ECLI:NL:RBLEE:2007:BB2626
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verjaring van vordering in civiele procedure tussen Spektrum Financieringen B.V. en gedaagde
In deze civiele procedure, aangespannen door Spektrum Financieringen B.V. tegen een gedaagde, heeft de Rechtbank Leeuwarden op 29 augustus 2007 uitspraak gedaan over de verjaring van een vordering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van Spektrum medio 1997 opeisbaar is geworden en inmiddels verjaard is. De gedaagde ontkende een aanmaning van 4 juni 1997 te hebben ontvangen, maar partijen waren het erover eens dat Spektrum pas in mei 2005 de eerstvolgende aanmaning heeft gestuurd. De rechtbank concludeert dat de vordering medio 2002 reeds verjaard was, omdat er in de tussenliggende periode geen stuitingshandelingen zijn verricht. De rechtbank heeft het verweer van Spektrum, dat slechts de maandelijkse termijnen tussen mei 1997 en mei 2000 zouden zijn verjaard, verworpen.
De rechtbank heeft Spektrum als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde zijn vastgesteld op EUR 1.731,00. Dit bedrag omvat onder andere het salaris van de procureur en het vast recht. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. G.A.M. Peper en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De zaak betreft een civiele procedure waarin de rechtsvordering van Spektrum niet automatisch teniet is gegaan door een beroep op verjaring, maar waarbij de rechtbank oordeelt dat de gedaagde afstand heeft gedaan van zijn recht om een beroep op verjaring te doen door het treffen van een betalingsregeling en het nakomen daarvan.