ECLI:NL:RBLEE:2007:BB4806
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Ontuchtige handelingen met minderjarige, seksuele binnendringing en strafoplegging
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 18 september 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De verdachte, een 18-jarige man, werd ervan beschuldigd op 26 augustus 2006 in Leeuwarden seksuele handelingen te hebben gepleegd met een 12-jarig meisje. De rechtbank heeft gelet op het onderzoek dat op 4 september 2007 heeft plaatsgevonden, waarbij de verdachte aanwezig was. De telastelegging, die als bijlage aan het vonnis is gehecht, werd door de rechtbank als bewezen beschouwd, met de kwalificatie dat de verdachte ontuchtige handelingen heeft gepleegd met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte strafbaar is, aangezien er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig waren. Bij de strafmotivering heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals naar voren gekomen uit het voorlichtingsrapport. De officier van justitie had een werkstraf van 120 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden geëist, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden van reclasseringstoezicht.
De rechtbank heeft de eis van de officier van justitie passend geacht, maar de duur van de voorwaardelijke gevangenisstraf beperkt tot één maand. De verdachte werd veroordeeld tot een werkstraf van 120 uren, met vervangende hechtenis van 60 dagen indien deze niet naar behoren wordt verricht. De gevangenisstraf van één maand werd voorwaardelijk opgelegd, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft ook bepaald dat de verdachte zich moet melden bij Reclassering Nederland en zich moet houden aan de voorschriften van deze instelling. Het vonnis is uitgesproken in het openbaar, waarbij mr. Van Dijk niet in staat was om het vonnis mede te ondertekenen.