ECLI:NL:RBLEE:2008:BF0140
Rechtbank Leeuwarden
- Voorlopige voorziening
- C.H. de Groot
- E. Pot
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in gedoogbeleid coffeeshop Leeuwarden
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Leeuwarden op 4 september 2008 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. I. van der Meer, had een aanvraag ingediend voor een gedoogbeschikking voor de verkoop van softdrugs in zijn coffeeshop. De burgemeester van Leeuwarden, vertegenwoordigd door mr. M.E. van der Helm, had deze aanvraag afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening op grond van artikel 8:81 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 3 september 2008.
De voorzieningenrechter overwoog dat er geen beletselen waren om verzoeker te ontvangen en dat er voldoende spoedeisend belang was bij de gevraagde voorlopige voorziening. Echter, de rechter concludeerde dat de weigering van de burgemeester om een gedoogbeschikking te verlenen niet kon worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Awb, tenzij er bijzondere omstandigheden waren. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een rechtsplicht tot gedogen rechtvaardigden. De weigering om van het gedoogbeleid af te wijken werd als rechtmatig beschouwd.
Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en werd het bezwaar van verzoeker niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. E. Pot, en er kon geen rechtsmiddel tegen deze uitspraak worden aangewend.