mei 2009, daarmee wordt Paper Point BV de rechtmatige eigenaar van deze database.
In ruil voor bovenstaande gaat Paper Point BV zich inspannen om de volledige zakelijke en privé schuld van de heer [A] te elimineren deze schuld bestaat uit aangehechte schuldenlijst (zie bijlage) ter hoogte van circa 200.000,- euro. Paper Point BV gaat proberen een deal te sluiten met alle schuldeisers dit door de vorderingen/schuldenlast over te nemen waarbij de schuldeisers hun vordering niet meer bij [A] kunnen opeisen en de vordering op Paper Point BV over gaat. De heer [A] blijft richting Paper Point BV hoofdelijk aansprakelijk voor de door Paper Point BV overgenomen vordering. Deze schuld zal kwijt gescholden worden op 30 april 2012 (36 maanden) mits voldaan is aan de volgende commerciële afspraken:
* Alle 36 maanden zal er een gemiddelde minimale marge gerealiseerd moeten worden van
17.500,- euro per maand ex btw
* De heer [A] zal zich 36 maanden lang volledig commercieel inzetten om zijn omzet uit te bouwen van 850.000,- euro naar boven de 1.000.000,- euro ex. btw.
* De heer [A] zal volledig onder leiding komen te staan van de commercieel directeur [B] van Paper Point BV en ook aan deze rapporteren.
* De heer [A] zal volledig de werkwijze en afspraken hanteren van Paper Point BV.
* De heer [A] zal op eerste verzoek van Paper Point BV volledig inzage geven in zijn privé bestedingen binnen deze 36 maanden.
Paper Point BV biedt de heer [A] een arbeidscontract aan met onmiddellijke ingang op 1 mei 2009 (zie bijlage) daarnaast zal er een bonusvoorstel aangeboden worden.
* Dit bonus voorstel bestaat uit dat alle gerealiseerde marge boven de 17.500,- euro ex btw per maand voor 50% voor rekening zal zijn van de heer [A] dit zal eens per kwartaal uitbetaald bij de salaris betalingen en na ieder lopend boekjaar verrekend worden met de behaalde resultaten in dat jaar.
2.5. In de met ingang van 1 mei 2009 tussen partijen van kracht geworden arbeidsovereenkomst is onder meer bepaald:
(…)
Artikel 1 Indiensttreding en duur overeenkomst
(…)
1.3. De arbeidsovereenkomst geldt voor 8 maanden, t/m 31 december 2009.
Artikel 2 Salaris
2.1. Het salaris bedraagt € 3.000,- bruto per maand. De werknemer heeft tevens recht op 8% vakantietoeslag. Vakantietoeslag wordt achteraf uitbetaald in de maand mei van ieder jaar.
(…)
Artikel 11 Non-concurrentiebeding
11.1. Het is de werknemer tijdens de duur van deze arbeidsovereenkomst en gedurende drie jaar na afloop van deze arbeidsovereenkomst verboden om:
a. in Nederland op enigerlei wijze werkzaam te zijn voor (hetzij tegen betaling, hetzij om niet);
b. of anderszins op enigerlei wijze betrokken te zijn bij (hetzij financieel, hetzij anderszins);
c. of belang te hebben in (middellijk of onmiddellijk, financieel of anderszins) in een bedrijf dat op enigerlei wijze concurrerend is aan het bedrijf van de werkgever en de bedrijven waarin deze, hetzij middellijk hetzij onmiddellijk) enig belang heeft, waaronder haar dochter- en zusterondernemingen;
d. of zelf activiteiten te ontplooien die op enigerlei wijze concurrerend zijn ten opzichte van de hierboven genoemde bedrijven. Bij overtreding van het in lid 1 omschreven verbod verbeurt de werknemer aan de werkgever een direct opeisbare boete van € 5.000,- per overtreding en van
€ 1.000,- voor iedere dag dat een overtreding langer duurt.
2.6. Na het sluiten van de beëindigingsovereenkomst heeft Paper Point getracht om tot overeenstemming te komen met de schuldeisers van [A]. De bedoeling was om met alle schuldeisers een buitengerechtelijk akkoord te bereiken door hen betaling van 20% van de vordering aan te bieden tegen finale kwijting. Uiteindelijk heeft Paper Point niet met alle schuldeisers overeenstemming kunnen bereiken, waarop zij aan [A] heeft aangegeven dat zij zich niet langer kon en wilde inspannen om de schuldenlast van [A] te saneren.
2.7. Paper Point heeft zich borg gesteld voor de nakoming van de leasetermijnen voor de auto van [A] en heeft ter opheffing van een door ABN AMRO Bank ten laste van [A] gelegd (derden)beslag een bedrag van € 4.000,- aan [A] voorgeschoten.
2.8. Onder Paper Point zijn ten laste van [A] diverse derdenbeslagen gelegd, waaronder door HVS Office Supplies, Stratipex, KPN, Meeus en Desto.
2.9. Nadat Paper Point had aangekondigd dat zij zich niet meer kon en wilde inspannen om de schulden van [A] te saneren, heeft [A] zich gewend tot schuldsaneringsbureau Zuidweg & Partners te Amsterdam. Dit bureau heeft getracht om voor [A] een schuldsanering op te zetten door middel van een BBZ krediet bij de gemeente Amsterdam. De gemeente stelt daarbij echter als voorwaarde dat [A] weer zelfstandige wordt. Paper Point wilde daaraan meewerken en heeft [A] op 11 september 2009 een concept franchiseovereenkomst toegezonden. Deze franchiseovereenkomst is nadien niet door [A] geaccepteerd.
2.10. De advocaat van [A] heeft namens zijn cliënt bij brief van 15 oktober 2009 de beëindigingsovereenkomst alsook de daaruit voortvloeiende arbeidsovereenkomst ontbonden, vanwege de mededeling van Paper Point dat zij de schuldenlast van [A] niet meer wilde overnemen. Volgens genoemde brief dient na de ontbinding weer de aanvankelijk tussen partijen gesloten franchiseovereenkomst van kracht te worden.
2.11. Blijkens een uittreksel uit het handelsregister heeft de echtgenote van [A] zich op 1 november 2009 aldaar laten inschrijven onder de naam "Multi Office", een groothandel in kantoorbenodigdheden. Deze onderneming staat ingeschreven op het huisadres van de familie [A]. In het handelsregister staat vermeld dat de onderneming twee werknemers heeft.
2.12. Op een screenprint van de website van Multi Office (www.multi-office.nl) van 4 november 2009 staat bij de vestiging Amsterdam-Zuid [voornaam] [A] als vestigingsmanager/eigenaar vermeld evenals [C], de echtgenote van [A]. Het op de website vermelde vestigingsadres is het huisadres van [A]. Op een screenprint van 5 november 2009 staat [A] nog steeds als vestigingsmanager/eigenaar vermeld, en [C] als "binnendienst". Op een screenprint van 6 november 2009 is de naam van [A] verdwenen van de website en staat [C] als vestigingsmanager/binnendienst vermeld. Ten slotte staat op een screenprint van de website van 11 november 2009 een tijdelijk mobiel telefoonnummer van Multi Office vermeld; dit is
het nummer van [A].
2.13. [A] heeft omstreeks begin november 2009 buiten Paper Point om mappen en tafelvlaggetjes geleverd aan het bedrijf Abbott. Voorts heeft [A] - blijkens een factuur van Staples Office Centre d.d. 18 november 2009 - kantoorartikelen bij deze firma gekocht. De factuur is op naam gesteld van [A] Office Supplies, ten name van B. [A].
in conventie
Het standpunt van [A]
3.1. [A] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat Paper Point, toerekenbaar tekort is geschoten in haar verplichting tot overname van zijn schuldenlast, hetgeen [A] het recht gaf om de beëindigingsovereenkomst en de daaruit voortvloeiende arbeidsovereenkomst te ontbinden en Paper Point schadeplichtig maakt jegens [A]. De beëindigingsovereenkomst kan naar de mening van [A], mede in het licht van de daarin gemaakte financiële afspraken, niet anders worden uitgelegd, dan dat Paper Point zich verplichtte om zijn gehele schuldenlast onvoorwaardelijk over te nemen. Van (slechts) een inspanningsverplichting voor Paper Point om de schuldenlast over te nemen is volgens hem geen sprake.
3.2. [A] zal in een nog te voeren bodemprocedure de rechtbank verzoeken om de voorheen tussen partijen geldende franchiseovereenkomst te herstellen. Vooruitlopend daarop wenst [A] dat Paper Point haar verplichtingen uit deze franchiseovereenkomst nakomt door betaling (vanaf 1 mei 2009) - bij wijze van voorschot althans schadevergoeding - van een maandelijks bedrag, gelijk aan de over de periode van 1 februari 2008 tot 1 mei 2009 gemiddeld maandelijks gegenereerde franchisevergoeding ad € 9.600,-. Voorts dient Paper Point aan [A] nog te voldoen de achterstallige franchisevergoeding over de maanden maart (deels) en april 2009.
3.3. Ten slotte vordert [A] dat bepaald wordt dat hij uit zijn verplichtingen uit hoofde van de beëindigingsovereenkomst en de daaruit voortvloeiende arbeidsovereenkomst zal zijn bevrijd, althans dat bepaald wordt dat deze verplichtingen geacht worden te zijn opgeschort, totdat de bodemrechter een uitspraak hierover heeft gedaan, en dient hij weer over zijn overgedragen klantenbestand te kunnen beschikken. Indien [A] na het einde van zijn arbeidsovereenkomst wordt gehouden aan het daarin opgenomen concurrentiebeding en hij niet meer kan beschikken over voornoemd klantenbestand, kan hij in de toekomst geen inkomsten meer verwerven in de kantoorbranche waarin hij al zijn hele leven heeft gewerkt.
Het standpunt van Paper Point
4.1. Paper Point erkent dat zij de franchisevergoeding over de maanden maart (deels) en april 2009 nog niet aan [A] heeft voldaan. Zij brengt daar echter tegenin dat daarmee allereerst verrekend dient te worden het bedrag van € 4.000,- dat zij [A] heeft voorgeschoten in verband met de opheffing van het door ABN AMRO Bank gelegde derdenbeslag. Daarnaast mag Paper Point het achterstallige bedrag niet aan [A] betalen, vanwege het feit dat door meerdere schuldeisers van [A] onder Paper Point (derden) beslag is gelegd op alle gelden die Paper Point aan hem verschuldigd is.
4.2. Paper Point is niet toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de tussen partijen gesloten beëindigingsovereenkomst. Van ontbinding van die overeenkomst kan derhalve ook geen sprake zijn, aldus Paper Point. Op grond van de beëindigingsovereenkomst was Paper Point gehouden om zich in te spannen om een regeling met de schuldeisers van [A] te treffen, maar dat is niet gelukt. [A] heeft dat ook geaccepteerd, nu hij zich vervolgens heeft gewend tot een schuldsaneringsbureau om een krediet te verkrijgen, hetgeen hij niet zou hebben gedaan indien hij van mening was dat Paper Point haar verplichtingen jegens hem niet nakwam. Overigens is Paper Point nimmer door [A] in gebreke gesteld terzake het door hem gestelde tekortschieten. Paper Point is dan ook niet in verzuim, zodat ook daarom geen ruimte is voor ontbinding.
Gezien het voorgaande bestaat er naar de mening van Paper Point geen contractuele basis voor de gevorderde maandelijkse betaling van een bedrag van € 9.600,-, nog daargelaten dat een eventueel aan [A] toekomende franchisevergoeding op een lager gemiddeld bedrag zou uitkomen dan door hem gevorderd. Over 2009 zou [A], als hij zijn omzet had gecontinueerd, een gemiddelde franchisevergoeding van € 7.516,- hebben ontvangen. Voorts dient te worden bedacht dat [A] al enige tijd geen werkzaamheden voor Paper Point meer verricht en dat er bij toewijzing van de gevorderde franchisevergoeding sprake is van een aanzienlijk restitutierisico aan de zijde van [A].
4.3. De gevorderde bevrijding uit de verplichtingen uit hoofde van de beëindigingsovereenkomst en de arbeidsovereenkomst betreft een declaratoire beslissing, die in kort geding niet mogelijk is, aldus Paper Point. Voor opschorting van deze verplichtingen bestaat evenmin grond, nu er geen sprake is van enig tekortschieten van Paper Point jegens [A].
4.4. Paper Point is op rechtmatige wijze eigenaar geworden van het voormalige klantenbestand van [A]. Als huidig werkgever van [A] mag Paper Point deze klanten dan ook (blijven) benaderen. Zelfs indien de franchiseovereenkomst zou worden hersteld, dan nog is Paper Point - als franchisegever - gerechtigd om deze klanten te benaderen.
De beoordeling van het geschil
5.1. Het spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen is naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende aanwezig.
5.2. In dit kort geding staat de vraag centraal of de rechtsverhouding tussen partijen dient te worden bepaald aan de hand van de - in het kader van de gesloten beëindigingsovereenkomst - per 1 mei 2009 tussen partijen van kracht geworden arbeidsovereenkomst of dat de eerder tussen partijen bestaande franchiseovereenkomst de rechtsverhouding bepaalt vanwege de door [A] ingeroepen ontbinding van de beëindigingsovereenkomst.
5.3. Voor de beantwoording van de hiervoor genoemde vraag dient allereerst te worden bezien of [A] de beëindigingsovereenkomst terecht heeft ontbonden op grond van het door hem gestelde toerekenbaar tekortschieten van Paper Point in haar verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst. Partijen verschillen van mening of Paper Point op grond van de beëindigingsovereenkomst verplicht was om de (gehele) schuldenlast van [A] over te nemen of dat Paper Point zich diende in te spannen om de schuldenlast van [A] te saneren. Bij de beoordeling van dit geschilpunt dient vooropgesteld te worden dat de vraag hoe in een schriftelijk contract als het onderhavige de verhouding tussen partijen is geregeld, niet kan worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van het contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (vgl. HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635). Bij deze uitleg dient de rechter rekening te houden met alle bijzondere omstandigheden van het gegeven geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen. Hoewel uitleg van een schriftelijk contract niet dient plaats te vinden op grond van alleen maar de taalkundige betekenis van de bewoordingen waarin het is gesteld, is in praktisch opzicht de taalkundige betekenis die deze bewoordingen, gelezen in de context van dat geschrift als geheel, in (de desbetreffende kring van) het maatschappelijk verkeer normaal gesproken hebben, bij de uitleg van dat geschrift wel vaak van groot belang (onder andere Hoge Raad 20 februari 2004, NJ 2005, 493).
5.4. In het licht van het vorenstaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat de beëindigingsovereenkomst aldus dient te worden uitgelegd dat Paper Point zich daarbij verplicht heeft om zich in te spannen om de schuldenlast van [A] te saneren. Daarop duiden de zinsneden "gaat Paper Point BV zich inspannen om de volledige zakelijke en privé schuld van [A] te elimineren" en "Paper Point BV gaat proberen een deal te sluiten met alle schuldeisers dit door de vorderingen/schuldenlast over te nemen, waarbij de schuldeisers hun vordering niet meer bij [A] kunnen opeisen en de vordering op Paper Point BV overgaat". Hierin kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen onvoorwaardelijke schuldoverneming door Paper Point worden gelezen. Paper Point BV verplicht zich slechts tot schuldoverneming, indien zij erin slaagt om een deal te sluiten met alle schuldeisers van [A]. Hierbij dient te worden bedacht dat voor een schuldoverneming, wil zij haar werking hebben jegens een schuldeiser, op grond van artikel 6:155 BW de toestemming van die schuldeiser vereist is. Bij deze wettelijke bepaling sluit de tekst van de beëindigingsovereenkomst aan. Pas als alle schuldeisers akkoord zijn, wordt de schuldenlast overgenomen. Van het door [A] gestelde toerekenbaar tekortschieten van Paper Point, door het niet onvoorwaardelijk overnemen van zijn gehele schuldenlast, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter dan ook geen sprake. Gesteld noch gebleken is voorts dat het feit dat Paper Point er niet in is geslaagd om de gewenste deal met de schuldeisers van [A] tot stand te brengen, het gevolg is van onvoldoende inspanningen van de zijde van Paper Point, zodat ook niet geoordeeld kan worden dat Paper Point in dat opzicht tekortgeschoten is jegens [A].
5.5. Nu van tekortschieten van Paper Point naar voorlopig oordeel geen sprake is, is niet voldaan aan één van de vereisten die artikel 6:265 BW stelt voor de ontbinding van een overeenkomst, zodat [A] niet bevoegd was om de beëindigingsovereenkomst te ontbinden. Maar ook in het geval dat zou worden aangenomen dat er sprake is van een tekortkoming van Paper Point, dan nog was [A] niet dadelijk bevoegd om de beëindigingsovereenkomst van partijen te ontbinden. Nu nakoming van deze overeenkomst door Paper Point nog mogelijk was, ontstond de bevoegdheid tot ontbinding voor [A] pas na intreden van het verzuim van Paper Point. Daarvoor is in beginsel vereist dat [A] Paper Point in gebreke had gesteld terzake het niet overnemen van de schuldenlast en Paper Point een termijn had gesteld om alsnog na te komen, waarna nakoming was uitgebleven. In het onderhavige geval ontbreekt er echter een ingebrekestelling van [A] aan het adres van Paper Point. Voor zover [A] meent dat een ingebrekestelling niet nodig was, omdat hij uit mededelingen van Paper Point mocht afleiden dat zij niet zonder tekortkoming zou nakomen, kan hij daarin niet worden gevolgd. De mededeling van Paper Point dat zij er niet in was geslaagd om een deal met de schuldeisers van [A] te sluiten, kan in het licht van het hiervoor overwogene niet worden beschouwd als een mededeling dat zij zou tekortschieten.
5.6. Aangezien [A] niet bevoegd was om de beëindigingsovereenkomst te ontbinden, is de daaruit voortvloeiende arbeidsovereenkomst nog steeds van kracht tussen partijen. Hierop stuiten de vorderingen van [A] die betrekking hebben op de betaling van een franchisevergoeding - bij wege van voorschot althans schadevergoeding - af. De vorderingen sub II. en III. van de dagvaarding zullen dan ook worden afgewezen.
5.7. De sub I. van de dagvaarding gevorderde betaling van achterstallige franchisevergoeding over de maanden maart (deels) en april 2009 zal eveneens worden afgewezen, nu Paper Point onbetwist heeft gesteld dat zij niet bevoegd is om tot uitkering van deze vergoeding aan [A] over te gaan, vanwege door schuldeisers van [A] gelegde beslagen onder Paper Point terzake door laatstgenoemde aan [A] verschuldigde bedragen.
5.8. [A] heeft voorts gevorderd heeft te bepalen dat hij bevrijd zal zijn uit zijn verplichtingen uit hoofde van de beëindigingsovereenkomst en uit de daaruit voortvloeiende arbeidsovereenkomst gemaakte afspraken, te weten het concurrentiebeding en de gedane concessies, althans dat deze verplichtingen dienen te worden opgeschort, totdat de bodemrechter heeft beslist. Ook deze vorderingen liggen voor afwijzing gereed. Gelet op de hiervoor gegeven overwegingen, is de beëindigingsovereenkomst nog steeds van kracht tussen partijen en kan [A] worden gehouden aan de in dat kader met Paper Point gemaakte afspraken. Overigens kan in kort geding geen verklaring voor recht worden gegeven, zodat ook om die reden niet bepaald kan worden dat [A] uit zijn verplichtingen uit hoofde van de beëindigingsovereenkomst/arbeidsovereenkomst zal zijn bevrijd. Voor zover [A] opschorting van het concurrentiebeding wenst, oordeelt de voorzieningenrechter dat hij daartoe onvoldoende gronden heeft aangedragen. Deze kwestie zal hierna in reconventie nog nader aan de orde komen.
5.9. In het kader van de beëindigingsovereenkomst heeft [A] zijn klantenbestand aan Paper Point overgedragen. Nu deze overeenkomst nog onverkort van kracht is tussen partijen, bestaat er geen enkele grond om Paper Point te gebieden om [A] weer volledig te laten beschikken over dit klantenbestand en Paper Point te verbieden om deze klanten te benaderen. De betreffende vorderingen van [A] zullen dus worden afgewezen.
5.10. [A] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Paper Point vastgesteld op:
- vast recht € 262,00
- salaris van de advocaat € 816,00
------------
€ 1.078,00
in reconventie
De standpunten van partijen
6.1. Paper Point legt aan haar vorderingen ten grondslag dat [A], zowel indien wordt uitgegaan van het bestaan van de arbeidsovereenkomst als van het aanvankelijke franchisecontract, hij die overeenkomsten overtreedt door vanaf 1 november 2009 voor zichzelf althans voor de onderneming van zijn partner werkzaam te zijn, waarmee hij Paper Point concurrentie aandoet. Paper Point voelt deze concurrentie aan den lijve, nu de omzet van de (voormalige) klanten van [A] (de "[code]-klanten") de afgelopen tijd sterk is teruggelopen. [A] dient gezien het voorgaande te worden gehouden aan het concurrentiebeding uit de arbeidsovereenkomst, althans aan de in de franchiseovereenkomst opgenomen verplichting om gebruik te maken van het concept van Paper Point en de verplichting om het basisassortiment van Paper Point te gebruiken.
6.2. [A] voert verweer. Hij stelt dat er geen sprake meer is van een arbeidsovereenkomst tussen partijen, zodat hij ook niet langer gehouden is aan het daarin opgenomen concurrentiebeding. In de aanvankelijke franchiseovereenkomst was van een dergelijk beding geen sprake. Voorts geldt dat Paper Point haar verplichtingen uit hoofde van de beëindigingsovereenkomst niet is nagekomen jegens [A]. Tegen die achtergrond zou het niet redelijk zijn om [A] op zijn beurt te verbieden om werkzaam te zijn in de kantoorartikelenbranche. Een dergelijk verbod leidt er ook toe dat hij geen inkomsten meer kan verwerven in die branche. De subsidiaire eis van Paper Point moet worden afgewezen, nu deze uitgaat van een franchiserelatie, terwijl Paper Point zelf stelt dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen partijen. Overigens merkt [A] op dat hij niet voor zichzelf is begonnen te werken. Zijn echtgenote heeft zich wél als onderneemster in de kantoorartikelenbranche gevestigd - om inkomsten voor het gezin te verwerven - en staat als zodanig op de website van Multi Office vermeld. Hiermee wordt de franchiseovereenkomst van partijen niet geschonden. De vermelding van naam en telefoonnummer van [A] op voormelde website berust naar zijn zeggen op een vergissing.
De beoordeling van het geschil
7.1. Het spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen is naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende aanwezig.
7.2. In de tussen partijen nog steeds van kracht zijnde arbeidsovereenkomst is - in artikel 11 - een concurrentiebeding opgenomen. Ter beoordeling ligt voor de vraag of dit concurrentiebeding door [A] is geschonden en of in het verlengde daarvan grond bestaat om hem te veroordelen - op straffe van verbeurte van een dwangsom - dit beding na te leven.
7.3. Voldoende aannemelijk geworden is dat Multi Office een onderneming is die net als Paper Point actief is in de kantoorartikelenbranche en die derhalve als een concurrent van Paper Point kan worden beschouwd. Voorts is naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende komen vast te staan dat [A] op zijn minst genomen betrokken bij, zo niet werkzaam is (geweest) voor Multi Office. Daartoe verwijst de voorzieningenrechter naar de door Paper Point in het geding gebrachte screenprints van de website van Multi Office, vestiging Amsterdam Zuid, waarop [A] op 4 en 5 november jl. als vestigingsmanager / eigenaar vermeld staat. Voorts staat op de screenprint van 11 november jl. het mobiele telefoonnummer van [A] vermeld. Dat deze informatie, zoals [A] stelt, bij vergissing op de website is terechtgekomen, acht de voorzieningenrechter voorshands niet aannemelijk.
7.4. Daarmee is genoegzaam gebleken dat [A] in strijd met het concurrentiebeding zijn werkgever Paper Point concurrentie heeft aangedaan. Dit rechtvaardigt de toewijzing van de primaire vorderingen van Paper Point. De voorzieningenrechter ziet evenwel aanleiding om de veroordeling tot naleving van het concurrentiebeding in tijd te beperken tot een periode van een half jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst, gelet op de korte duur van de arbeidsovereenkomst, zijnde een periode van 8 maanden.
De gevorderde dwangsommen zullen worden toegewezen als hierna te melden.
7.5. De stellingen en weren van partijen ten aanzien van het subsidiair gevorderde behoeven geen bespreking meer.
7.6. [A] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding. Deze kosten worden aan de zijde van Paper Point vastgesteld op € 408,00 aan salaris van de advocaat.
8. De beslissing
De voorzieningenrechter:
in conventie
8.1. wijst af de vorderingen van [A];
8.2. veroordeelt [A] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Paper Point vastgesteld op
€ 1.078,00;
in reconventie
8.3. verbiedt [A] om gedurende de duur van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst en gedurende zes maanden na afloop van deze arbeidsovereenkomst:
a. in Nederland op enigerlei wijze betrokken te zijn bij (hetzij financieel, hetzij om niet)
b. of anderszins op enigerlei wijze betrokken te zijn bij (hetzij financieel, hetzij anderszins)
c. of belang te hebben in (middellijk of onmiddellijk, financieel of anderszins) in
een bedrijf dat op enigerlei wijze concurrerend is aan het bedrijf van Paper Point en de bedrijven waarin deze, hetzij middellijk, hetzij onmiddellijk, enig belang heeft, waaronder haar dochter- en zusterondernemingen, meer in het bijzonder het bedrijf Multi Office te Amsterdam;
d. zelf activiteiten te ontplooien die op enigerlei wijze concurrerend zijn ten opzichte van de hiervoor genoemde bedrijven;
8.4. bepaalt dat [A] een dwangsom zal verbeuren van € 2.000,- voor iedere overtreding van genoemd verbod en voor iedere dag dat deze overtreding voortduurt;
8.5. verbindt aan de aldus te verbeuren dwangsommen een maximum van € 40.000,-;
8.6. veroordeelt [A] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Paper Point vastgesteld op
€ 408,00;
8.7. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
8.8. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Molema en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. Postma op 9 december 2009.?
fn 343