ECLI:NL:RBLEE:2008:BJ3125

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
2 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
204385 \ CV EXPL 06-5567
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aandelenlease en de zorgplicht van financiële instellingen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Leeuwarden werd behandeld, hebben eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde Mr. M.E. Bosman, een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap Aegon Financiële Diensten B.V., vertegenwoordigd door mr. D.M.A. Gerdes. De zaak betreft een aandelenleaseovereenkomst die in 2001 werd afgesloten. Eisers stelden dat Aegon hen onvoldoende had geïnformeerd over de risico's van deze overeenkomst, en dat dit hen in een nadelige positie had gebracht. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 17 juni 2008 eisers de gelegenheid gegeven om nadere bewijsstukken aan te leveren over hun financiële situatie ten tijde van het sluiten van de overeenkomst. Echter, de overgelegde stukken gaven onvoldoende inzicht in de financiële omstandigheden van eisers, waardoor hun stellingen niet konden worden onderbouwd.

De rechtbank oordeelde dat de raadsman van eisers niet in staat was om de nodige bewijsstukken te overleggen, ondanks dat hij daartoe meerdere kansen had gekregen. De rechtbank concludeerde dat de stellingen van eisers gepasseerd moesten worden. Daarnaast werd het beroep op schending van de informatieverplichting door Aegon afgewezen. De rechtbank stelde vast dat Aegon, als professionele financiële instelling, een bijzondere zorgplicht heeft jegens particuliere cliënten, maar dat in dit geval geen sprake was van onredelijke risico's verbonden aan de aandelenleaseconstructie. De rechtbank oordeelde dat het risico voor eisers beperkt was en dat Aegon niet verplicht was om expliciet voor dit risico te waarschuwen.

Uiteindelijk wees de rechtbank de vorderingen van eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten, die gelimiteerd werden tot € 800,-- wegens salaris. De rechtbank verklaarde het vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis werd uitgesproken op 2 september 2008 door kantonrechter mr. J.E. Biesma in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 204385 \ CV EXPL 06-5567
vonnis van de kantonrechter d.d. 2 september 2008
inzake
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
en
[eiser],
wonende te [woonplaats],
hierna gezamenlijk te noemen: [eisers],
eisers,
gemachtigde: Mr. M.E. Bosman,
tegen
De besloten vennootschap Aegon Financiële Diensten B.V.,
hierna te noemen: Aegon,
gevestigd te Leeuwarden,
gedaagde,
gemachtigde: mr. D.M.A. Gerdes.
Procesverloop
1. Naar aanleiding van het tussenvonnis van 17 juni jl. hebben partijen, [eisers] onder het overleggen van producties, elk een akte genomen, waarna wederom vonnis is bepaald.
Motivering
2. Bij voornoemd tussenvonnis, waarvan de inhoud als hier overgenomen wordt beschouwd, is Imhof c.s de gelegenheid geboden nadere bewijsstukken omtrent de inkomens- en vermogenspositie aan te dragen, waaruit opgemaakt zou kunnen worden dat het in 2001 onverantwoord was om de ten processe bedoelde aandelenleaseovereenkomst af te sluiten.
Bij akte is namens "[A] c.s." (kennelijk [eisers], in deze procedure ook al aangeduid als "[B] c.s.") een aantal stukken overgelegd.
3. De overgelegde stukken bieden onvoldoende inzicht in de financiële omstandigheden van [eisers] ten tijde van het sluiten van de overeenkomst. Een overzicht van uitgaven ontbreekt, de eigen opgave van het jaarinkomen lijkt niet te kloppen met het overzicht, omtrent spaar- en andere tegoeden wordt geen bewijs geleverd, en enige toelichting op de stukken ontbreekt.
In aanmerking nemend dat de raadsman van [eisers] vele mogelijkheden heeft gehad om zijn stellingen concreet te onderbouwen, ondanks het achterwege laten daarvan bij tussenvonnis daartoe nogmaals in de gelegenheid is gesteld, en thans wederom verzuimt om enige diepere onderbouwing te verschaffen, dienen zijn stellingen gepasseerd te worden.
4. Het beroep op schending van de informatieverplichting faalt eveneens. In beginsel is een financiële instelling zoals Aegon – als bij uitstek professioneel en deskundig op dit terrein – jegens particuliere, niet professionele, cliënten zoals [eisers], tot een bijzondere zorgplicht gehouden in geval van mogelijke grote risico's verbonden aan aandelenleaseconstructies. In het onderhavige geval is van dergelijke risico's evenwel geen sprake. Immers: blijkens de overeenkomst is het risico voor [eisers] ertoe beperkt dat hij aan het einde van de looptijd, op welk moment de leasesom geheel is afgelost, blijft zitten met in waarde gedaalde aandelen en daardoor geen enkel geldelijk gewin zal ondervinden en zijn inleg mogelijk (deels) verloren heeft. Een dergelijk risico is eigen aan beleggen en mag bekend verondersteld worden. Of dit risico zich zou hebben voltrokken, zou overigens pas in 2021 kunnen worden beoordeeld. Het risico van een restschuld doet zich enkel voor bij tussentijdse beëindiging. Nu tussentijdse beëindiging niet tot de wezenlijke kenmerken van de overeenkomst behoort had Aegon niet nadrukkelijk voor dit risico hoeven te waarschuwen. Dat [eisers] zich thans geconfronteerd kan zien met een eventuele restschuld, is niet het gevolg van het gestelde risicovolle karakter van de overeenkomst maar van de mogelijke tussentijdse beëindiging door [eisers]
5. De vorderingen van [eisers] zullen afgewezen worden, waarbij hij als de in het ongelijk gestelde partij zal worden veroordeeld in de proceskosten. Deze kosten overigens zullen gelimiteerd worden nu er voor een goed deel sprake is van standpunten en verweren die ook in vele andere procedures zijn ingenomen en gevoerd. De kantonrechter ziet in hetgeen door Aegon is aangevoerd geen aanleiding te bepalen dat de proceskosten binnen 7 dagen voldaan moeten zijn.
Beslissing
De kantonrechter:
wijst de vorderingen van [eisers] af;
veroordeelt [eisers] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Aegon begroot op € 800,-- wegens salaris;
verklaart dit vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. J.E. Biesma, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 september 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 185