Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
2.1 Eiseres produceert en verkoopt metaalwaren en aanverwante zaken.
2.2 Met haar werknemers heeft eiseres een schriftelijke arbeidsovereenkomst gesloten waarin is bepaald dat de arbeidsduur gemiddeld 37,5 uur of 38 uur per week beloopt en voorts dat indien er sprake is van overwerk de eerste 2,5 uur tegen 100% worden betaald (artikel 2 van de arbeidsovereenkomst).
Op de arbeidsovereenkomsten zijn van toepassing de bepalingen van de CAO voor het metaalbewerkingsbedrijf.
2.3 In deze CAO is, voor zover hier van belang, het volgende bepaald.
Artikel 17: Onder dienstrooster wordt verstaan het tijdschema, waarin de voor de werknemer geldende dagelijkse werktijd en de ADV-tijd zijn vastgelegd.
Onder overuren wordt verstaan: uren waarin gewerkt wordt buiten het dienstrooster.
Artikel 18: De normale wekelijkse arbeidsduur bedraagt, berekend over een periode van maximaal één jaar, gemiddeld 38 uren, met inachtneming van het gestelde in artikel 17.
Artikel 42: De werkgever betaalt aan de werknemer de volgende vergoedingen:
indien buiten het dienstrooster wordt gewerkt op een dag die niet is een zaterdag, een zondag over een feestdag: een vergoeding van 0,78% van het maandsalaris per uur voor de eerste twee overuren direkt voorafgaande aan of direkt aansluitend op het dienstrooster (...)
Geen vergoeding is verschuldigd voor overwerk dat wordt verricht aansluitend aan de dagelijkse werktijd, wanneer dit overwerk dient tot afsluiting van de normale dagtaak, zich slechts incidenteel voordoet en niet langer duurt dan een half uur. Is dit overwerk van langere duur, dan is de vergoeding over de gehele duur ervan verschuldigd.
Artikel 59: De werknemer heeft(...) aanspraak op vakantiebijslag van 8% over hetgeen hij sinds de laatst verschenen eerste juli heeft verdiend.
Bij de in de vorige zin bedoelde verdienste blijven -tenzij in de onderneming een andere regeling bestaat- buiten beschouwing overwerk(....).
2.4 In het tijdvak van 2001 tot 2004 deed eiseres de betreffende aangiften loonbelasting/premie volksverzekeringen met toepassing van het bepaalde in de artikelen 3 en 7 (afdrachtvermindering lage lonen) van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (hierna: de Wet).
2.5 Bij eiseres is op 8 maart 2005 een boekenonderzoek ingesteld waarvan met dagtekening 13 mei 2005 een rapport is uitgebracht. Onderzocht werd de aanvaardbaarheid van de aangiften loonbelasting over het tijdvak 1 januari 2000 tot en met 31 december 2003 waarbij dat onderzoek is beperkt tot de afdrachtvermindering lage lonen.
In het rapport is vermeld dat voor een aantal werknemers ten onrechte aanspraak is gemaakt op de afdrachtvermindering lage lonen omdat het werkelijk aantal gewerkte uren 40 per week is en het aantal uren volgens contract 37,5, terwijl het verschil van 2,5 uur door eiseres is beschouwd als overwerk.
2.6 Tijdens ziekte van werknemers betaalt eiseres het loon over 40 uren uit, ook bij langdurige ziekte.
2.7 Aan de werknemers wordt een vakantietoeslag betaald welke is berekend over een werkweek van 40 uur.
2.8 Indien werknemers méér dan 40 uur per week hebben gewerkt betaalt eiseres een toeslag op het uurloon overeenkomstig de bepalingen daaromtrent in de CAO. Over deze uren wordt geen vakantietoeslag betaald.
2.9 De bevindingen tijdens het boekenonderzoek waren aanleiding tot het opleggen van de in geding zijnde naheffingsaanslag welke € 20.305 aan nageheven belasting beloopt.
De opgelegde boete bedraagt € 5.076.