ECLI:NL:RBLEE:2008:BG4909
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- U. van Houten
- P.R.M. Poiesz
- Rechtspraak.nl
Herindicatie van eigen bijdrage voor scootmobiel onder de WMO
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 18 november 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een persoon met een neurologische aandoening, en het bestuur van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân. Eiser had bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder om per 1 januari 2008 een eigen bijdrage te vragen voor de scootmobiel die hij in gebruik had, welke was verstrekt onder de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg). Met de inwerkingtreding van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) was de Wvg komen te vervallen, en verweerder had eiser geïnformeerd dat er vanaf 1 januari 2008 een eigen bijdrage zou worden gevraagd voor de scootmobiel.
Eiser stelde dat er een nieuwe indicatie op grond van de WMO had moeten plaatsvinden voordat een eigen bijdrage kon worden opgelegd. Hij betoogde dat de standaardbrief van verweerder niet voldeed en dat er per geval een heronderzoek had moeten plaatsvinden. Verweerder baseerde zijn besluit op artikel 15 van de WMO en stelde dat het beleid om een eigen bijdrage te vragen een politieke keuze was die niet in strijd was met de WMO. De rechtbank oordeelde dat het besluit van verweerder een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) was en dat de overgangsregeling van een jaar terecht was toegepast.
De rechtbank concludeerde dat er geen noodzaak was voor een nieuw indicatieonderzoek, aangezien er geen wijzigingen waren in de beperkingen van eiser. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en oordeelde dat de beslissing van verweerder zorgvuldig was voorbereid. De rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van de WMO en de overgangsregelingen voor bestaande cliënten van de Wvg.