ECLI:NL:RBLEE:2008:BG3632

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
30 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
17/682011-08 VEV
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een minderjarige voor het bezit en verspreiden van kinderpornografie

In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 30 oktober 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 1993, die werd beschuldigd van het bezit en verspreiden van kinderpornografie. De verdachte was niet ingeschreven in de basisadministratie en verbleef op dat moment op een onbekend adres. Tijdens de zitting op 16 oktober 2008 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. S.O. Roosjen. De officier van justitie eiste veroordeling voor de tenlastelegging, met een voorwaardelijke jeugddetentie van vier weken en bijzondere voorwaarden voor jeugdreclassering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte kinderporno in zijn bezit had en deze ook had verspreid naar een vriend, genaamd [X]. De verdachte verklaarde dat hij de bestanden ongewild had ontvangen door een virus, maar de rechtbank achtte deze verklaring niet aannemelijk. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich bewust was van het bezit van de kinderpornografische bestanden en onvoldoende actie had ondernomen om deze te verwijderen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte voorwaardelijk opzet had op het bezit en de verspreiding van kinderporno. De rechtbank achtte het telastegelegde bewezen en legde een jeugddetentie van vier weken op, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich tijdens de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt of de bijzondere voorwaarden niet naleeft. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen computer en mobiele telefoon onttrokken aan het verkeer, aangezien deze zijn gebruikt voor het delict. De uitspraak benadrukt de ernst van het delict en de impact op de slachtoffers, maar houdt ook rekening met de jonge leeftijd van de verdachte en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector straf
parketnummer 17/682011-08
verkort vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 30 oktober 2008 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats],
niet als ingezetene ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens,
thans verblijvende te [adres].
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 16 oktober 2008.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. S.O. Roosjen, advocaat te Drachten.
Telastelegging
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Op schriftelijke vordering van de officier van justitie ter terechtzitting is de telastelegging gewijzigd, zoals in die vordering staat omschreven. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van die vordering is aan dit vonnis gehecht. De inhoud daarvan moet als hier ingevoegd worden beschouwd.
Vordering officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het telastegelegde;
- oplegging van een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van vier weken;
- oplegging van de bijzondere voorwaarde van verplicht jeugdreclasseringscontact, ook indien dit een ambulante behandeling inhoudt;
- onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen computer en GSM.
Bewijsoverweging
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het verspreiden en het bezit van kinderporno.
Verdachte heeft bij de politie ondermeer het volgende verklaard.
Nadat hij het computerspel "[naam]" had gedownload heeft hij (waarschijnlijk) een virus op zijn computer gekregen, waardoor hij ongewild een aantal bestanden op zijn computer kreeg. Hij heeft gezien dat deze bestanden foto's met daarop kinderporno bevatten. Nadat hij deze kinderporno op zijn computer had bekeken heeft hij de foto's op zijn telefoon gezet en met de telefoon doorgestuurd naar de telefoon van een vriend van hem, genaamd [X], omdat [X] de foto's wilde hebben.
Verder heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij deze bestanden -die hij ongewild had ontvangen- heeft gecomprimeerd en in een map heeft geplaatst. Hij kon deze bestanden niet verwijderen.
Ter terechtzitting is verdachte deels op zijn verklaring bij de politie teruggekomen en heeft hij verklaard dat hij de betreffende bestanden, die op zijn telefoon zijn aangetroffen, naar [X] heeft verzonden, zodat [X] kon onderzoeken of hij de kinderpornografische bestanden kon verwijderen. Tevens verklaarde verdachte dat hij de bestanden niet zelf op zijn telefoon heeft gezet, maar dat deze door het virus -waarmee hij ook in het bezit van de kinderpornografische bestanden is gekomen- er op zijn gezet, doordat zijn mobiele telefoon middels een USB-kabel aan zijn computer was aangesloten.
Deze verklaring acht de rechtbank niet aannemelijk.
De rechtbank stelt voorop dat het niet aannemelijk is dat door een virus in de computer bestanden op een extern geheugen, zoals een telefoon kunnen worden gezet. Het is een feit van algemene bekendheid dat een computer een telefoon niet herkent als een geheugen waarop bestanden zijn weg te schrijven. De bestanden moeten vanuit de computer eerst worden geconverteerd voordat ze naar een telefoon kunnen worden gekopieerd.
Voorts is [X] gehoord door de politie en uit zijn verklaring blijkt dat hij geen internetaansluiting heeft, dat hij van mening is dat verdachte goed met computers kan omgaan en dat ze bij verdachte thuis het spel "[naam]" ([spel]) speelden. Gelet op deze verklaring is de rechtbank van oordeel dat [X] waarschijnlijk niet meer verstand van computers heeft dan verdachte zelf, maar indien dit wel het geval mocht zijn dan had [X] -toen hij bij verdachte thuis achter diens computer zat- kunnen proberen de kinderpornografische bestanden te verwijderen. Verspreiding van de kinderpornografische bestanden door middel van het overzetten van de bestanden naar de telefoon van verdachte en vervolgens naar de telefoon van [X] was derhalve niet nodig om te achterhalen welk virus op de computer van verdachte was terechtgekomen.
Gelet op voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich ervan bewust was dat hij kinderpornografische bestanden in zijn bezit had en dat hij onvoldoende actie heeft ondernomen om deze bestanden te verwijderen dan wel te laten verwijderen. Tevens had hij een zekere beschikkingsmacht over de kinderpornografische bestanden en daardoor hij heeft deze bestanden naar zijn eigen telefoon en naar de telefoon van [X] verspreid.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat verdachte hiermee voorwaardelijk opzet heeft gehad op het bezit van kinderporno en de opzet op het verspreiden van kinderporno.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 januari 2008 tot en met 6 maart 2008 te Sneek in de gemeente Sneek, een afbeelding en meerdere gegevensdragers, te weten een of meerdere harde schijven/harddisks van een computer en een mobiele telefoon, bevattende telkens computerbestanden en/of fotobestanden, telkens bevattende één of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen, bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens een of meerdere personen, die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt waren betrokken of schijnbaar waren betrokken, telkens heeft verspreid en in bezit heeft gehad, te weten foto's met afbeeldingen van seksuele gedragingen van meisjes tussen de tien en zestien jaar en afbeeldingen van jeugdigen die naakt poseren in een onnatuurlijke pose en in een duidelijk seksueel getinte houding en waarbij de nadruk op de geslachtsdelen is gelegd, al dan niet in close-up,bestaande die seksuele gedragingen uit -zakelijk weergegeven-:
- [omschrijving foto's]
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Kwalificatie
Het bewezene levert op het misdrijf:
Een afbeelding, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, meermalen gepleegd en
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van het gepleegde feit;
- de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, het psychologisch rapport d.d. 27 mei 2008, plan van aanpak van Stichting Bureaus Jeugdzorg Gelderland d.d. 3 september 2008, de strafrapportage van Jeugdreclassering Bureau Jeugdzorg Gelderland d.d. 1 oktober 2008 en de brief van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 8 oktober 2008;
- de vordering van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsman.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezit en verspreiding van kinderpornografie, door via de mobiele telefoon door sturen van afbeeldingen naar een vriend van hem.
De vraag naar kinderpornografie veroorzaakt veel leed aan soms nog zeer jonge kinderen, die daarvoor misbruikt worden. Verdachte probeert zijn verantwoordelijkheid uit de weg te gaan door vol te houden dat hij er part noch deel aan zou hebben gehad dat de betreffende kinderpornografische afbeeldingen op zijn computer zijn aangetroffen. Het delict is ernstig en, zeker ook gelet op de roep van de bezorgde samenleving, dient het bezit en verspreiding van kinderpornografie streng bestraf te worden.
In het geval van verdachte dient strafoplegging echter behoorlijk genuanceerd te worden. De afbeeldingen in het bezit van -de destijds veertienjarige- verdachte betroffen veelal weliswaar jonge meisjes, maar wel meisjes die vaak weer ouder waren dan verdachte. In zoverre zal de lustbeleving van verdachte bij het zien van de afbeeldingen niet wezenlijk verschillen van de lustbeleving van volwassenen bij het zien van legale pornografie. Het aspect van lustbeleving van de pedoseksueel die (jonge) kinderen - omdat het kinderen zijn - tot zijn lustobject maakt en om die reden consument is van kinderpornografie, speelt hier geen rol. Hoewel dit het leed van de jonge slachtoffers er niet minder op maakt, is dit een omstandigheid die van invloed behoort te zijn bij de weging van de criminele houding van verdachte. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de jonge leeftijd van verdachte, in een kinderpornografiezaak als deze tot een aanmerkelijk mildere straf moet worden geoordeeld dan in het geval van een volwassene, nog afgezien van het verschil tussen het jeugd- en volwassene strafrecht. De rechtbank zal verdachte, rekening houdend met het rapport van psychologisch onderzoek waarin het recidivegevaar gering wordt geacht en het rapport van het Bureau Jeugdzorg Gelderland, een geheel voorwaardelijke jeugddetentie opleggen.
Inbeslaggenomen goederen
De rechtbank acht de inbeslaggenomen computer en mobiele telefoon vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu het feit hiermee is begaan en de telastegelegde en bewezenverklaarde kinderporno zich op deze voorwerpen bevinden en zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet en met het algemeen belang.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36b(oud), 36b, 36c, 77a, 77g(oud), 77g, 77i, 77x(oud), 77x, 77y(oud), 77y, 77z(oud), 77z, 77aa, 77gg en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:
Verklaart het telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een jeugddetentie voor de duur van vier weken.
Bepaalt, dat deze jeugddetentie niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde, dat de veroordeelde:
- zich bij het ingaan van de proeftijd meldt bij de afdeling reclassering van Bureau Jeugdzorg Gelderland te Velp;
- ervoor zorgt dat hij gedurende de proeftijd bereikbaar is voor deze reclasseringsinstelling;
- zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens genoemde reclasseringsinstelling, ook indien dit een ambulante behandeling inhoudt.
Draagt genoemde reclasseringsinstelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de eventuele uitvoering van de opgelegde jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
- een computer, merk Dell;
- een mobiele telefoon, merk LG, type S5200.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. J.Y.B. Jansen en mr. M. van den Bosch, rechters, bijgestaan door G.T. Zandstra-Alkema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 oktober 2008.