ECLI:NL:RBLEE:2008:BD3768

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
12 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
17/880067-08 VEV
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak inzake ontucht, verkrachting en kinderporno met TBS

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden op 12 juni 2008, is de verdachte, geboren in 1982 en thans gedetineerd, aangeklaagd voor meerdere zedendelicten, waaronder ontucht, verkrachting en het vervaardigen en verspreiden van kinderporno. De rechtbank heeft gelet op het onderzoek dat op 29 mei 2008 heeft plaatsgevonden, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. W. Boonstra. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van drie jaar en terbeschikkingstelling met voorwaarden geëist, evenals onttrekking aan het verkeer van inbeslaggenomen goederen en schadevergoeding aan de benadeelde partij, [slachtoffer 1].

De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de hem ten laste gelegde feiten, waaronder het plegen van ontuchtige handelingen met minderjarigen en het bedreigen van slachtoffers om hen te dwingen tot seksuele handelingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van zijn psychisch en fysiek overwicht en dat hij zijn slachtoffers heeft gedwongen tot het verrichten van seksuele handelingen, waarbij hij hen dreigde met het openbaar maken van compromitterende foto's.

De rechtbank heeft de ernst van de feiten onderkend en heeft geconstateerd dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, maar dat dit niet afdoet aan de noodzaak van een zware straf. De rechtbank heeft besloten tot terbeschikkingstelling met dwangverpleging, gezien de ernst van de feiten en de kans op herhaling. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar, met de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij van € 4.588,10. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen computer verbeurd verklaard en de inbeslaggenomen drugs onttrokken aan het verkeer.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector straf
parketnummer 17/880067-08
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 12 juni 2008 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1982 te [geboorteplaats],
wonende te [adres]
thans gedetineerd in PI De Wieling, locatie De Marwei
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 29 mei 2008.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. W. Boonstra, advocaat te Leeuwarden.
Telastelegging
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Vordering officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het onder 1., 2., 3. primair, 4. primair en 5. telastegelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren en terbeschikkingstelling met voorwaarden;
- onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen compact discs en de speed;
- verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen computer;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot een bedrag van € 4.588,10;
- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past met betrekking tot de onder 1., 2., 4. primair en 5. telastegelegde feiten de volgende bewijsmiddelen toe, met inachtneming van het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 mei 2008;
2. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] (pag. 76-82 en 93-107) en haar aanvullende verklaringen (pag. 83-88 en 89-92);
3. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] (pag. 171-176 en 177);
4. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] (pag. 189-191);
5. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] (pag. 218-227 en 228-231).
De rechtbank past met betrekking tot het onder 3. primair telastegelegde de volgende bewijsmiddelen toe:
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 mei 2008, welke zakelijk weergegeven- onder meer inhoudt:
Ik heb [slachtoffer 1] gevraagd om naaktfoto's van zichzelf te sturen. Zij heeft 3 à 4 foto's gemaakt van haar borsten en haar gezicht. Later heb ik haar gedreigd. Het filmpje heeft zij niet vrijwillig gemaakt. Ik was kwaad op haar, omdat zij meerdere keren had beloofd bij mij te komen en vervolgens niet kwam. Ik heb haar gechanteerd met het plaatsen van de foto's op het internet. Ik heb het filmpje aan één persoon doorgestuurd. Ik wilde een ontmoeting met haar. Toen ze niet wilde komen, dreigde ik haar. Ik heb haar toen gechanteerd door te dreigen de foto's online te zetten als ze niet kwam. Ik heb dat één keer gedaan. Uiteindelijk kwam ze wel op 22 augustus 2005. De tweede keer was eveneens bij mij thuis. Ik heb toen ook seks met haar gehad.
2. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1], nr. [nummer] d.d. 13 november 2007, welke -zakelijk weergegeven- onder meer inhoudt (pag. 76-82):
Het was voor mij duidelijk dat hij een naaktfoto c.q. een onthullende foto van mij wilde. De dreigementen bestonden uit het volgende. Hij heeft via MSN gedreigd dat als hij geen naaktfoto zou krijgen, hij mijn MSN zou hacken en dan valse informatie over mij naar mijn vrienden en familie zou sturen. Ik was door deze berichten behoorlijk bang geworden, omdat ik erachter was gekomen dat hij inderdaad handig was met de computer. Omdat ik heel erg bang was dat hij valse informatie over mij zou versturen, ben ik op zijn eis ingegaan. Ik heb met een camera een foto van mezelf gemaakt en deze online naar hem gestuurd. De foto die ik heb gemaakt was een foto waar ik met een ontbloot bovenlichaam op stond. Ongeveer 2 à 3 weken later vroeg hij mij foto's waarbij ik mijzelf betastte. Ik heb hem foto's gestuurd waarop ik seksueel getinte handelingen pleeg. Later gaf hij aan dat hij het wel leuk zou vinden als we elkaar zouden ontmoeten in Sneek. Ik reageerde op zijn verzoek afwijzend. Hij gaf aan dat het voor mijn bestwil verstandig was om wel naar hem toe te gaan. Dit kwam weer heel dreigend over. Een paar dagen hierna gaf hij aan dat als ik niet zou komen, hij de naaktfoto's online zou zetten. Uit angst heb ik met hem een afspraak gemaakt. Ik ben toen niet naar Sneek gegaan. Hij reageerde hierop met de bekende dreigementen. Ik ben niet op zijn dreigementen ingegaan. Later kwam ik erachter dat mijn foto's online stonden. Ik zag dat er ongeveer 5 naaktfoto's van mij te zien waren. Bij de foto's stond de volgende tekst ongeveer:" Hoi, ik ben [slachtoffer 1]. Ik wil spannende spelletjes spelen." Daaronder stond mijn adres. Toen ik de foto's zag werd ik heel bang en misselijk. Via MSN kreeg ik van hem een berichtje dat hij heel boos was, omdat ik niet naar Sneek was gekomen. Hij zei dat ik over 2 weken moest komen, want anders zou hij opnieuw de foto's plaatsen en ervoor zorgen dat ze er niet af konden worden gehaald. Het afgesproken weekend in 2005 ben ik naar Sneek gegaan, omdat ik bang was voor zijn dreigementen.
3. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1], nr. [nummer] d.d. 14 november 2007, welke -zakelijk weergegeven- onder meer inhoudt (pag. 83-88):
Op 22 augustus 2005 ben ik voor het eerst naar [verdachte] gegaan. De tweede keer dat ik bij [verdachte] was, was op 18 maart 2006. Dit was weer op zijn uitnodiging. Ik voelde mij gedwongen. Ook die tweede keer had ik er geen zin in om naar hem toe te gaan. Hij vertelde mij dat hij een filmpje had gemaakt van het feit dat wij samen seks met elkaar hadden gehad. [verdachte] nam mij mee naar zijn flatwoning. Wij hadden daar seks. Ik lag op mijn rug en [verdachte] kwam bovenop mij liggen. Ik ben toen heel hard in huilen uitgebarsten en ik heb [verdachte] heel hard van mij afgeduwd. Ik was er zo moe van om continu te zeggen dat ik geen seks met hem wilde hebben en dat ik niet bij hem wilde zijn, dat ik ervan overtuigd was dat het geen zin meer had om tegen hem in te gaan. Ik durfde niet tegen [verdachte] in te gaan, want ik was heel bang dat hij mij pijn zou gaan doen.
4. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van verdachte, nr. [nummer] d.d. 19 februari 2008, welke -zakelijk weergegeven- onder meer inhoudt (pag. 150-156):
De eerste keer vond [slachtoffer 1] het helemaal niet gezellig bij mij. U vraagt mij wat ik gedaan heb om haar weer zover te krijgen dat ze toch weer bij mij thuis kwam. Ik heb haar bang gemaakt met het filmpje. Ze is toen wel weer bij mij gekomen, maar niet uit volledig vrije wil.
5. het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van verdachte, nr. [nummer] d.d. 3 maart 2008, welke -zakelijk weergegeven- onder meer inhoudt (pag. 160-168):
De eerste keer dat zij bij mij was heb ik onder de douche haar borsten en vagina betast. Wij hebben daarna deels seks gehad op de badkamervloer. 's Avonds hebben wij weer seks gehad, toen ben ik klaargekomen. Mijn penis ging in haar vagina. Op die manier hebben wij geneukt. U vraagt mij hoe het daarna verder is gegaan. Ik kan daar op zeggen dat we contact met elkaar gehouden hebben.
Ik dwong haar op een bepaald moment om weer bij mij te komen. Onder de douche heb ik haar toen betast en is eigenlijk hetzelfde gebeurd als de eerste keer dat ze bij mij op bezoek was geweest.
Redengeving bewezenverklaring
De hierboven weergegeven inhoud van de bewijsmiddelen levert op de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank bewezen acht en de overtuiging heeft verkregen, dat verdachte het hem onder 3. primair telastegelegde, zoals hierna weergegeven, heeft begaan.
Bewijsoverweging
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting betoogd dat de rechtbank bij haar beoordeling van de zaak het aanvullend proces-verbaal van 2 mei 2008 niet dient te betrekken, aangezien verdachte omtrent de inhoud van bedoeld proces-verbaal nog niet is gehoord.
De rechtbank is van oordeel dat de omvang en inhoud van de zich in het dossier bevindende stukken, daaronder niet begrepen het aanvullend proces-verbaal, van dien aard zijn, dat op grond daarvan in de onderhavige zaak tot een oordeel kan worden gekomen. De rechtbank zal dan ook in het midden laten of het aanvullend proces-verbaal bij de beoordeling meegenomen kan worden.
Voorts heeft de raadsman van verdachte met betrekking tot het derde feit op de telastelegging aangevoerd, dat van de telastegelegde verkrachting geen sprake is, omdat [slachtoffer 1] zich naar de mening van verdachte niet heeft verzet tegen het seksuele contact. Volgens de raadsman was er sprake van vrijwillig seksueel contact.
De rechtbank is van oordeel dat uit de omstandigheid dat verdachte niet heeft gemerkt dat [slachtoffer 1] zich verzette tegen het seksuele contact, niet kan worden afgeleid dat [slachtoffer 1] in overeenstemming met haar wil heeft gehandeld. De rechtbank baseert dit oordeel op de gedetailleerde verklaringen die [slachtoffer 1] over het seksuele contact heeft afgelegd en op het feit dat de door de deskundigen bij verdachte geconstateerde stoornis tot gevolg heeft dat hij zich slecht in kan leven in de gevoelens van anderen. Uit de verklaringen van [slachtoffer 1] kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden afgeleid dan dat het seksuele contact dat in de woning van verdachte heeft plaatsgevonden, is geschied tegen haar wil. De rechtbank acht het onder 3. primair telastegelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het onder 1., 2., 3. primair, 4. primair en 5. telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 1 januari 2008 tot en met 18 februari 2008 te Sneek, in de gemeente Sneek, meermalen, met [slachtoffer 4] (roepnaam [naam]), geboren op [geboortedatum], die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, telkens buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4], hebbende verdachte
zijn, verdachtes, tong in de mond van die [slachtoffer 4] geduwd/gebracht en die [slachtoffer 4] ontkleed en aan de vagina van die [slachtoffer 4] gelikt en (aan) de borsten van die [slachtoffer 4] gestreeld en betast en gezogen en de hand van die [slachtoffer 4] vastgepakt en die hand op zijn, verdachtes, penis gelegd en met die hand heen en weer en op en neer gaande (aftrekkende) bewegingen gemaakt over de penis van hem, verdachte, en het hoofd van die [slachtoffer 4] vastgepakt en zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 4] geduwd/gebracht en het hoofd van die [slachtoffer 4] heen en weer bewogen en een aantal van zijn, verdachtes, vingers en vervolgens zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer 4] geduwd/gebracht en aldoende heen en weer en op en neer gaande bewegingen gemaakt en aldus gepenetreerd en in het lichaam van die [slachtoffer 4] geëjaculeerd;
2.
hij op 22 augustus 2005, te Sneek, in de gemeente Sneek, met [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum]), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1],
hebbende verdachte zijn, verdachtes, tong in de mond van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht en over de vagina en borsten en het lichaam van die [slachtoffer 1] gestreeld/gewreven en betast en vervolgens zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht en aldoende heen en weer en op en neer gaande bewegingen gemaakt en aldus gepenetreerd en in het lichaam van die [slachtoffer 1] geëjaculeerd;
3. primair
hij in de periode van 1 maart 2006 tot 1 maart 2007 te Sneek, in de gemeente Sneek, door feitelijkheden en bedreiging met feitelijkheden [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte telkens zijn penis en/of een aantal van zijn, verdachtes, vingers in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht, en bestaande die feitelijkheden en die bedreiging met feitelijkheden hierin dat verdachte die [slachtoffer 1] meermalen (via email/MSN/hotmail) heeft ge-/bedreigd dat hij, verdachte, als die [slachtoffer 1] niet zou doen wat hij, verdachte, wilde (namelijk dat die [slachtoffer 1] hem, verdachte, bij hem thuis zou komen bezoeken en gemeenschap met hem, verdachte, moest hebben) de [zogeheten] MSN van die [slachtoffer 1] zou hacken en de aan hem, verdachte, gezonden en door hem, verdachte, gemaakte film en/of foto's, waarop die [slachtoffer 1] naakt stond afgebeeld en/of waarop/waarin die [slachtoffer 1] seksuele handelingen met zichzelf verrichtte, op internet zou plaatsen en daarbij persoonsgegevens zou vermelden en aan familie en/of de directe (woon)omgeving van die [slachtoffer 1] zou zenden, en heeft hij, verdachte, vervolgens daadwerkelijk een aantal van vorenomschreven foto's met een uitnodigende tekst en persoons-/contactgegevens op een openbare profielsite (internet) geplaatst, waarna en waardoor die [slachtoffer 1] zich telkens gedwongen voelde hem, verdachte, te bezoeken, en aldus door zijn, verdachtes, kennelijke bedoelingen en met gebruikmaking van zijn, verdachtes, psychisch en fysiek overwicht op die [slachtoffer 1] en met gebruikmaking van door de genoemde omstandigheden voor die [slachtoffer 1] ontstane afhankelijke situatie waaraan zij geen weerstand kon of durfde te bieden en de omstandigheid dat die [slachtoffer 1] bang was voor hem, verdachte, en vreesde voor hetgeen hij wederom zou doen als zij niet zou doen wat hij, verdachte, wilde, telkens voor die [slachtoffer 1] een [be]dreigende situatie heeft gecreëerd waarin zij zich niet, aan/tegen de sexuele handelingen en gemeenschap met hem, verdachte, kon onttrekken of verzetten;
4. primair
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 13 november 2007 te Sneek, in de gemeente Sneek, meermalen telkens door feitelijkheden en bedreiging met feitelijkheden [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, bestaande die ontuchtige handelingen uit het door die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] (voor een webcam) laten ontkleden en laten betasten van de ontblote borsten en vagina en laten penetreren van de vagina met de vingers en laten masturberen, en bestaande die andere feitelijkheden en die bedreiging met feitelijkheden hierin dat verdachte die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] meermalen, (via email/MSN/hotmail) dreigend heeft toegevoegd dat wanneer die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] niet zouden doen wat hij, verdachte, van hen verlangde, te weten het uitvoeren van vooromschreven ontuchtige handelingen, hij, verdachte, de [zogeheten] MSN van die [slachtoffer 1] zou hacken en vervolgens valse informatie over die [slachtoffer 1] aan vrienden en familie van die [slachtoffer 1] zou verzenden en de reeds eerder aan hem, verdachte, gezonden en/of door hem, verdachte, gemaakte film en/of foto's, waarop die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] naakt stonden afgebeeld en waarop/waarin die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] seksuele handelingen met zichzelf verrichtten, op internet zou plaatsen en daarbij persoonsgegevens zou vermelden en aan familie en/of de directe (woon)omgeving van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] zou zenden, aldus heeft verdachte telkens opzettelijk gebruik gemaakt van de [gelet op de hierboven genoemde omstandigheden] voor die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] ontstane afhankelijke situatie waardoor die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] telkens geen weerstand konden en/of durfden te bieden aan verdachte;
5.
hij in de periode van 1 januari 2004 tot en met 18 februari 2008 te Sneek, in de gemeente Sneek, meermalen, afbeeldingen van seksuele gedragingen en filmfragmenten van seksuele gedragingen, bij welke afbeeldingen en filmfragmenten telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken en welke afbeeldingen en filmfragmenten waren vastgelegd op gegevensdragers, te weten op harde schijven van een computer,
A.
heeft vervaardigd via een internetverbinding en/of een webcamverbinding, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
- [omschrijving]
- [omschrijving]
en
B.
in het bezit gehad en/of via internet verspreid, welke voornoemde seksuele gedraging(en) bestonden uit:
- [omschrijving]
- [omschrijving].
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Kwalificatie
Het bewezene levert op de misdrijven:
1. Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
2. Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
3. primair Verkrachting.
4. primair Feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd.
5. Een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben en verspreiden, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister van 7 mei 2008, het rapport van psychiater B. Takkenkamp van 19 mei 2008 en het rapport van psycholoog E.R. Sam van 14 april 2008;
- de vordering van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsman.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere zedendelicten alsmede aan het vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van kinderporno.
Via internet legde verdachte contact met jonge meisjes. Al snel nadat dit contact tot stand gekomen was, vroeg hij hen om seksueel getinte foto's en filmpjes van zichzelf te maken en aan hem te laten zien. Ook wilde verdachte dat de meisjes bij hem thuis op bezoek kwamen. Verdachte dreigde voortdurend compromitterende foto's en andere informatie over hen online te zullen zetten, als de meisjes niet deden wat hij wilde. In één geval heeft verdachte zijn dreigementen ook daadwerkelijk uitgevoerd. Verdachtes dreigementen hebben ertoe geleid dat een aantal meisjes onder dwang voor de webcam bij zichzelf seksuele handelingen heeft verricht, welke beelden verdachte op zijn computer bewaarde.
Eén meisje is onder druk van verdachte daadwerkelijk een aantal keren bij hem thuis geweest waar zij tegen haar wil seks met hem heeft gehad. Met een ander meisje heeft verdachte seks gehad toen zij nog maar 14 jaar was.
Door zijn handelwijze heeft verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van een aantal jonge meisjes, die hierdoor de rest van hun leven getekend zullen zijn.
Uit de rapportages van de psychiater en de psycholoog blijkt dat bij verdachte reeds op jeugdige leeftijd een autisme spectrum stoornis is vastgesteld. Als gevolg van deze stoornis heeft verdachte moeite met het inschatten van sociale interacties en kan hij zich moeilijk in anderen verplaatsen. De psychiater constateert verder dat er aanwijzingen zijn die lijken te wijzen op pedofilie, maar dat er onvoldoende harde symptomen zijn om deze diagnose met zekerheid te kunnen stellen. De psychiater is van mening dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is; de psycholoog acht verdachte verminderd tot sterk verminderd toerekeningsvatbaar. Beide deskundigen achten de kans op herhaling aanwezig, wanneer verdachte geen intensieve behandeling krijgt en adviseren een TBS met voorwaarden.
Met de deskundigen is de rechtbank van oordeel dat een TBS aangewezen is. Anders dan de deskundigen is de rechtbank echter van oordeel dat niet een TBS met voorwaarden, maar een TBS met dwangverpleging opgelegd moet worden. Het betreft hier zeer ernstige strafbare feiten, waarvan de ernst niet tot verdachte lijkt door te dringen. Verdachte lijkt gedurende een periode van een aantal jaren volledig te zijn gepreoccupeerd door seks met jonge meisjes. Hij lijkt vooral uit te zijn geweest op zijn eigen seksueel gerief. Wat verder opvalt is dat verdachte gedurende een deel van deze periode nog bij zijn ouders woonde. Het toezicht van de ouders heeft echter niet verhinderd dat verdachte de strafbare feiten pleegde. Ook de behandelingen die verdachte in zijn jeugd heeft ondergaan hebben niet kunnen voorkomen dat verdachte ernstig in de fout is gegaan. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat een TBS met dwangverpleging noodzakelijk is en de rechtbank zal deze dan ook opleggen. Gezien de ernst van de feiten, acht de rechtbank daarnaast een gevangenisstraf op zijn plaats. Bij de bepaling van de duur van deze straf, heeft de rechtbank rekening gehouden met het feit dat verdachte verminderd tot sterk verminderd toerekeningsvatbaar is.
Inbeslaggenomen goederen
De rechtbank acht de aan verdachte toebehorende en inbeslaggenomen compact discs vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu zij bij gelegenheid van het onderzoek naar de door hem begane feiten zijn aangetroffen en zij kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten terwijl het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of het algemeen belang. De rechtbank acht tevens de bij verdachte aangetroffen speed vatbaar voor onttrekking aan het verkeer.
De rechtbank acht de inbeslaggenomen computer vatbaar voor verbeurdverklaring nu het betreft een voorwerp met behulp van welke feit 3. primair, 4. primair en 5. zijn begaan en deze toebehoort aan verdachte.
Benadeelde partij
[slachtoffer 1] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door haar geleden schade ten gevolge van de aan verdachte onder 2., 3. primair, 4. primair en 5 telastegelegde en bewezenverklaarde feiten alsmede de gronden waarop deze berust.
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering, die niet danwel onvoldoende door verdachte en diens raadsman is weersproken, derhalve gegrond en, bij wijze van voorschot, voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36b (oud), 36c, 36d, 36f (oud), 37a, 37b, 57 (oud), 240a, 240b, 242, 245 en 246 van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:
Verklaart het onder 1., 2., 3. primair, 4. primair en 5. telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast dat verdachte ter beschikking zal worden gesteld en beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen computer.
Verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen compact discs en de speed.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1], wonende te [adres], toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 4.588,10 (zegge: vierduizend vijfhonderdachtentachtig euro en tien eurocenten).
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], te betalen een som geld ten bedrage van € 4.588,10 (zegge: vierduizend vijfhonderdachtentachtig euro en tien eurocenten), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 52 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag van € 4.588,10 ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en vice versa, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J. de Jong, voorzitter, mr. H. van der Werff en mr. A. de Jong, rechters, bijgestaan door mr. J.A. van Loo, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 juni 2008.
Mr. B.J. de Jong is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.