ECLI:NL:RBLEE:2008:BC6062

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
5 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
78036 HA ZA 06-701
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over bemiddelingsovereenkomst en verschuldigdheid van commissie bij verkoop motorschip

In deze zaak gaat het om een geschil tussen Amels Shipbrokers B.V. en de commanditaire vennootschap C.V. Scheepvaartonderneming Polar Snow, evenals Griend B.V. De rechtbank Leeuwarden heeft op 5 maart 2008 uitspraak gedaan in een zaak die draait om de totstandkoming van een bemiddelingsovereenkomst en de vraag of Polar Snow c.s. commissie verschuldigd zijn aan Amels. De achtergrond van het geschil ligt in de verkoop van het motorschip Griend, dat op 2 november 2005 is verkocht aan Oy Rettig AB. Amels, samen met twee andere makelaars, heeft bemiddelingswerkzaamheden verricht en stelt recht te hebben op een commissie van 3% over de verkoopprijs, wat neerkomt op € 169.800,--. Polar Snow c.s. betwisten de verschuldigdheid van deze commissie, met als argument dat er geen opdracht aan Amels is gegeven en dat de koopovereenkomst door de koper is ontbonden. De rechtbank oordeelt echter dat er wel degelijk een bemiddelingsovereenkomst tot stand is gekomen en dat Polar Snow c.s. zich niet kunnen beroepen op onbevoegdheid van Vectis, die als beherend vennoot optrad. De rechtbank wijst de vordering van Amels toe en oordeelt dat Polar Snow c.s. hoofdelijk moeten betalen, inclusief wettelijke rente vanaf 17 juli 2006. De kosten van de procedure worden ook aan Polar Snow c.s. opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 78036 / HA ZA 06-701
Vonnis van 5 maart 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap AMELS SHIPBROKERS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
procureur mr. J.B. Dijkema,
advocaat mr. M. Verhagen te Rotterdam,
tegen
1. de commanditaire vennootschap
C.V. SCHEEPVAARTONDERNEMING POLAR SNOW,
statutair gevestigd te Drachten,
2. de besloten vennootschap GRIEND B.V.,
statutair gevestigd te Dokkum,
kantoorhoudende te Drachten,
gedaagden,
procureur mr. P. Tuinman.
Hierna zal eiseres Amels, gedaagde sub 1 Polar Snow, gedaagde sub 2 Griend en gedaagden gezamenlijk Polar Snow c.s. genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de bij gelegenheid van de pleidooien overgelegde pleitnota's.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Polar Snow is een scheepsproject in de vorm van een commanditaire vennootschap, verdeeld in 228 participaties over 178 participanten. Sinds 29 december 1999 is Griend beherend vennoot van Polar Snow. Enig bestuurder/aandeelhouder van Griend is de heer [x], hierna: [x]. Polar Snow is eigenaar van het motorschip Griend.
2.2. Op initiatief van de leden van de participantencommissie van Polar Snow heeft een buitengewone vennootschapsvergadering plaatsgevonden op 12 september 2005. Tijdens die vergadering is besloten met onmiddellijke ingang de relatie met beherend vennoot Griend B.V. te beëindigen en is Vectis Shipping B.V. i.o. (opgericht op 14 september 2005) tot beherend vennoot benoemd. [y], hierna: [y], vertegenwoordigt Vectis Shipping, hierna: Vectis.
2.3. Amels, Macholl & Specht en Prageship zijn alle drie makelaar in (zee)schepen. Amels is gevestigd in Nederland, Macholl & Specht en Prageship in Duitsland. Amels wordt vertegenwoordigd door [a], hierna: [a], Macholl & Specht door [b], hierna: [b].
2.4. [b] schrijft bij e-mailbericht van 14 september 2005 (16:37) aan [a], voorzover relevant:
“for and on behalf a company to be nominated bij Messrs. Bror Husell Chartering AB, Aland Island, Finland, we are herewith authorized to offer you firm for reply tomorrow, 15th September 2005, 1200hrs Hamburg-time as follows: -
1.)
price: EUR 5.600.000,-- (…) less 2 pct ttl comm here
(…)
e n d o f f e r”
2.5. [a] schrijft bij e-mailbericht van 14 september 2005 (17:22) aan [y]:
“We understand now that sales-situation of the vsl is still what complicated, and have advised our interested client accordingly.
Nevertheless we now received following offer for the vsl from German repr. (Macholl & Specht GmbH) of Messr Bror Husell Chartering AB, Finland, which apparently have already some sisterships:
Offer; (…)
, we are herewith authorized to offer you firm for reply tomorrow, 15th September 2005, 1200 hrs Hamburg-time as follows: -
1.)
price: EUR 5.600.000,-- (…) less 3 pct ttl comm for division.
(…)
e n d o f f e r”
2.6. Bij e-mailbericht van 20 september 2005 schrijft [y] aan de vertegenwoordigers van de participantencommissie, voorzover van belang:
“Ik wil u toch graag de status geven van de onderhandelingen. Ik wil u er op wijzen dat de onderhandelingen niet geconformeerd zijn door de kopende partij noch zijn ze afgerond (…). Ik verwacht dat vooral de bruto prijs komt te liggen op Euro 5.700.000 i.p.v. Euro 5.650.000.”
2.7. Bij e-mailbericht van 20 september 2005 schrijft [a] aan [y], voorzover van belang:
“(…) For good orders pls note that as far as information known to us, these negos were done via intermediatery of several parties i.e.; Amels Shipbrokers purely acting as brokers for upon instructions of Vectis Shipping and Macholl & Specht from Hamburg acting on behalf of Buyers.
(…)
Interested party; Messrs. Bror Husell Chartering AB, Aland Finland, in the vessel mv Griend (ex Polar Snow);
1.)
last offered price (19/9);
price: EUR 5.650.000,-- (…) less 3 pct ttl commission for division.”
2.8. Bij e-mailbericht van 22 september 2005 schrijft [y] aan [x], voorzover van belang:
“Naar aanleiding van ons gesprek doe ik u hierbij toekomen de bieding die we momenteel namens de CV aan het onderhandelen zijn op het motorschip Griend/Polar Snow.
Mocht u willen reageren dan gaarne via Amels Shipbrokers in Rotterdam (…)”
2.9. Bij e-mailbericht van 22 september 2005 schrijft [a] aan [b] (met een kopie van dit bericht aan Vectis), voorzover van belang:
"(…) pls note that in respect of the dispute on the nomination of vsl's present managing partner a preliminary court judgement is meantime made. This preliminary judgement stated that the appointement of Vectis Shipping B.V. (i.e. Carisbrooke Shipping) was correct and therefore we are able to continue possible sales negotiations with other interested parties like Bror Hussel. However it is also stated that former managing partner of the vessel, i.e. 'Griend B.V.' of Drachten, shall be given the opportunity to equal any final bids of possible Buyers. If Griend B.V. firmly equals Buyers' bid, the sale between other Buyers and Sellers shall be void."
2.10. Bij e-mailbericht van 26 september 2005 (14:35) schrijft [b] aan [a], voorzover van belang:
“Buyers thanks Sellers last which they accept, thus deal is fully fixed on subs/MoA dets. (…)
Thanks very much for good co-operation so far.”
2.11. Bij e-mailbericht van 26 september 2005 (15:48) repliceert [a] aan [b], voorzover van belang:
RECAP:
Vessel : m/v GRIEND (ex Polar Snow)
Buyers : Messrs. Bror Husell Chartering AB (…) of a company tob e nominated by them
Sellers : CV Scheepvaartonderneming polar Snow (…)
1.)
Price: EUR 5.700.000,-- (…) less 2 pct commission yr side.”
2.12. Bij e-mailbericht van 27 september 2005 schrijft [a] aan [y], voorzover van belang:
“(…) we pleased to see both parties came to an agreement on terms/conditions. (…)
1.)
price: EUR 5.700.000,-- (…) less 3 pct ttl commission for division.”
2.13. Bij e-mailbericht van 29 september 2005 schrijft [y] aan [a], voorzover van belang:
“On behalf of the participation commission, we would like to thank you for the assistence in this negotation. We hereby confirm the recap as per attached.”
2.14. Bij e-mailbericht van 18 oktober 2005 schrijft [y] aan [a], voorzover van belang:
“I.e. participants have given the green light to sell and the company Griend BV or its director will not make an offer to the ship any more.”
2.15. Bij e-mailbericht van 31 oktober 2005 schrijft [b] aan [a], voorzover van belang:
“As I told you by phone we will appoint Oy Rettig Ab, Bulevardi 46, FIN 00121 Helsinki Finland as Buyers.”
2.16. Op 2 november 2005 is motorschip Griend door Polar Snow verkocht aan Oy Rettig AB te Helsinki. De afspraken over de verkoop zijn neergelegd in een zogenoemd Memorandum of Agreement (MoA).
2.17. De koopovereenkomst is door de koper Oy Rettig AB bij brief van 7 december 2005 ontbonden in verband met twijfel over de (vertegenwoordigings)bevoegdheid van Vectis.
2.18. Op verzoek van NIBC Bank N.V. en de Stichting Nederlandsche Scheepsbouw Export Centrale heeft een executoriale verkoop van het motorschip Griend plaatsgevonden. Het schip is op 25 april 2006 (executoriaal) verkocht aan Bore Sydgard BV.
2.19. Bij brief van 4 mei 2006 heeft Amels aan Polar Snow c.s. een factuur d.d. 4 mei 2006 gestuurd voor de totale commissie in verband met bemiddelingswerkzaamheden van de drie bij de op 2 november 2005 tot stand gekomen koopovereenkomst tussen Polar Snow en Oy Rettig AB betrokken makelaars Prageship, Macholl & Specht en Amels zelf. Volgens de factuur is per makelaar 1% commissie over de verkoopprijs verschuldigd. De totale nota bedraagt € 169.800,-- (€ 56.600,-- per makelaar).
2.20. Deze factuur heeft Polar Snow onbetaald gelaten.
3. Het geschil
3.1. Amels vordert Polar Snow c.s. hoofdelijk (des dat de een betalend de ander zal zijn gekweten) bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad tegen behoorlijk bewijs van kwijting te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van € 169.800,-- , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 november 2005 althans 4 mei 2006 althans de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening alsmede vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.421,-- althans een bedrag door de rechtbank in goede justitie vast te stellen alsmede met veroordeling van Polar Snow c.s. in de kosten van deze procedure, daaronder begrepen de kosten van het gelegde beslag.
3.2. Polar Snow c.s. voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Amels voert ter onderbouwing van haar vordering aan dat zij bemiddelingswerkzaamheden voor Polar Snow heeft verricht met betrekking tot de verkoop van motorschip Griend. Met medewerking van twee andere (Duitse) makelaars heeft Polar Snow het schip verkocht aan Oy Rettig Ab te Helsinki. Door ondertekening van de op 2 november 2005 gedateerde Memorandum of Agreement is de overeenkomst tot stand gekomen. Amels stelt dat partijen zijn overeengekomen dat zij op grond van haar bemiddelingswerkzaamheden recht heeft op in totaal 3% commissie over de koopprijs. Nu het schip voor € 5.660.000,-- is verkocht, stelt Amels dat Polar Snow c.s. aan haar een bedrag verschuldigd zijn van € 169.800,--. Dat de koop niet geëffectueerd is, maakt in de visie van Amels voor de verschuldigdheid van de commissie niet uit omdat de omstandigheid dat de levering van het motorschip niet heeft plaatsgevonden buiten haar macht en invloed lag.
4.2. Polar Snow c.s. betwisten de vordering. Primair stellen zij zich op het standpunt dat Vectis geen opdracht heeft gegeven aan Amels om het motorschip namens Polar Snow te verkopen en dat er geen overeenkomst van bemiddeling tot stand is gekomen tussen Polar Snow en Amels. Polar Snow c.s. verwijzen in dit verband naar artikel 14 van het reglement van gedragsregels van jacht- en scheepsmakelaars, dat voorschrijft dat opdrachtomschrijving en courtage vóór de aanvang van de feitelijke uitvoering van de opdracht worden overeengekomen. Er is volgens Polar Snow c.s. geen bewijs van een gemaakte afspraak over de hoogte en de verdeling van de courtage. Polar Snow c.s. voeren voorts aan dat niet zij maar de (aspirant) koper Oy Rettig de opdracht heeft verleend om te bemiddelen bij de aankoop van het motorschip, dat Amels ten onrechte een switch heeft gemaakt naar Vectis en dat zij daarmee haar recht op courtage op grond van artikel 7:418 lid 2 BW heeft verspeeld. Subsidiair stellen Polar Snow c.s. dat Vectis onbevoegd was Polar Snow te vertegenwoordigen en dat zij daarom niet aan de overeenkomst van opdracht gebonden was. Doordat het besluit van de vennootschapsvergadering volgens het arrest van het hof Leeuwarden geen effect heeft, is Griend beherend vennoot gebleven en had Vectis de koopovereenkomst niet mogen sluiten namens Polar Snow. In de visie van Polar Snow c.s. zouden in dat geval Vectis dan wel de leden van de participantencommissie hooguit zichzelf hebben gebonden. Polar Snow c.s. stellen, voor het geval de rechtbank zou oordelen dat zij wel commissie verschuldigd zouden zijn, dit niet 3% zou moeten zijn maar 1% omdat de twee Duitse makelaars niet voor Polar Snow zijn opgetreden maar voor de kopende partij. Ten slotte betwisten Polar Snow c.s. de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden waarop Amels zich beroept.
4.3. Anders dan Polar Snow c.s. betogen, oordeelt de rechtbank dat er wel een bemiddelingsovereenkomst tussen partijen tot stand is gekomen. Het standpunt van Polar Snow c.s. dat er geen opdracht door Polar Snow is verstrekt, gaat eraan voorbij dat aanbod en aanvaarding in elke vorm kunnen geschieden en dus ook besloten kunnen liggen in een of meer gedragingen (artikelen 3:35 jo 3:33 en 3:37 lid 1 BW). Uit de e-mailcorrespondentie tussen Amels (in de persoon van [a]) en Vectis (in de persoon van [y]), zoals weergegeven onder 2, blijkt evident dat Amels in opdracht van Polar Snow heeft bemiddeld bij de verkoop van het motorschip. Zo wordt Polar Snow (vertegenwoordigd door [y] van Vectis) door Amels geïnformeerd over de biedingen van de koper en de voorwaarden waaronder de koop zou moeten worden gesloten. Ook blijkt dat Amels diverse malen contact heeft gehad met Macholl & Specht, de makelaar die contact had met de aspirant koper en wordt Amels bij e-mailbericht van 29 september 2005 door Vectis bedankt voor haar assistentie bij de onderhandelingen. Het beroep van Amels op de algemene voorwaarden (NBMS voorwaarden) kan evenmin slagen nu partijen niet expliciet hebben afgesproken dat de bemiddelingsovereenkomst door deze voorwaarden zou worden beheerst.
4.4. Polar Snow c.s. hebben vervolgens aangevoerd dat Vectis niet bevoegd was namens Polar Snow c.s. te handelen nu volgens het arrest van het hof Leeuwarden van 8 maart 2006 (met vernietiging van het kort geding vonnis van 20 september 2005) aan het in de vennootschapsvergadering van 12 september 2005 genomen besluit tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst met Griend als beherend vennoot en benoeming van Vectis tot beherend vennoot geen effect toekomt totdat daar bij arbitrale uitspraak over zal zijn beslist. Dat het hof Leeuwarden na de totstandkoming en ontbinding van de koopovereenkomst oordeelt dat de benoeming geen effect heeft en dat, achteraf bezien, Vectis onbevoegd zou zijn de bemiddelingsopdracht namens Polar Snow te geven (nog los van de arbitrale uitspraak die mogelijk tot een uitspraak komt die de benoeming van Vectis wel rechtsgeldig acht), brengt naar het oordeel van de rechtbank niet mee dat Polar Snow zich op de onbevoegdheid van Vectis kan beroepen omdat Polar Snow zelf de schijn van bevoegdheid heeft gewekt. Nu alle betrokkenen van Polar Snow (Vectis, de leden van de participantencommissie en [x]) op de hoogte waren van de onderhandelingen, mocht Amels erop vertrouwen dat Vectis bevoegd was Polar Snow te vertegenwoordigen bij het aangaan van de koopovereenkomst, zodat Polar Snow op grond van artikel 3:61 lid 2 BW aan de bemiddelingsovereenkomst is gebonden.
4.5. Aan het verweer van Polar Snow c.s., dat Amels de bemiddelingswerkzaamheden niet voor Polar Snow maar voor de kopende partij Oy Rettig heeft verricht, gaat de rechtbank voorbij. Polar Snow c.s. geven niet aan waaruit blijkt dat Amels in eerste instantie voor de koper Oy Rettig is opgetreden en evenmin volgt een onderbouwing van de switch die Amels volgens Polar Snow c.s. vervolgens heeft gemaakt terwijl dit gelet op hun stelplicht wel op hun weg had gelegen. Het enkele feit dat Amels zelf het initiatief heeft genomen door contact op te nemen met Polar Snow maakt in elk geval nog niet dat zij optrad voor Oy Rettig en doet aan de totstandkoming van de bemiddelingsovereenkomst niet af. Dit betekent dat ook de stelling van Polar Snow c.s., dat Amels twee heren heeft gediend door zowel voor de koper als voor de verkoper op te treden en dat zij daarmee ingevolge artikel 7:418 lid 2 BW haar recht op een bemiddelingsvergoeding heeft verspeeld, moet worden verworpen. Voorzover Polar Snow c.s. bedoelen te betogen dat de twee Duitse makelaars met wie Amels contact had voor de koper hebben opgetreden en dat zij daarom geen recht hebben op commissie van Polar Snow c.s., zal dit in de rechtsoverwegingen hierna aan de orde komen nu dit betoog zich oplost in het verweer dat Polar Snow c.s. niet 1% maar 3% commissie verschuldigd zijn.
4.6. Niet in geschil is dat de koopovereenkomst tussen Polar Snow en Oy Rettig Ab tot stand is gekomen. Polar Snow c.s. stellen echter dat zij geen commissie verschuldigd zijn omdat de koopovereenkomst niet is uitgevoerd doordat de overeenkomst door de koper is ontbonden. Dit verweer is onjuist omdat het miskent dat recht op loon bij bemiddeling niet afhankelijk is van de vraag of de overeenkomst is geëffectueerd oftewel of de verkochte zaak ook daadwerkelijk geleverd is. Ingevolge artikel 7:426 lid 1 BW heeft de tussenpersoon - indien partijen niet anders zijn overeengekomen - recht op loon zodra door zijn bemiddeling de overeenkomst tussen de opdrachtgever en de derde tot stand is gekomen. Dat makelaars in de praktijk eerst bij gelegenheid van het transport van het door zijn bemiddeling verkochte onroerende zaak op betaling van commissie aanspraak maakt (zoals in casu ook zou gebeuren) doet niet af aan het contractuele recht op commissie dat de makelaar in geval van niet-uitvoering aan de bemiddelde overeenkomst kan ontlenen, uiteraard behoudens andersluidende afspraken maar die hebben partijen in het onderhavige geval niet gemaakt. Het standpunt van Polar Snow c.s., dat de reden van de ontbinding aan Amels is toe te rekenen omdat zij erop had moeten toezien dat de overeenkomst geen juridisch onzekere status had, deelt de rechtbank niet. Naar het oordeel van de rechtbank is het redelijk om het risico van de ontbinding in de verhouding tussen de makelaar en de opdrachtgever voor rekening van de laatste te brengen omdat deze de mogelijkheid heeft om de koper aan te spreken of te bedingen dat het loon afhankelijk wordt gesteld van de uitvoering van de bemiddelde overeenkomst (vgl. artikel 7:426 lid 2 BW). Zulks klemt temeer nu het schip uiteindelijk executoriaal is geveild voor een bedrag van € 5,7 miljoen,
€ 40.000,-- meer dan de oorspronkelijke verkoopprijs, en Amels onbetwist heeft gesteld dat het motorschip feitelijk aan dezelfde partij is verkocht en geleverd omdat de executoriale koper Bore Sydgard een zustermaatschappij is van Oy Rettig.
4.7. Uit het voorgaande volgt dat er tussen partijen een bemiddelingsovereenkomst tot stand is gekomen en dat Polar Snow c.s. verplicht zijn te betalen voor de werkzaamheden die Amels op grond van deze overeenkomst voor Polar Snow heeft verricht. Amels heeft ter onderbouwing van haar vordering een factuur overgelegd waarbij zij naast 1% commissie voor haarzelf ook 1% commissie voor Pragerschip en 1% voor Macholl & Specht in rekening brengt. Polar Snow c.s. hebben aangevoerd dat - indien mocht blijken dat Amels terecht aanspraak maakt op commissie - zij slechts 1% commissie verschuldigd zijn en niet de gevorderde 3%. Polar Snow c.s. stellen daartoe dat Polar Snow met de beide Duitse makelaars geen enkele rechtsverhouding heeft en dat het feit dat Amels met deze makelaars heeft samengewerkt nog niet inhoudt dat deze makelaars via Amels aanspraak kunnen maken op commissie van Polar Snow. Amels voert daartegen aan dat het in de branche gebruikelijk is om één factuur ter zake van de commissie naar de verkopende partij te sturen en dat het in dit geval ook zo is gegaan. De facturerende makelaar is vervolgens, zo stelt Amels, verplicht om de commissie te betalen aan de andere twee makelaars. Amels stelt voorts dat het gebruikelijk is in de scheepsmakelaardij dat de verkopende partij degene is die de courtage betaalt en niet de koper en dat er doorgaans meerdere makelaars bij de verkoop betrokken zijn, meestal twee, één makelaar die contact heeft met de koper en één die contact heeft met de verkoper, maar dat het ook niet ongebruikelijk is dat er een derde makelaar, een tussenpersoon, aan toegevoegd wordt. Amels stelt dat Polar Snow dit wist of althans had kunnen weten omdat het bij elk bod in de onderhandelingen is meegenomen.
4.8. De rechtbank stelt voorop dat de vraag wat partijen hebben afgesproken over de commissie conform de Haviltex-maatstaf moet worden uitgelegd. Voor de beantwoording van die vraag komt het dan aan op wat partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten toekennen, hebben afgeleid. In dit verband zijn van belang de bewoordingen zoals die gebruikt zijn in het e-mailverkeer dat voorafgaand aan de totstandkoming van de Memorandum of Agreement heeft plaatsgevonden en die een weergave zijn van de onderhandelingen over de voorwaarden en condities waaronder de koop tot stand is gekomen. Tussen Amels en de Duitse makelaar Macholl & Specht wordt in deze e-mailberichten een commissie genoemd van 2%, Macholl & Specht schrijft "2% here", Amels schrijft "2% yr side" (vgl. rechtsoverwegingen 2.4 en 2.11) terwijl in de e-mailwisseling tussen Amels en Vectis (vgl. rechtsoverwegingen 2.5, 2.7 en 2.12) een commissie van 3% genoemd wordt. Voorts staat duidelijk in dezelfde e-mailcorrespondentie "Price EUR 5.650.000,-- less 3 pct ttl commission for division", later wordt nog een prijs genoemd die € 40.000,-- hoger ligt maar de zinsnede, minus drie procent commissie om te verdelen, blijft ongewijzigd. Deze feiten stroken met de stelling van Amels ten gelegenheid van pleidooi dat de Duitse makelaars een percentage van 2% opeisten en dat Amels daar jegens de opdrachtgever nog 1% bovenop heeft gezet, dat het gebruikelijk is in de scheepsmakelaardij dat op een dergelijke wijze zaken wordt gedaan en dat de koopsom altijd de verkoopprijs minus de courtage voor de bemiddelende makelaars betreft. Polar Snow heeft daar ook niets tegenover gesteld. Dat Polar Snow wel wist of had kunnen weten dat er meerdere makelaars bij betrokken waren, kan bovendien worden afgeleid uit het e-mailbericht van Amels aan Vectis van 20 september 2005 waarbij zij Vectis erop attendeert dat deze onderhandelingen zijn gedaan door bemiddeling van verschillende partijen om vervolgens in dezelfde mail "Price EUR 5.700.000,-- less 3 pct ttl commission for division" te noemen. Gesteld noch gebleken is dat het percentage te betalen commissie van 3% een punt van discussie is geweest tussen Polar Snow en Amels. Het kan naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet anders dan dat de bedoeling van partijen is geweest dat Polar Snow de koopsom minus 3% voor de verkoop van haar motorschip zou ontvangen en dat die 3% bedoeld was als betaling van commissie voor de bemiddelingswerkzaamheden van de diverse makelaars en dat Amels er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat zij deze afspraak met Polar Snow had gemaakt. Dat Amels vervolgens 2% commissie moet doorbetalen aan de andere twee makelaars en dat die makelaars contact hadden met de (aspirant-)koper, doet niet af aan de geldigheid van de afspraak die Amels en Polar Snow met betrekking tot de commissie hebben gemaakt. Niet gesteld of gebleken is dat de twee Duitse makelaars zich voor betaling gericht hebben tot Polar Snow.
4.9. Ten slotte hebben Polar Snow c.s. nog tegengeworpen dat de twee andere (Duitse) makelaars in verband met artikel 7:418 lid 2 BW hun recht op commissie hebben verspeeld omdat zij, optredend voor de koper Oy Retttig, zich schuldig hebben gemaakt aan belangenverstrengeling. De rechtbank stelt voorop dat de strekking van artikel 7:418 BW is het beschermen van de opdrachtgever tegen mogelijke belangenverstrengeling, niet door die zonder meer te verbieden, maar wél door het voorschrijven van volledige openheid van zaken zodat de opdrachtgever bij het verstrekken van een opdracht kan aanvoelen of zijn belangen wel voldoende zullen worden behartigd. Tegen deze achtergrond beschouwd, is de rechtbank van oordeel dat het beroep van Polar Snow c.s. op artikel 7:418 lid 2 BW en het arrest van de Hoge Raad van 6 april 2007 (LJN: AZ5440) faalt. Anders dan in de zaak die tot voornoemd arrest heeft geleid, heeft Amels haar mededelingsplicht jegens Polar Snow niet geschonden. Amels heeft duidelijk gecommuniceerd over de verschuldigde commissie, daartegen heeft Polar Snow nimmer geprotesteerd. Ook heeft Amels Polar Snow op de hoogte gebracht van het feit dat er ook andere makelaars bij betrokken waren. Daarvan uitgaande, wist of had Polar Snow uit de zinsnede "3 pct commission for division" kunnen afleiden dat de commissie moest worden verdeeld onder de makelaars. Het was vervolgens aan Polar Snow om te oordelen of zich een belangenconflict voor zou doen dat aan een optimale behartiging van haar belang door Amels zou kunnen afdoen. Kennelijk is er voor Polar Snow geen reden geweest om te oordelen dat zich een dergelijk conflict van belangen voordeed, getuige het feit dat zij de (stilzwijgende) opdracht niet heeft ingetrokken maar uiteindelijk de door bemiddeling van Amels en de andere makelaars tot stand gekomen koopovereenkomst heeft ondertekend. Partijen hebben andersluidende afspraken gemaakt en dat stond ze vrij. Er is dan ook geen sprake van een situatie van het dienen van twee heren. Overigens is gesteld noch gebleken is dat er commissieafspraken zijn gemaakt met de Finse koper dan wel dat aan die zijde eveneens een vooruitzicht op betaling bestond. Het enkele feit dat Macholl & Specht de contacten had met de (potentiële) koper Oy Rettig en die vertegenwoordigde in de onderhandelingen, betekent nog niet dat er sprake is van een zodanige belangenverstrengeling dat de dwingendrechtelijke sanctie van verlies van het recht op loon geldt.
4.10. Het vorenoverwogene brengt mee dat de vordering van Amels zal worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente is ingevolge artikel 6:119 lid 1 BW eveneens toewijsbaar maar niet, zoals Amels stelt, vanaf het moment dat de vordering opeisbaar was maar vanaf het moment dat sprake was van verzuim. De factuur dateert van 4 mei 2006 maar gesteld noch gebleken is dat Amels Polar Snow c.s. eerder dan bij dagvaarding in gebreke heeft gesteld zodat de wettelijke rente eerst vanaf 17 juli 2006 verschuldigd is.
4.11. Met betrekking tot de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten geldt dat - in aansluiting op de door de Hoge Raad ontwikkelde criteria - verrichtingen voorafgaand aan het geding worden gezien als voorbereiding van gedingstukken en instructie van de zaak en dat het zal moeten gaan om verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning wil sprake zijn van afzonderlijk voor (forfaitaire) vergoeding in aanmerking komende kosten, aangezien de in de artikelen 237-240 Rv bedoelde proceskosten een vergoeding plegen in te sluiten voor verrichtingen voorafgaand aan het geding, zoals die ter voorbereiding van de gedingstukken en ter instructie van de zaak (vgl. HR 11 juli 2003, NJ 2003, 566 alsmede HR 1 juli 1993, NJ 1995, 150, m.nt. CJHB). Amels heeft op geen enkele wijze onderbouwd dat zij andere handelingen heeft verricht dan die waarvoor de in de artikelen 237-240 Rv bedoelde kosten een vergoeding plegen in te sluiten, zodat van toewijzing van de vordering inzake de buitengerechtelijke kosten geen sprake kan zijn.
4.12. Polar Snow c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, aan de zijde van Amels begroot op € 3.982,21 aan verschotten, inclusief kosten van beslag, en € 5.684,-- aan salaris procureur.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt Polar Snow c.s. hoofdelijk om aan Amels te betalen een bedrag van
€ 169.800,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 juli 2006;
5.2. veroordeelt Polar Snow in de kosten van deze procedure, aan de zijde van eiser begroot op totaal € 9.666,21;
5.3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Jansen, mr. Th.G. Lautenbach en mr. M.J. de Lange en in het openbaar uitgesproken door de rolrechter op 5 maart 2008.
fn: 456