ECLI:NL:RBLEE:2008:BG4574
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake uitkeringsfraude en valsheid in geschrift
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 13 november 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van uitkeringsfraude en valsheid in geschrift. De verdachte, geboren in 1964, was bijgestaan door haar advocaat mr. R.A. Schütz. De rechtbank heeft gelet op het onderzoek dat op 30 oktober 2008 heeft plaatsgevonden. De officier van justitie had gevorderd om de verdachte te veroordelen tot een werkstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis.
De rechtbank heeft de verklaring van de verdachte, afgelegd voor de sociale recherche, als ongeloofwaardig beoordeeld. De verdachte ontkende dat de sociale recherche haar verklaring had verzonnen, maar haar inconsistenties en de verklaringen van haar partner, die ook door de sociale recherche waren vastgelegd, gaven de rechtbank aanleiding om aan de geloofwaardigheid van de verdachte te twijfelen. De rechtbank heeft verschillende bewijsmiddelen in overweging genomen, waaronder de verklaringen van de verdachte en haar partner, en heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een periode van bijna vijf jaar onjuiste en onvolledige gegevens heeft verstrekt aan de gemeente, waardoor zij onterecht een uitkering heeft ontvangen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift, meermalen gepleegd, en heeft haar veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, die niet tenuitvoergelegd zal worden tenzij de verdachte zich binnen de proeftijd van twee jaar aan een strafbaar feit schuldig maakt. Daarnaast is een werkstraf van 240 uren opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 120 dagen indien de werkstraf niet naar behoren wordt verricht. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het meer of anders telastegelegde, aangezien dit niet bewezen kon worden verklaard.