ECLI:NL:RBLEE:2009:BH4592
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onterecht afzien van het horen van eiser in bezwaarprocedure tegen WOZ-beschikking
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 19 februari 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, eigenaar van een onroerende zaak, en de heffingsambtenaar van de gemeente Tytsjerksteradiel. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van zijn woning, die door de heffingsambtenaar was vastgesteld op € 367.500,- voor het kalenderjaar 2008. Eiser stelde dat hij niet was gehoord in de bezwaarfase, ondanks zijn verzoek daartoe, en dat zijn belangen hierdoor waren geschaad. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar ten onrechte had afgezien van het horen van eiser, omdat het bezwaarschrift niet kennelijk ongegrond was. De rechtbank benadrukte dat een bezwaarschrift slechts als kennelijk ongegrond kan worden aangemerkt als dit zonder verder onderzoek duidelijk is, wat in dit geval niet het geval was. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond en vernietigde de uitspraak op bezwaar. Tevens droeg zij de heffingsambtenaar op om opnieuw uitspraak te doen op de bezwaren van eiser, waarbij eiser op de juiste wijze gehoord moet worden. De rechtbank wees erop dat er geen proceskostenveroordeling plaatsvond, omdat eiser geen kosten had gemaakt die voor vergoeding in aanmerking kwamen. De uitspraak kan binnen zes weken na verzenddatum worden aangevochten bij het gerechtshof te Leeuwarden.