ECLI:NL:RBLEE:2009:BK5507

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
4 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
285668 \ CV EXPL 09-5349
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten door uitzendbedrijf

In deze zaak vordert Start People B.V. (hierna: Start) betaling van buitengerechtelijke incassokosten van [gedaagde]. Start heeft in 2008 uitzendkrachten ingehuurd door [gedaagde] en heeft kosten in rekening gebracht, die niet tijdig zijn betaald. Na inschakeling van incassobureau TKB heeft Start incassokosten bij [gedaagde] in rekening gebracht. De kantonrechter heeft de vordering van Start beoordeeld en vastgesteld dat [gedaagde] in verzuim is geraakt door het niet tijdig betalen van de facturen. De kantonrechter oordeelt dat de gevorderde incassokosten in beginsel toewijsbaar zijn, maar dat de redelijkheid van de gevorderde kosten moet worden beoordeeld. De kantonrechter concludeert dat de gevorderde incassokosten van € 4.104,35 niet in verhouding staan tot de verrichte werkzaamheden door TKB. De kantonrechter wijst de vordering toe tot een bedrag van € 1.000,--, conform de staffel van het rapport Voorwerk II, en wijst het overige af. Daarnaast wordt handelsrente toegewezen tot een bepaald bedrag, en de proceskosten worden gecompenseerd. De uitspraak is gedaan door kantonrechter T.K. Hoogslag op 4 december 2009.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 285668 \ CV EXPL 09-5349
vonnis van de kantonrechter d.d. 4 december 2009
inzake
De besloten vennootschap Start People B.V.,
hierna te noemen: Start,
gevestigd te Almere,
eiseres,
gemachtigde: mr. J.W. Hilhorst,
tegen
[gedaagde],
hierna te noemen: [gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
gemachtigde: J. Talsma-Bakker.
Procesverloop
1. Op de bij dagvaarding vermelde gronden heeft Start gevorderd om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 4.851,25 met rente en kosten.
[gedaagde] heeft bij antwoord de vordering betwist.
Na repliek, dupliek, rolopdracht, akte houdende overlegging producties en akte uitlating is vonnis bepaald op de stukken, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.
Door Start en [gedaagde] zijn producties in het geding gebracht.
Motivering
De vaststaande feiten
2. [gedaagde] heeft in 2008 uitzendkrachten van Start ingehuurd via het kantoor van Start in Dokkum. Start heeft daarvoor kosten in rekening gebracht. [gedaagde] heeft niet betaald binnen de daarvoor door Start gestelde termijn. Start heeft vervolgens het incassobureau TKB ingeschakeld en in verband daarmee incassokosten bij [gedaagde] in rekening gebracht. [gedaagde] heeft de kosten vanwege de uitzendkrachten daarna betaald, maar niet de incassokosten.
Het standpunt van partijen
3. Start vordert betaling door [gedaagde] van de buitengerechtelijke incassokosten. [gedaagde] is in verzuim geraakt door het niet tijdig betalen van de verder door hem niet betwiste facturen. Hetgeen [gedaagde] naar voren brengt over de vestigingsleider van het kantoor van Start in Dokkum is onterecht en ongegrond. TKB heeft substantiële werkzaamheden dienen uit te voeren om de hoofdsom te incasseren en is daar geruime tijd doende mee geweest.
4. [gedaagde] heeft de vordering van Start bestreden. De vestigingsmanager van het kantoor Dokkum heeft na ontvangst van de brieven van TKB gezegd dat als [gedaagde] de facturen zou betalen, het wel goed zou komen.
Verder is [gedaagde] van mening dat de door Start gevorderde buitengerechtelijke incassokosten buitensporig zijn. Het gevorderde bedrag is veel te hoog voor een aantal standaard incassobrieven. Desnoods is [gedaagde] wel bereid om enig bedrag aan Start te vergoeden.
De beoordeling van het geschil
5.1 Het geschil tussen partijen spitst zich toe op de door Start gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. De oorspronkelijke hoofdsom is door [gedaagde] voldaan na inschakeling van TKB. Er is dan ook sprake van een zogenoemde geslaagde incasso en de kantonrechter zal de vordering beoordelen vanuit dat uitgangspunt.
5.2 Dit uitgangspunt brengt met zich mee dat gevorderde buitengerechtelijke incassokosten in beginsel toewijsbaar zijn, maar dat nog wel dient te worden beoordeeld of de gevorderde incassokosten in omvang redelijk zijn. De kantonrechter is hiernaast verder van oordeel dat [gedaagde] zijn kennelijke stellingname, dat hij na overleg met de vestigingsmanager te laat mocht betalen, niet aannemelijk heeft gemaakt. Hij kan daaraan dan ook geen argument in zijn voordeel ontlenen.
6. Start heeft vanwege de buitengerechtelijke incassokosten uiteindelijk een bedrag van € 4.104,35 gevorderd. Uit de door Start overgelegde producties leidt de kantonrechter af dat de eerste sommatiebrief aan [gedaagde] door TKB is verzonden op 3 september 2008. De openstaande hoofdsom bedroeg toen kennelijk € 23.357,91. Aan incassokosten heeft TKB daarbij € 3.503,69 in rekening gebracht. De kantonrechter stelt vast dat dit 15% van de hoofdsom is. Deze vordering is in een aantal daaropvolgende brieven door TKB herhaald. Bij brief van 3 december 2008 heeft TKB vervolgens een bedrag van € 27.362,31 vanwege hoofdsom gevorderd en het hiervoor al genoemde bedrag van € 4.104,35 vanwege incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat dit wederom 15% van de hoofdsom is.
7. Start wenst kennelijk te betogen dat de gevorderde incassokosten in omvang redelijk zijn gezien de werkzaamheden die door TKB zijn verricht. De kantonrechter is van oordeel dat deze stellingname al wordt gelogenstraft door de hoogte van het bij de eerste sommatiebrief van 3 september 2008 in rekening gebrachte bedrag aan incassokosten. Uit het bij repliek door Start overgelegde overzicht van de werkzaamheden van TKB blijkt dat er tot dat moment nog geen buitengerechtelijke werkzaamheden van enige omvang door TKB waren verricht, zodat er van een relatie tussen deze werkzaamheden en de hoogte van de incassokosten ook geen enkele sprake kan zijn. TKB heeft daarentegen een percentage van de hoofdsom in rekening gebracht, dit blijkt ook uit de verhoging van de incassokosten per 3 december 2008.
8. De kantonrechter is van oordeel dat de bedragen zoals die zijn genoemd in de staffel bij het rapport Voorwerk II als redelijk dienen te worden aangemerkt. Gelet op de door [gedaagde] verschuldigde hoofdsom is een bedrag van € 1.000,-- als uitgangspunt redelijk. De volgens het door Start overgelegde overzicht door TKB verrichte werkzaamheden en de incassobrieven zijn naar het oordeel van de kantonrechter naar aard en omvang niet zodanig dat toewijzen van een hoger bedrag dan deze € 1.000,-- daardoor wordt gerechtvaardigd. Daaruit blijkt in ieder geval niet van wezenlijk andere handelingen dan een enkel contact met [gedaagde] en routinematige periodieke controle van de incasso en daaruit voortvloeiende standaard sommaties.
9. Het voorgaande leidt dan ook tot het oordeel dat de vordering van Start met betrekking tot de incassokosten zal worden toegewezen tot een bedrag van € 1.000,-- en voor het overige zal worden afgewezen.
10. Start heeft verder nog handelsrente gevorderd, tot 18 februari 2009 berekend op € 746,90. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] op dat moment de laatste termijn van de hoofdsom heeft voldaan. [gedaagde] heeft zich bereid verklaard om de rente te voldoen. Het gevorderde bedrag zal worden toegewezen, voor het toewijzen van rente na die datum is geen aanleiding. Gesteld noch gebleken is dat Start de incassokosten reeds aan TKB heeft voldaan.
11. De vordering van Start zal voor een aanzienlijk gedeelte worden afgewezen. De kantonrechter ziet dan ook aanleiding om de proceskosten te compenseren in die zin dat elk der partijen de eigen kosten zal dragen.
Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Start van een bedrag groot € 1.746,90, (zegge: éénduizend zevenhonderd en zesenveertig euro en negentig cent);
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de proceskosten in die zin dat elk der partijen de eigen kosten zal dragen;
wijst af het anders of meer gevorderde.
Aldus gewezen door mr. T.K. Hoogslag, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 december 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 184