ECLI:NL:RBLEE:2008:BC2995
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.W. Keuning
- P. van der Wal
- N.P. Witteveen
- Rechtspraak.nl
Afboeking van vordering op vennootschap en belastingaanslag inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 24 januari 2008 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen eiser en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser, geboren in 1924, had een vordering op een vennootschap waarvan hij tot 1992 volledig aandeelhouder was. Na de verkoop van zijn aandelen aan zijn zoon, bleef er een rentedragende schuld aan eiser bestaan. In 2003 heeft eiser deze vordering afgeboekt, omdat de accountant van de vennootschap had aangegeven dat de schuld niet meer invorderbaar was. Eiser stelde dat deze afboeking in aanmerking moest worden genomen bij de bepaling van zijn resultaat uit overige werkzaamheden en zijn inkomen uit aanmerkelijk belang. De inspecteur betwistte dit en stelde dat de vordering geen waarde meer vertegenwoordigde.
De rechtbank oordeelde dat de afboeking van de vordering alleen van invloed is op het belastbaar inkomen uit werk en woning als er sprake is van een ongebruikelijke terbeschikkingstelling van vermogen. Eiser kon niet aannemelijk maken dat dit het geval was. Daarnaast oordeelde de rechtbank dat de oninbaarheid van de vordering in 2003 geen invloed had op de winst uit aanmerkelijk belang, omdat de waarde van de vordering bepaald moet worden op het moment van vervreemding. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden.