ECLI:NL:RBLEE:2009:BI6280

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
8 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
273978 \ VZ VERZ 09-62
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en overgang van onderneming

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Leeuwarden op 8 april 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De verzoekster, Meulen & Baarsma B.V., had een voorwaardelijk ontbindingsverzoek ingediend voor het geval zou blijken dat er sprake was van een overgang van onderneming van De Wrede's Beddorama B.V. naar haar. De werkneemster, die sinds 1994 in dienst was bij De Wrede, stelde dat zij van rechtswege in dienst was gekomen bij Meulen & Baarsma en vorderde wedertewerkstelling en loondoorbetaling. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van een overgang van onderneming, waardoor de rechten en verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst bij De Wrede bleven. De loonvordering op De Wrede werd toegewezen, maar de vordering tot wedertewerkstelling werd afgewezen omdat De Wrede haar onderneming had beëindigd. Meulen & Baarsma verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden op basis van gewijzigde omstandigheden, maar de kantonrechter wees dit verzoek af. Hij oordeelde dat het verzoek niet kon worden toegewezen omdat dit de rechten van de werkneemster zou ondermijnen, vooral gezien het feit dat De Wrede de loonbetaling had stopgezet en de werkneemster hierdoor in een kwetsbare positie verkeerde. De kantonrechter concludeerde dat er geen veranderingen in de omstandigheden waren die de ontbinding rechtvaardigden en dat de werkneemster niet kon worden verweten dat zij niet instemde met een verslechtering van haar rechtspositie. Uiteindelijk werd het verzoek tot ontbinding afgewezen en werden de proceskosten tussen partijen gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Heerenveen
zaak-/rolnummer: 273978 \ VZ VERZ 09-62
beschikking van de kantonrechter d.d. 8 april 2009
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Meulen & Baarsma B.V.,
hierna te noemen: Meulen & Baarsma,
gevestigd te Dokkum,
verzoekster,
gemachtigde: mr. E.A. Siegrist,
tegen
[werkneemster],
hierna te noemen: [werkneemster],
wonende te [woonplaats],
verweerster,
gemachtigde: mr. G. van Eupen.
Procesverloop
1.1 Meulen & Baarsma heeft bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 20 februari 2009, voor het geval dat tussen haar en [werkneemster] een arbeidsovereenkomst bestaat, verzocht deze te ontbinden op grond van gewichtige redenen in de zin van artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
1.2 Het verweerschrift van [werkneemster] is binnengekomen op 18 maart 2009.
1.3 De mondelinge behandeling is gehouden op 25 maart 2009. Het verzoek is gelijktijdig behandeld met het door Meulen & Baarsma jegens [werkneemster 2] ingediende voorwaardelijke ontbindingsverzoek (zaaknr. 273967). Van het verhandelde ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. Door [werkneemster] zijn producties in het geding gebracht.
Motivering
de feiten
2.1 In deze procedure geldt het volgende als vaststaand.
2.2 Meulen & Baarsma exploiteert een beddenzaak in het pand aan de Marconiweg 9 te Joure. Aldaar huurt Meulen & Baarsma vanaf 1 december 2008 een verkoopruimte van circa 1.372 m² en een magazijn van circa 42 m². Voordien was op deze locatie gevestigd een beddenzaak van De Wrede's Beddorama B.V. te Joure (hierna: De Wrede). [werkneemster] is sedert 14 februari 1994 in dienst bij De Wrede in de functie van verkoopster, voor 19,04 uren per week tegen een loon van € 1.025,99 bruto per vier weken, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten.
2.3 [werkneemster] heeft Meulen & Baarsma en De Wrede gedagvaard in kort geding, waarbij zij zich primair op het standpunt heeft gesteld dat zij van rechtswege in dienst is gekomen van Meulen & Baarsma omdat sprake is van een overgang van onderneming. [werkneemster] heeft daarom wedertewerkstelling en loondoorbetaling gevorderd, primair bij Meulen & Baarsma, subsidiair bij De Wrede.
2.4 In zijn vonnis van 10 maart 2009 (zaaknr. 270564) heeft de kantonrechter geoordeeld dat geen sprake is van een overgang van onderneming, zodat de rechten en verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst nog steeds op De Wrede rusten. De loonvordering op De Wrede is toegewezen, maar de vordering tot wedertewerkstelling is afgewezen omdat aannemelijk is geworden dat De Wrede haar onderneming heeft beëindigd. De vorderingen jegens Meulen & Baarsma zijn afgewezen.
de standpunten van partijen
2.5 Meulen & Baarsma verzoekt de arbeidsovereenkomst, voor zover in rechte zou komen vast te staan dat deze bestaat, te ontbinden op grond van gewijzigde omstandigheden. Meulen & Baarsma is van mening dat er tussen partijen geen arbeidsovereenkomst bestaat, omdat van een overgang van onderneming van De Wrede naar Meulen & Baarsma geen sprake is. Omdat een bodemprocedure over deze kwestie nog geruime tijd kan duren, heeft Meulen & Baarsma belang bij het beperken van een loonvordering van [werkneemster]. Meulen & Baarsma heeft [werkneemster] een contract voor een jaar aangeboden, maar dat heeft zij geweigerd. Inmiddels heeft Meulen & Baarsma nieuw personeel aangenomen voor de beddenzaak in Joure, zodat er voor [werkneemster] geen plaats meer is. Aldus is sprake van een verandering in de omstandigheden die rechtvaardigt dat de ontbinding wordt uitgesproken zonder toekenning van een vergoeding, aldus Meulen & Baarsma.
2.6 [werkneemster] volhardt in haar standpunt dat sprake is van een overgang van onderneming, zodat een bodemprocedure duidelijkheid zal moeten bieden. Zij blijft zich beschikbaar stellen voor de bedongen arbeid en maakt aanspraak op volledige loonbetaling tot het dienstverband rechtsgeldig is geëindigd. [werkneemster] betwist de door Meulen & Baarsma gestelde verandering in de omstandigheden en concludeert primair tot afwijzing van het verzoek, subsidiair tot toekenning van een vergoeding van (afgerond) achttienduizend Euro op basis van de kantonrechtersformule zoals die luidde tot 1 januari 2009 (c=1).
de beoordeling
2.7 De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod.
2.8 De kantonrechter stelt voorop dat de argumenten die over en weer naar voren zijn gebracht ten betoge dat er wel of niet sprake is van een overgang van onderneming, in deze procedure onbesproken zullen blijven. Of er tussen partijen met ingang van 1 december 2008 van rechtswege een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen, zal in een bodemprocedure moeten worden uitgemaakt. In het kader van dit voorwaardelijke ontbindingsverzoek wordt van de fictie uitgegaan dat er een arbeidsovereenkomst tussen partijen bestaat.
2.9 Toewijzing van het verzoek op de enkele grond dat Meulen & Baarsma dusdoende kan voorkomen dat de loonvordering van [werkneemster] -in afwachting van de uitkomst van een bodemprocedure- oploopt, acht de kantonrechter niet aangewezen. Een dergelijke beslissing zou immers tot gevolg hebben dat de effectuering van de rechten die [werkneemster] jegens Meulen & Baarsma meent te hebben op grond van art. 7:662 e.v. BW, grotendeels illusoir wordt. Dit geldt te meer in de onderhavige situatie waarin De Wrede zich op het standpunt stelt dat sprake is van een overgang van onderneming en op grond daarvan de claims van [werkneemster] afwijst en vooralsnog de loonbetaling niet heeft hervat, zodat de werkneemster tussen de wal en het schip dreigt te raken.
2.10 De vraag of er overigens sprake is van veranderingen in de omstandigheden, welke van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen, beantwoordt de kantonrechter ontkennend. Dat Meulen & Baarsma nieuw personeel heeft aangenomen voor haar winkel in Joure nadat [werkneemster] het haar aangeboden contract voor bepaalde tijd heeft geweigerd, is een omstandigheid die geheel voor rekening en risico van de werkgever komt. Het kan [werkneemster] immers niet worden verweten dat zij niet vrijwillig instemt met een verslechtering van de rechtspositie die zij jegens Meulen & Baarsma denkt te hebben, namelijk een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
2.11 Op grond van het vorenoverwogene komt de kantonrechter tot de slotsom dat het verzoek moet worden afgewezen.
2.12 De kantonrechter acht termen aanwezig om de proceskosten tussen partijen te compenseren.
Beslissing
De kantonrechter:
wijst het verzoek af;
compenseert de proceskosten in dier voege dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Aldus gegeven te Heerenveen en in het openbaar uitgesproken op 8 april 2009 door mr. R. Giltay, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
c 209