ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ7619
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.H. de Groot
- P.R.M. Poiesz
- Rechtspraak.nl
Schorsing en ongeldigverklaring rijbewijs wegens geestelijke ongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 24 augustus 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) over de schorsing van de geldigheid van het rijbewijs en de ongeldigverklaring daarvan. De eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.R. Rauwerda, had beroep ingesteld tegen besluiten van het CBR die voortvloeiden uit een vermoeden van geestelijke ongeschiktheid om een motorvoertuig te besturen. Dit vermoeden was ontstaan na meldingen van de politie over verward gedrag van de eiser, die onder psychiatrische behandeling stond. De rechtbank heeft vastgesteld dat het CBR terecht een onderzoek naar de geschiktheid van de eiser heeft opgelegd en de geldigheid van zijn rijbewijs heeft geschorst. De rechtbank oordeelde dat de feiten en omstandigheden voldoende grond vormden voor het vermoeden van ongeschiktheid, en dat de eiser niet tijdig had meegewerkt aan het onderzoek naar zijn rijvaardigheid. De rechtbank verklaarde het beroep in de zaak met registratienummer 09/772 ongegrond, maar verklaarde het beroep in de zaak met registratienummer 09/771 gegrond, en vernietigde de ongeldigverklaring van het rijbewijs. De rechtbank veroordeelde het CBR in de proceskosten van de eiser, die op € 644,00 werden vastgesteld. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van de Wegenverkeerswet en de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid, en benadrukt het belang van tijdige communicatie en medewerking aan onderzoeken.