RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
zaak-/rolnummer: 277703 \ CV EXPL 09-2814
vonnis van de kantonrechter ex art. 254 lid 4 Rv d.d. 14 april 2009
[werknemer],
hierna te noemen: [werknemer],
wonende te [woonplaats],
eiser in conventie,
gedaagde in reconventie,
gemachtigde: mr. E.W. Kingma,
1. de besloten vennootschap Creative Industries Projects B.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
2. de besloten vennootschap Creative Industries Holding B.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
hierna gezamenlijk te noemen: Creative Industries,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
gemachtigde: mr. W.M. Veldjesgraaf,
1. [werknemer] heeft Creative Industries gedagvaard voor de zitting van 7 april 2009 en, na wijziging van eis bij nadere akte, op de bij exploot vermelde gronden gevorderd bij wijze van voorlopige voorziening uitvoerbaar bij voorraad om Creative Industries hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.185,45 netto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 maart 2009 tot aan de dag der algehele voldoening en te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, alsmede te veroordelen om [werknemer] op de gebruikelijke wijze, zonder inhoudingen buiten de in verband met het privé gebruik van de leaseauto verschuldigde eigen bijdrage en loonheffing wegens fiscale bijtelling, het salaris ten bedrage van € 5.066,41 bruto en overige emolumenten aan [werknemer] door te betalen met ingang van 1 april 2009 tot aan de datum waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zij geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de laatste werkdag van iedere maand, telkens wanneer Creative Industries deze bedragen niet of niet volledig heeft voldaan, alsmede te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW telkens wanner Creative Industries deze bedragen niet of niet geheel binnen de in die bepaling genoemde termijn heeft voldaan, met veroordeling van Creative Industries in de kosten van de procedure.
Bij faxbericht van 3 april 2009 heeft [werknemer] nog een viertal producties overgelegd.
Creative Industries heeft bij brieven, binnen gekomen op 2 april 2009 en 6 april 2009, een negental producties overgelegd.
Bij wijze van eis in reconventie heeft Creative Industries verder gevorderd om bij wijze van voorlopige voorziening te bepalen dat [werknemer] is gehouden om de aan hem ter beschikking gestelde leaseauto BMW 3201 Touring, kenteken 04-GGL-4 binnen twee dagen na het wijzen van daartoe strekkend vonnis in te leveren bij Creative Industries zulks onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag dat [werknemer] daarmee in gebreke blijft, alsmede te bepalen dat [werknemer] gehouden is om de aan hem ter beschikking gestelde laptop Acer type Travelmate 4672WLMI CD/t2300 en mobile telefoons Nokia 6230i /Nokia N95 binnen twee dagen na het wijzen van daartoe strekkend vonnis in te leveren bij Creative Industries, elk onder verbeurte van een dwangsom van € 100,- voor iedere dag dat [werknemer] daarmee in gebreke blijft, alsmede [werknemer] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.819,71 terzake van door Creative Industries af te dragen loonheffing in verband met de fiscale bijtelling en de eigen bijdrage en tot betaling van een bedrag van € 1.006,43 per maand te rekenen vanaf 5 maart 2009 terzake van schadevergoeding wegens het niet inleveren van de auto, althans tot betaling van een voorschot op deze schadevergoeding van € 1.000,-, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, met veroordeling van [werknemer] in de kosten van de procedure in conventie en in reconventie.
De mondelinge behandeling is gehouden op 7 april 2009. Van het verhandelde zijn aantekeningen gemaakt. Partijen hebben bij die gelegenheid hun standpunten nader toegelicht aan de hand van een pleitnota.
Vervolgens is vonnis bepaald.
Nadien op 10 april 2009 heeft Creative Industries nog een faxbericht aan de rechtbank gezonden.
In conventie en in reconventie
Algemeen
2. [werknemer] is op 15 augustus 2002 bij Creative Industries in dienst getreden. Hij was laatstelijk werkzaam in de functie van Cliënt Services Director, tegen een bruto maandsalaris van € 5.066,41, exclusief vakantiebijslag. Tussen partijen is een conflict ontstaan. Op 3 maart 2009 is [werknemer] door Creative Industries op non-actief gesteld. Inmiddels heeft Creative Industries een verzoekschrift strekkende tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend. Aan [werknemer] is door Creative Industries een leaseauto ter beschikking gesteld. Creative Industries heeft [werknemer] op 3 maart 2009 laten weten dat de auto uiterlijk 5 maart 2009 diende te worden ingeleverd. Ook is [werknemer] gesommeerd om een aan hem ter beschikking gestelde laptop en twee mobile telefoons in te leveren. [werknemer] heeft dit nog niet gedaan. Op de salarisbetaling van maart 2009 aan [werknemer] heeft Creative Industries een tweetal inhoudingen tot een bedrag van € 1.181,46 toegepast.
3.1 [werknemer] stelt dat er voor de inhoudingen op zijn salaris over maart 2009 geen grondslag is. Een bedrag van € 400,- is onterecht ingehouden omdat Creative Industries daartoe geen vordering op [werknemer] heeft. Het betreft de eerder door Creative Industries volgens afspraak aan [werknemer] betaalde vergoeding ten behoeve van de door [werknemer] verschuldigde contributie voor de Commerciële Club Friesland. [werknemer] is daarvan lid in verband met de uitoefening van zijn functie. [werknemer] heeft de contributie in maart 2009 betaald. Verder heeft Creative Industries ten onrechte € 781,45 ingehouden. Het betreft het aankoopbedrag van een door [werknemer] via Creative Industries aangeschafte laptop. Afgesproken is dat de aanschafprijs zou worden verrekend met de bonus die [werknemer] zal ontvangen over het jaar 2008. Deze verrekeningen zijn verder ook in strijd met het bepaalde in artikel 7:632 BW omdat zij niet voorkomen in het in die bepaling genoemde rijtje van toegestane inhoudingen. [werknemer] heeft gezien zijn bij Creative Industries ook bekende privé situatie een spoedeisend belang bij zijn vordering.
3.2 De leaseauto wordt door [werknemer] ook gebruikt voor privé doeleinden. Hij heeft in 2009 privé al meer gereden dan de toegestane 500 kilometer en dit onlangs ook aan de belastingdienst gemeld. De auto is daarmee een secundaire en mogelijk primaire arbeidsvoorwaarde en dient te worden beschouwd als looncomponent. De auto dient daarom ook tijdens de non-actiefstelling ter beschikking van [werknemer] te blijven, de afgiftebepaling tijdens non-actiefstelling volgens de auto-leaseregeling is daardoor niet van toepassing. Er zal met ingang van 1 april 2009 wel loonheffing in verband met fiscale bijtelling en bijtelling eigen bijdrage moeten gaan plaatsvinden, maar Creative Industries kan dat op zijn salaris gaan inhouden. Creative Industries loopt in verband hiermee geen risico. [werknemer] is verder ook privé afhankelijk van deze auto, hem zou in geval van afgifte daartoe in ieder geval een redelijke termijn moeten worden gegund. De vordering van Creative Industries ter zake loonheffing over de eerste drie maanden van 2009 in verband met de leaseauto kan ook niet worden toegewezen omdat dit voor rekening van [werknemer] komt en de belastingdienst dit rechtstreeks bij hem zal naheffen. Omdat [werknemer] de auto niet hoeft in te leveren is er geen grondslag voor schadevergoeding wegens niet inleveren van de auto, Het gevorderde bedrag is verder ook onderbouwd. Creative Industries heeft ook geen spoedeisend belang bij deze geldvordering.
3.3 Tussen partijen is niet overeengekomen dat [werknemer] bij non-actiefstelling de mobiele telefoons en de laptop moet inleveren. [werknemer] heeft zich nooit akkoord verklaard met secundaire arbeidsvoorwaarden, waarin zulks zou staan vermeld. [werknemer] kent die voorwaarden ook niet. Het gebruik van deze zaken is ook een secundaire arbeidsvoorwaarde die hem ook tijdens non-actiefstelling toekomt. Afgesproken is dat [werknemer] de telefoons tot een bedrag van € 200,- per maand zakelijk en privé mag gebruiken. [werknemer] heeft in verband met de ontbindingsprocedure verder belang bij de telefoons in verband met de sms-berichten die zich daarin bevinden. [werknemer] is overigens bereid om de laptop aan Creative Industries te overhandigen.
Standpunt Creative Industries
4.1 De vordering van [werknemer] betreft een relatief klein bedrag. [werknemer] heeft geen spoedeisend belang bij zijn vordering.
4.2 De aanschafprijs van de laptop is al in januari 2009 ingehouden op het salaris van [werknemer], maar op diens verzoek is dat teruggedraaid. Als een werknemer privé zaken aanschaft via de zaak, zal hij daarvoor moeten betalen. Het is inmiddels duidelijk dat er aan [werknemer] geen bonus over 2008 zal worden toegekend. Gelet hierop en omdat hij waarschijnlijk nog maar kort in dienst zal zijn, heeft Creative Industries de aanschafprijs in maart verrekend. Aangezien Creative Industries de laptop op verzoek van [werknemer] heeft aangeschaft, kan dit worden beschouwd als een voorschot op het loon danwel teveel betaald loon. Volgens artikel 7:632 BW mag er dan wel worden verrekend. De contributie voor de Commerciële Club is [werknemer] voorgeschoten. De desbetreffende factuur dateerde uit oktober 2008. Omdat Creative Industries bleek dat [werknemer] in maart 2009 nog niet had betaald, is het bedrag in die maand in mindering gebracht op het salaris. Een voorschot mag volgens artikel 7:632 BW worden verrekend gedurende het dienstverband.
4.3 Volgens artikel 7 van de lease-autoregeling dient een leaseauto in geval van non-actiefstelling te worden ingeleverd. [werknemer] heeft hiervoor getekend en hij moet de auto inleveren. Hij heeft geen recht meer op gebruik van de auto. [werknemer] heeft verder steeds aangegeven de auto slechts zakelijk te willen gebruiken. Dat [werknemer] nu plotseling, zonder Creative Industries daarvan eerder in kennis te stellen, stelt dat hij de fiscus heeft meegedeeld meer dan 500 kilometer te hebben gereden kan niet betekenen dat hij de auto nu niet zou hoeven in te leveren. Deze fiscale wijziging is ook pas aangegeven nadat Creative Industries had gevraagd om afgifte van de auto. De auto is geen loonbestanddeel geworden. Een en ander betekent verder ook dat Creative Industries nog een aanzienlijke afdracht aan de belastingdienst zal moeten verrichten, tot 1 april 2009 berekend op € 1.819,74. Creative Industries vordert verder de leaseprijs die zij maandelijks moet betalen. Doordat [werknemer] de auto niet afgeeft kan zij de auto niet aan een ander ter beschikking stellen.
4.4 [werknemer] heeft geen belang meer bij de laptop en de telefoons. Het abonnement voor de telefoons is inmiddels stopgezet. Op grond van het personeelshandboek dient [werknemer] die zaken in te leveren. Dit personeelshandboek is aanwezig op het intranet van Creative Industries. [werknemer] mag als leidinggevende en MT-lid geacht worden op de hoogte te zijn van deze regels. Creative Industries heeft gelet op de aanstaande ontbindingsprocedure eveneens belang bij de mobile telefoons omdat zich daarin wellicht voor die procedure belangrijke informatie bevindt.
5.1 De vordering van [werknemer] heeft betrekking op een aanmerkelijke inhouding door Creative Industries op het hem toekomende salaris. Reeds daarom heeft hij naar het oordeel van de kantonrechter voldoende spoedeisend belang bij zijn eis.
5.2 Uit hetgeen door partijen is gesteld begrijpt de kantonrechter verder dat als werkgeefster van [werknemer] dient te worden aangemerkt Creative Industries Projects B.V. en niet de eveneens gedagvaarde Creative Industries Holding B.V. Gelet hierop zal de kantonrechter [werknemer] in zijn vordering jegens de Holding alsmede de Holding in haar vordering in reconventie niet-ontvankelijk verklaren. Daar waar in het vervolg Creative Industries wordt genoemd wordt bedoeld Creative Industries Projects B.V.
6.1 Ter zake van verrekening van de vergoeding van de contributie voor de Commerciële Club oordeelt de kantonrechter als volgt. Niet ter discussie staat dat Creative Industries de door [werknemer] verschuldigde contributie volgens afspraak aan hem vergoedde. De in dit kader door Creative Industries verrichte betaling kon naar het oordeel van de kantonrechter niet zonder meer worden teruggehaald met het argument dat [werknemer] nog niet aan zijn contributieverplichting had voldaan, omdat het mogelijk te laat zijn met betalen op zichzelf niet afdoet aan de betalingsverplichting waarvoor de vergoeding door Creative Industries werd gegeven. Indien Creative Industries om de door haar genoemde reden de vergoeding terug wilde ontvangen had het op haar weg gelegen daarover in ieder geval eerst met [werknemer] in overleg te treden. Vast staat verder dat [werknemer] de contributie op 24 maart 2009 heeft betaald.
6.2 Aangaande de verrekening van de aanschafprijs van de laptop is naar het oordeel van de kantonrechter uit de door [werknemer] overgelegde email van de financial controller van Creative Industries van 27 januari 2009 voldoende aannemelijk geworden dat deze zou worden verrekend met een aan [werknemer] toekomende bonus. Creative Industries heeft gesteld dat [werknemer] deze bonus niet, of hoogstwaarschijnlijk niet, toegekend zal krijgen, maar zij heeft dit onvoldoende aannemelijk gemaakt. Onder deze omstandigheden was er geen grondslag voor een inhouding, zoals door Creative Industries is gedaan. Ook hierbij geldt dat, indien [werknemer] niet voor een bonus in aanmerking komt waarmee kan worden verrekend, Creative Industries dit aan hem kenbaar dient te maken en daarbij dan een andere wijze van verrekening zal dienen aan te kondigen.
6.3 Het voorgaande leidt tot het oordeel dat Creative industries ten onrechte is overgegaan tot inhouding van een bedrag van € 1.181,45 op het salaris over maart 2009 en dat zij dit bedrag alsnog aan [werknemer] zal dienen te betalen. De vordering van [werknemer] dienaangaande zal dan ook worden toegewezen. De door [werknemer] in verband hiermee gevorderde wettelijke rente en wettelijke verhoging zullen eveneens worden toegewezen. De wettelijke rente zal worden toegewezen ingaande 1 april 2009, de dag waarop het loon volgens artikel 7:623 lid 1 BW had dienen te worden voldaan.
7. De vordering tot doorbetaling van het salaris vanaf 1 april 2009 conform het gevorderde zal eveneens worden toegewezen nu deze vordering op zichzelf toewijsbaar is en [werknemer] daarbij voldoende belang heeft. De daarover gevorderde wettelijke verhoging en wettelijke rente zullen evenwel niet worden toegewezen omdat de kantonrechter daartoe onvoldoende grondslag aanwezig acht nu het toekomstige salaristermijnen betreft.
8.1 Omtrent de vordering in reconventie strekkende tot afgifte van de leaseauto oordeelt de kantonrechter als volgt. Uit het verhandelde ter zitting leidt de kantonrechter af dat [werknemer] de auto privé mocht gebruiken en dit met ingang van 2009 ook is gaan doen. De kantonrechter is van oordeel dat dit (geëffectueerde recht op) privé-gebruik van de auto als een beloningscomponent dient te worden aangemerkt. Dat [werknemer] de auto in 2008 en daarvoor kennelijk niet privé heeft gebruikt en van het privé-gebruik ook niet aanstonds melding heeft gemaakt maakt dit niet anders. Nu er sprake is van een beloningscomponent leidt dit tot het oordeel dat Creative Industries niet zonder meer aanspraak op afgifte van de auto heeft op grond van een bepaling uit de leasevoorwaarden, inhoudende dat de auto bij non-actiefstelling dient te worden geretourneerd, aangezien non-actiefstellling de loonbetalingsverplichting van Creative Industries, waaronder het ter beschikking stellen van de auto, onverlet laat. Er is in hetgeen door Creative Industries is aangevoerd omtrent het ter beschikking kunnen stellen van de auto aan een ander onvoldoende aanleiding om nu anders te oordelen, daarbij mede gelet op de aanstaande behandeling van het ontbindingsverzoek waarbij op korte termijn meer duidelijkheid zal komen over de toekomstige verhouding tussen partijen.
8.2 De vordering tot afgifte van de leaseauto, met nevenvorderingen, zal daarom worden afgewezen. Dit leidt er tevens toe dat de vordering tot schadevergoeding danwel voorschot daarop wegens het niet inleveren van de auto, welke vordering is gebaseerd op een inleververplichting door [werknemer], eveneens zal worden afgewezen omdat daarvoor geen grondslag is.
8.3 De vordering van Creative Industries ter zake van af te dragen loonheffing in verband met fiscale bijtelling in verband met de leaseauto over de eerste drie maanden van 2009 zal worden afgewezen, alleen al omdat onvoldoende aannemelijk is geworden dat Creative Industries met een dergelijke naheffing zal worden geconfronteerd. Met betrekking tot toekomstige salaristermijnen zal Creative Industries die fiscale inhoudingen dienen te verrichten waartoe zij op grond van de relevante wetgeving is verplicht. [werknemer] heeft verder te kennen gegeven dat een eigen bijdrage van € 150,- per maand over de eerste drie maanden van 2009 alsnog op het hem toekomende salaris van april 2009 door Creative Industries kan worden ingehouden.
9. De kantonrechter acht het gelet op hetgeen daaromtrent door [werknemer] is gesteld en door Creative Industries niet is bestreden, dat ten aanzien van de telefoons een privé-gebruik was toegestaan. Op grond hiervan vormt het gebruik van die telefoons eveneens een beloningscomponent, waarvoor hetzelfde geldt als hiervoor is overwogen ten aanzien van de auto. Het belang dat nog door Creative Industries is gesteld bij teruggave, het kunnen uitlezen van de telefoons in verband met de aanstaande ontbindingsprocedure, weegt hier naar het oordeel van de kantonrechter niet tegenop. De vordering van Creative Industries tot teruggave van de telefoons en de daarbij behorende nevenvordering zal worden afgewezen.
10. De kantonrechter begrijpt uit het faxbericht van Creative Industries van 10 april 2009 dat de laptop door [werknemer] is teruggegeven, echter zonder de originele harde schijf. [werknemer] heeft dit niet weersproken. Naar het oordeel van de kantonrechter is er eerst sprake van het teruggeven van de laptop indien dit volledig en in oorspronkelijke staat gebeurt. Nu hij dit heeft nagelaten zal de vordering van Creative Industries hieromtrent worden toegewezen. In verband met de gevorderde dwangsom zal de plicht tot teruggave echter ingaan twee dagen na betekening van dit vonnis. Voorts ziet de kantonrechter billijkheidshalve aanleiding om de gevorderde dwangsom te maximeren tot € 1.000,-.
11. Creative Industries zal in conventie als hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter ziet aanleiding om de proceskosten in reconventie te compenseren in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten zal dragen.
De kantonrechter:
Rechtdoende in kort geding
veroordeelt Creative Industries Projects B.V. tot betaling aan [werknemer] van een bedrag groot netto € 1.181,45 (zegge: éénduizend éénhonderd en éénentachtig euro en vijfenveertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 april 2009, tot aan de dag der algehele voldoening alsmede te vermeerderen met de wettelijke verhoging volgens artikel 7:625 lid 1 BW;
veroordeelt Creative Industries Projects B.V. om [werknemer] op de gebruikelijke wijze, zonder inhoudingen buiten de in verband met het privé gebruik van de leaseauto verschuldigde eigen bijdrage en loonheffing wegens fiscale bijtelling, het salaris ten bedrage van € 5.066,41 bruto en overige emolumenten aan [werknemer] door te betalen met ingang van 1 april 2009 tot aan de datum waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn geëindigd;
veroordeelt Creative Industries Projects B.V. in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [werknemer] begroot op € 400,- (2 punten à € 200,-) wegens salaris en op € 293,98 wegens verschotten;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het anders of meer gevorderde;
verklaart [werknemer] niet-ontvankelijk in zijn vordering jegens Creative Industries Holding B.V.;
veroordeelt [werknemer] om de aan hem ter beschikking gestelde laptop Acer type Travelmate 4672WLMI CD/T2300 binnen twee dagen na betekening van dit vonnis in te leveren bij Creative Industries Projects B.V., zulks onder verbeurte van een dwangsom van € 100,- per dag voor iedere dag dat [werknemer] daarmee in gebreke blijft, zulks tot een maximum van
€ 1.000,-;
wijst de vorderingen voor het overige af;
verklaart Creative Industries Holding B.V. niet-ontvankelijk in haar vordering jegens [werknemer];
compenseert de proceskosten aldus dat ieder de eigen kosten zal dragen.
Aldus gewezen door mr. J.E. Biesma, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 april 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.