ECLI:NL:RBLEE:2008:BD9034

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
31 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
17/682012-08 VEV
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugddetentie en gedragsbeïnvloedende maatregel opgelegd aan minderjarige verdachte voor diefstal en drugshandel

In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 31 juli 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 1990, die zich schuldig had gemaakt aan meerdere diefstallen en drugshandel. De verdachte, die op dat moment in een opvangcentrum verbleef, werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. C. van den Berg. De rechtbank heeft gelet op het onderzoek dat op 22 juli 2008 heeft plaatsgevonden. De officier van justitie had een jeugddetentie van 205 dagen geëist, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, en een werkstraf van 200 uur, alsook een Gedragsbeïnvloedende Maatregel (GBM) voor de duur van één jaar, zoals geadviseerd door de Raad voor de Kinderbescherming.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich in januari en februari 2008 schuldig had gemaakt aan vier diefstallen uit woningen en daarnaast van november 2007 tot maart 2008 aan de handel in speed en GHB. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was, aangezien er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig waren. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte in overweging genomen, waaronder eerdere veroordelingen en de adviezen van psychologen en de Raad voor de Kinderbescherming.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 205 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, en een werkstraf van 200 uur. Tevens werd de Gedragsbeïnvloedende Maatregel opgelegd, die onder andere deelname aan een programma voor gedragsbeïnvloeding en hulpverlening omvatte. De rechtbank benadrukte dat dit de laatste kans voor de verdachte was om zijn leven te beteren, en dat bij een volgende veroordeling een langdurige detentie te verwachten viel. De verdachte werd vrijgesproken van het meer of anders telastegelegde, aangezien dit niet bewezen kon worden.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector straf
parketnummer 17/682012-08
ter terechtzitting gevoegd parketnummer 17/675522-08
ter berechting gevoegd parketnummer 17/675587-08
verkort vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 31 juli 2008 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans verblijvende in Opvangcentrum Het Poortje te Veenhuizen,
Oude Asserstraat 20 te Veenhuizen.
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 22 juli 2008.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. C. van den Berg, advocaat te Zwolle.
Telastelegging
Aan dit vonnis zijn door de griffier gewaarmerkte fotokopieën van de dagvaardingen gehecht, waaruit de inhoud van de telasteleggingen geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telasteleggingen voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Vordering officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling terzake het in de zaak met parketnummer 17/682012-08 onder 1. primair,
2. primair, 3. primair en 4. primair telastegelegde alsmede het in de zaak met parketnummer 17/675522-08 onder 1. en 2. telastegelegde;
- oplegging van een jeugddetentie voor de duur van 205 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met aftrek van het voorarrest, de oplegging van een werkstraf voor de duur van tweehonderd uren, subsidiair honderd dagen vervangende hechtenis, alsmede de oplegging van de Gedragsbeïnvloedende Maatregel voor de duur van één jaar, zoals deze is geadviseerd door de Raad voor de Kinderbescherming.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het in de zaak met parketnummer 17/ 682012-08 onder 1. primair, 2. primair, 3. primair en 4. primair telastegelegde en het in de zaak met parketnummer 17/ 675522-08 onder 1. en 2. telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
in de zaak met parketnummer 17/682012-08:
1. primair
hij op 26 januari 2008 te Heerenveen, in de gemeente Heerenveen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (aan de [adres]), alwaar verdachte en/of zijn mededaders zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, heeft weggenomen een mobiele telefoon (merk/type; Nokia 6021) en een portemonnee (met inhoud, waaronder diverse passen/identiteitspapieren en een geldbedrag van 170 euro), toebehorende aan [slachtoffer]
2. primair
hij op 9 februari 2008 te Heerenveen, in de gemeente Heerenveen, tussen 00:00 uur en 07:30 uur, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (aan de [adres]), alwaar verdachte en/of zijn mededader zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, heeft weggenomen een navigatiesysteem/boordcomputer (Garmin Quest 1) en een notebook/laptop (Dell Dimension 6200) en een mobiele telefoon (Nokia N73) en een simkaart (behorend bij Nokia gsm) en geld (20 euro), toebehorende aan [slachtoffer].
3. primair
hij op 26 februari 2008 in de gemeente Heerenveen, tussen 00:30 uur en 06:05 uur, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (aan de [adres]), alwaar verdachte en/of zijn mededader zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, en uit een auto, heeft weggenomen laptops/computers (Ibm T43 en Dell D620 en Acer N35 en Hp N610) en waardepapieren/bescheiden (waaronder een rijbewijs en bankpassen en een toegangspas en een paspoort) en een mobiele telefoon (Lg Kg800 Chocolate) en portemonnees en geld en auto- en huissleutels en een zonnebril en een schoudertas (met lippenstift en een mp3-speler) en een navigatiesysteem en een lader, toebehorende aan [slachtoffer]
4. primair
hij op 13 januari 2008 te Heerenveen, in de gemeente Heerenveen, om ongeveer 02:30 uur, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (aan de [adres]), alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, weg te nemen geld en/of een mountainbike en/of andere goederen, toebehorende aan [slachtoffer] die woning via de onafgesloten achter-/keukendeur is binnengegaan, dan wel binnengedrongen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
en in de zaak met parketnummer 17/675522-08
1.
hij op 12 april 2008 te Heerenveen, in de gemeente Heerenveen, opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van ongeveer 10 ml GHB (gammahydroxyboterzuur/
4-hydroxyboterzuur), zijnde 4-hydroxyboterzuur een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
2.
hij in de periode van 1 november 2007 tot en met 31 maart 2008 te Heerenveen, in de gemeente Heerenveen, meermalen opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd, hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine (speed), zijnde amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
en
hij in de periode van 1 november 2007 tot en met 31 maart 2008 te Heerenveen, in de gemeente Heerenveen, meermalen opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd, hoeveelheden van een materiaal bevattende GHB (gammahydroxyboterzuur/ 4-hydroxyboterzuur), zijnde 4-hydroxyboterzuur, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Kwalificatie
Het bewezene levert op de misdrijven:
in de zaak met parketnummer 17/682012-08:
1. primair Diefstal door twee of meer verenigde personen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.
2. primair Diefstal door twee of meer verenigde personen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.
3. primair Diefstal door twee of meer verenigde personen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.
4. primair Poging tot een diefstal door twee of meer verenigde personen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.
in de zaak met parketnummer 17/675522-08:
1. Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod.
2. De voortgezette handeling van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
en de voortgezette handeling van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, het psychologisch rapport d.d. 18 juni 2008, het psychiatrisch rapport d.d. 13 juni 2008, het voorlichtingsrapport van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 16 juli 2008 en het voorlichtingsrapport van Bureau Jeugdzorg d.d. 17 juli 2008;
- het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht;
- de vordering van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsman.
Verdachte heeft zich in januari en februari 2008 schuldig gemaakt aan een viertal diefstallen uit woningen of pogingen daartoe en daarnaast van begin november 2007 tot eind maart 2008 aan de handel in speed en GHB. Dat zijn forse delicten, helemaal voor iemand die nog minderjarig is.
Extra zorgwekkend is dat verdachte in november 2006 en december 2007 ook al door de kinderrechter is veroordeeld voor een aanzienlijk aantal strafbare feiten, waaronder diefstal. Hoewel hem toen beide keren een kans is geboden om zijn gedrag te veranderen, in de vorm van voorwaardelijke straffen en toezicht door de jeugdreclassering, hebben deze veroordelingen duidelijk geen enkele indruk op verdachte gemaakt. De rechtbank zal verdachte daarom deze keer op een zodanige manier straffen, dat er geen misverstand over kan bestaan dat het nu echt menens is.
De rechtbank heeft kennis genomen van de conclusies uit het psychologisch en psychiatrisch onderzoek, waaruit blijkt dat bij verdachte sprake is van benedengemiddelde intelligentie en van een gedragsstoornis met kenmerken van ADHD en PDD-NOS. Dit heeft onder meer tot gevolg, zo stellen de gedragsdeskundigen, dat verdachte sterk geneigd is om spanningen te zoeken, zeer makkelijk beïnvloedbaar is en gevoelig is voor drugsverslaving. De kans op herhaling wordt door zowel de psycholoog als de psychiater hoog genoemd. Beide adviseren een aanpak binnen een strikt juridisch kader die zich richt op zowel de gedragsproblemen van verdachte als zijn verslaving. De Raad voor de Kinderbescherming heeft zich bij deze bevindingen aangesloten. Daarbij heeft de Raad ook nog opgemerkt dat verdachte, die inmiddels als veelpleger staat geregistreerd, keer op keer beterschap beloofd, maar dat hij, zodra de begeleiding iets losser wordt, vrijwel meteen weer terugvalt in delictgedrag. Als punten van zorg heeft de Raad daarnaast nog genoemd dat verdachte niet meer naar school gaat en dat hij geen dagbesteding heeft.
Mede gezien de conclusies van de psycholoog en de psychiater heeft de Raad daarom geadviseerd om aan verdachte een gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) op te leggen, die onder meer inhoudt deelname aan het programma ITB Harde Kern gedurende een periode van twee keer zes maanden, met daarbij gedurende de eerste zes maanden elektronisch toezicht, hulpverlening en begeleiding door de verslavingszorg en begeleiding van het hele gezin in het kader van systeemtherapie.
Daarnaast heeft de Raad het opleggen van een forse werkstraf geadviseerd, zowel als signaal naar verdachte als ook om hem een zinvolle dagbesteding te bieden.
De rechtbank zal de bovengenoemde adviezen volgen. Dat betekent dat verdachte een gedragsbeïnvloedende maatregel zal worden opgelegd, in de vorm zoals de Raad die heeft voorgesteld en een forse werkstraf. Daarnaast zal de rechtbank, overeenkomstig de eis van de officier van justitie, nogmaals een aanzienlijke voorwaardelijke jeugddetentie aan verdachte opleggen.
Verdachte moet goed beseffen dat hij voor de laatste keer de kans krijgt om zijn leven te beteren. De keuze is nu aan hem: of hij laat zich eindelijk van zijn beste kant zien, of hij kan een langdurige detentie verwachten ingeval van een volgende veroordeling.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 45, 56, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77v, 77w, 77wa, 77wb, 77wc, 77wd, 77x, 77y, 77z, 77gg, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:
Verklaart het in de zaak met parketnummer 17/682012-08 onder 1. primair, 2. primair, 3. primair en 4. primair telastegelegd en het in de zaak met parketnummer 17/ 675522-08 onder 1. en 2. telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een jeugddetentie voor de duur van 205 dagen.
Bepaalt, dat van deze jeugddetentie een gedeelte, groot 90 dagen niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht.
Een werkstraf, bestaande uit het verrichten van tweehonderd uren onbetaalde arbeid. De arbeid moet binnen 8 maanden zijn verricht.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie voor de duur van honderd dagen zal worden toegepast.
En legt op de Gedragsbeïnvloedende Maatregel voor de duur van één jaar.
Stelt als inhoud van de Gedragsbeïnvloedende Maatregel:
1) ITB Harde Kern maatregel voor de duur van twee keer zes maanden;
2) Elektronisch toezicht voor de duur van zes maanden;
3) Hulpverlening door Verslavingszorg Noord Nederland, gedurende de gehele periode;
4) Intensieve ambulante persoonlijke begeleiding door Accare te Leeuwarden;
5) Systeembegeleiding door Accare te Leeuwarden en
6) Inspanning verrichten teneinde een Wajong uitkering te verkrijgen.
Draagt Bureau Jeugdzorg te Leeuwarden op de veroordeelde bij de Gedragsbeïnvloedende Maatregel hulp en steun te verlenen.
Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de Gedragsbeïnvloedende Maatregel niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie voor de duur van twaalf maanden zal worden toegepast.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Bracht, voorzitter, mr. B.J. de Jong, rechter en mr. J. van Bruggen, rechter, tevens kinderrechter, bijgestaan door mr. E. Haitsma, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 31 juli 2008.