ECLI:NL:RBLEE:2008:BD3158
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering ligplaatsvergunning voor veerdienst op Terschelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 3 juni 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Eigen Veerdienst Terschelling b.v. (EVT) en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terschelling. EVT had een aanvraag ingediend voor een ligplaatsvergunning in de haven van Terschelling, maar deze aanvraag werd door de gemeente afgewezen. De rechtbank diende te beoordelen of deze weigering rechtmatig was.
De feiten van de zaak zijn als volgt: EVT wilde een veerdienst opzetten tussen Harlingen en Terschelling en had een ligplaatsvergunning aangevraagd voor een specifieke locatie in de haven. De gemeente had echter al een exclusief recht verleend aan de Terschellinger Stoomboot Maatschappij b.v. (TSM) voor het onderhouden van veerverbindingen. De gemeente stelde dat de weigering van de vergunning was gebaseerd op het doelmatig gebruik van de haven en de beperkte ruimte die beschikbaar was.
De rechtbank oordeelde dat de gemeente onvoldoende had gemotiveerd waarom het doelmatig gebruik van de haven zich verzette tegen de vergunningverlening aan EVT. De rechtbank vond dat de gemeente niet had aangetoond dat de nieuwe verkeersstromen die door EVT's aanvraag zouden ontstaan, schadelijk zouden zijn voor het doelmatig gebruik van de haven. Bovendien had de gemeente kort na de afwijzing van EVT's aanvraag een vergunning verleend aan TSM voor dezelfde locatie, wat vragen opriep over de consistentie van het beleid van de gemeente.
De rechtbank verklaarde het beroep van EVT gegrond, vernietigde de beslissing van de gemeente en droeg de gemeente op om een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van EVT, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd de gemeente veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan EVT.