Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
2.1 Eiser, geboren op [datum] 1936, exploiteert samen met zijn echtgenote in de vorm van een maatschap een veeteeltbedrijf in [woonplaats]. Per 31 december 1997 is de onderneming ingebracht in [X] BV. In 1998 en 1999 is door de BV het melkquotum en de veestapel verkocht evenals het erfpachtrecht van 24,5 ha grond aan een derde. Uiteindelijk resteerde nog 1 ha. erfpachtrecht en 8 ha weiland, alsmede gebouwen en machines.
2.2 Verweerder heeft bij de aanslagregeling het standpunt ingenomen dat er geen sprake is van een (feitelijke) voortzetting van het bedrijf door de BV maar dat gelet op de feiten eiser steeds de bedoeling heeft gehad om zijn onderneming over te dragen aan een derde en dat er dan ook sprake is van staking. Hij heeft de in aftrek geclaimde stakingslijfrente ten bedrage van f 754.907,-- (€ 342.561,--) gecorrigeerd.
2.3 Vervolgens heeft Acera accountants & raadgevers (Acera), de (toenmalige) gemachtigde van eiser, een bezwaarschrift met daarbij een berekening van de maximale correctie ingediend. Tevens stelt hij zich in zijn bezwaarschrift op het standpunt dat de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen is opgelegd na afloop van de driejaarstermijn en dat verlenging wegens verleend uitstel niet van toepassing is omdat het gevraagde uitstel niet duidelijk en kenbaar aan eiser is verleend.
2.4 Acera maakt gebruik van de zogenaamde uitstelregeling belastingconsulenten ondernemingen, ook wel beconregeling genoemd, een regeling waarbij de belastingdienst een gecoördineerde aanpak van uitstel voor het doen van aangifte heeft vastgesteld. Op grond van deze regeling kan de termijn voor het doen van aangifte worden verlengd met 11 maanden. Volgens deze beconregeling verneemt de belastingconsulent voor 30 april 1999 van de kantoorinspecteur Ondernemingen of hij het verzoek om uitstel voor het doen van aangifte over 1998 heeft ingewilligd. Voor eiser en zijn echtgenote is ten aanzien van de volgende jaren onder toepassing van die regeling om uitstel verzocht.
Belastingjaar verzoek om uitstel (inclusief honorering) inleveren van de belastingaangifte
1995 01-03-1997 03-03-1997
1996 01-03-1998 27-11-1997
1997 01-03-1999 29-01-1999
1998 01-03-2000 31-03-2000
1999 01-03-2001 28-07-2000
2.5 De namen en sofi-nummersvan eiser en zijn echtgenote staan op een door Acera op 26 januari 1999 ingediende Voorlopige Aangifte (VA) diskette met daarop de namen en sofinummers van cliënten waarvoor uitstel voor het doen van aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 1998 werd verzocht. Deze diskette is op de genoemde dag om 11.12.00 uur ingelezen in het computersysteem van verweerder.
2.6 Verweerder heeft op 29 april 1999 een lijst verzonden met een titelblad waarop staat vermeld: "verzoek om toepassing van de uitstelregeling". Op het tweede blad van deze lijst staat onder andere het sofi-nummer en de naam van eiser vermeld. Deze lijst is (kort daarop) door Acera ontvangen. Tevens heeft verweerder tussen 26 januari 1999 en 13 april 1999 een overzicht met afgekeurde verzoeken aan Acera verzonden, waarop de gegevens van 17 cliënten en de reden van afwijzing staan vermeld. Het aantal van 17 afgekeurde verzoeken correspondeert met een door verweerder aan Acera verzonden verwerkingsverslag. De naam noch het sofi-nummer van eiser komt op deze lijst met afgekeurde verzoeken voor. Na ontvangst van dat overzicht heeft Acera op 13 april 1999 een afzonderlijk verzoek om uitstel (voor een andere cliënt dan eiser) voor het doen van de aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1998 ingediend onder vermelding van het feit dat het via de uitsteldiskette ingediende verzoek was afgewezen door Apeldoorn. Dit verzoek is door verweerder ontvangen op 16 april 1999.
2.8 De gegevens in het kader van het aanvragen en verlenen van (verruimd) uitstel voor de cliënten van Acera zijn door een verhuizing van die (voormalige) gemachtigde niet meer te traceren.