ECLI:NL:RBLEE:2007:BC1615
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- G. Bracht
- G.C. Koelman
- H. van der Werff
- Rechtspraak.nl
Stalking en bedreiging van ex-vriendin met brandstichting
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 20 december 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van stalking en bedreiging van zijn ex-vriendin. De verdachte, geboren in 1974 en thans gedetineerd, werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A. van den Oever. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gehouden op 6 december 2007. De officier van justitie vorderde onder andere een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en bijzondere voorwaarden zoals toezicht door Verslavingszorg Noord Nederland.
De rechtbank heeft de verdachte gedeeltelijk vrijgesproken van het onder 2 primair telastegelegde, maar achtte het onder 1 primair en onder 2 subsidiair telastegelegde bewezen. De verdachte heeft in de periode van 1 mei 2007 tot en met 22 augustus 2007 stelselmatig inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn ex-vriendin. Dit omvatte onder andere het zich op haar erf bevinden, het aanbrengen van vernielingen en het inspreken van bedreigende berichten op haar voicemail. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich niet kon beroepen op het feit dat hij een sleutel had van de schuur, aangezien dit de wederrechtelijkheid van zijn handelen niet wegneemt.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 206 dagen, met een voorwaardelijk gedeelte van 90 dagen. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met de ex-vriendin en reclasseringstoezicht. De rechtbank heeft ook gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn gezondheidsproblemen en alcoholprobleem, en heeft besloten dat een langere detentie dan het voorarrest niet op zijn plaats is. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit mr. G. Bracht, mr. G.C. Koelman en mr. H. van der Werff, en is openbaar uitgesproken op 20 december 2007.