ECLI:NL:RBLEE:2009:BH2714
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.R.M. Poiesz
- E.M. Visser
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke geschil over verkeersbesluit tot geslotenverklaring van parallelwegen
In deze zaak gaat het om een bestuursrechtelijk geschil tussen [X], een inwoner van Sint Annaparochie, en de besloten vennootschap Toronto Services BV, gevestigd in Berlikum, tegen het college van gedeputeerde staten van Fryslân. Het college heeft op 12 november 2007 een besluit genomen om de parallelwegen aan weerszijden van de provinciale weg N383 te sluiten voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen, met uitzondering voor landbouwvoertuigen en aanwonenden. [X] heeft bezwaar aangetekend tegen dit besluit, maar het college heeft dit bezwaar op 26 februari 2008 ongegrond verklaard. Hierop heeft [X] beroep ingesteld, zowel in eigen naam als als bestuurder van Toronto Services.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 8 januari 2009. Tijdens de zitting is naar voren gebracht dat de geslotenverklaring van de parallelwegen de bereikbaarheid van het notariskantoor van [X] negatief beïnvloedt, omdat het kantoor alleen bereikbaar is via de provinciale weg N383. [X] stelt dat de omrijtijd aanzienlijk is toegenomen en dat er geen voldoende onderbouwing is voor de geslotenverklaring. Het college heeft echter betoogd dat de parallelwegen zijn aangelegd ter ontsluiting van aanliggende percelen en ter bevordering van de verkeersveiligheid, en dat de route via de parallelweg niet alleen door [X] en zijn bezoekers zou worden gebruikt, maar ook door andere inwoners.
De rechtbank overweegt dat het college bij het nemen van een verkeersbesluit ruime beoordelingsvrijheid toekomt en dat de belangen van verkeersveiligheid zwaarder wegen dan de belangen van [X] bij een betere bereikbaarheid. De rechtbank concludeert dat het college voldoende onderbouwing heeft gegeven voor de noodzaak van de afsluiting en dat het beroep van Toronto Services niet-ontvankelijk moet worden verklaard, terwijl het beroep van [X] ongegrond wordt verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. E.M. Visser, in tegenwoordigheid van mr. P.R.M. Poiesz als griffier, en is openbaar uitgesproken op 12 februari 2009.