ECLI:NL:RBLEE:2008:BJ3104
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aandelenlease en instemmingsvereiste echtgenoot in echtscheidingssituatie
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden op 19 augustus 2008, gaat het om een geschil tussen echtelieden [eiseres] en [eiser] en de besloten vennootschap Aegon Financiële Diensten B.V. De kern van de zaak betreft de vraag of de instemming van de echtgenoot vereist was voor de totstandkoming van een aandelenlease-overeenkomst. De eisers, die beiden in een echtscheidingssituatie verkeerden, stelden dat de overeenkomst vernietigbaar was omdat [eiser] niet had ingestemd. Aegon betwistte dit en voerde aan dat [eiser] op de hoogte was van de overeenkomst en dat de instemming niet meer relevant was na de scheiding.
De kantonrechter oordeelde dat de onjuiste vermelding van [eiser] op de dagvaarding geen belemmering vormde voor de procedure. De rechter benadrukte dat het van belang is dat [eiseres] en [eiser] gehuwd waren ten tijde van het sluiten van de overeenkomst. De kantonrechter stelde vast dat er geen buitengerechtelijke vernietigingsverklaring was overgelegd die de vernietigbaarheid van de overeenkomsten zou onderbouwen. Dit leidde tot de conclusie dat de overeenkomsten niet buitengerechtelijk waren vernietigd.
Daarnaast werd de verjaringstermijn van het beroep op vernietiging besproken. Aegon stelde dat [eiser] al in 2000 op de hoogte was van de overeenkomst, wat door de kantonrechter werd onderschreven. De rechter verzocht [eisers] om relevante stukken in het geding te brengen die betrekking hadden op de financiële afwikkeling van de echtscheiding. De zaak werd aangehouden voor verdere aktewisseling, waarbij de kantonrechter het belang van een ordentelijke onderbouwing van de standpunten benadrukte.