ECLI:NL:RBLEE:2007:BA2952

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
5 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
17/880067-07 VEV
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Stalking en belaging met verminderd toerekeningsvatbaarheid en recidivegevaar

In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 5 april 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan stalking. De verdachte, geboren op een onbekende datum en thans gedetineerd in PI Noord, heeft in de periode van 27 oktober 2006 tot en met 14 januari 2007 en van 15 januari 2007 tot en met 23 februari 2007, wederrechtelijk stelselmatig inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. Dit deed hij door herhaaldelijk brieven te sturen en deze in de brievenbus van het slachtoffer te deponeren, met als doel het slachtoffer te dwingen contact met hem te onderhouden. De rechtbank heeft de telastelegging bewezen verklaard en de verdachte strafbaar geacht, aangezien er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig waren.

De rechtbank heeft bij de strafbepaling rekening gehouden met de aard en ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan, en de persoon van de verdachte. De officier van justitie had een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden geëist, maar de rechtbank heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van 6 maanden opgelegd. Dit was mede gebaseerd op het feit dat de verdachte eerder al was veroordeeld voor stalking van hetzelfde slachtoffer en dat hij na zijn vrijlating opnieuw in de fout was gegaan. De rechtbank heeft ook de verminderd toerekeningsvatbaarheid van de verdachte in overweging genomen, die het gevolg was van ernstig hersenletsel door een verkeersongeval in 1991. Ondanks deze vermindering van toerekeningsvatbaarheid, werd de kans op recidive als hoog ingeschat, wat leidde tot de beslissing om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen ter bescherming van de samenleving.

De rechtbank heeft artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht toegepast en heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van het voorarrest. De verdachte is vrijgesproken van andere telastegelegde feiten die niet bewezen zijn geacht.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector straf
parketnummer 17/880067-07
verkort vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 5 april 2007 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in PI Noord, gevangenis De Marwei te Leeuwarden.
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 22 maart 2007.
Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.
Telastelegging
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het telastegelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 27 oktober 2006 tot en met 14 januari 2007 (parketnummer 885016/07) en 15 januari 2007 tot en met 23 februari 2007, te Veenwouden, in de gemeente Dantumadeel, en te Westergeest, in de gemeente Kollumerland Ca., wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], met het oogmerk die [slachtoffer], te dwingen iets te dulden (te weten het onderhouden van contact met verdachte),
immers heeft verdachte wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk en met voormeld oogmerk (op verschillende tijdstippen in voornoemde periode) die [slachtoffer] meermalen, brieven gezonden en brieven bij die [slachtoffer] in de brievenbus gedaan, en aldus telkens teksten aan die [slachtoffer] opgedrongen.
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Kwalificatie
Het bewezene levert op het misdrijf:
Belaging.
Strafbaarheid verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van het gepleegde feit;
- de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, de psychiatrische rapportage d.d. 30 september 2006 en 19 maart 2007, de psychologische rapportage d.d. 27 september 2006 en 13 maart 2007 en het voorlichtingsrapport;
- de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het telastegelegde tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van het voorarrest;
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan stalking. Op 24 oktober 2006 was verdachte door de rechtbank nog veroordeeld voor stalking van hetzelfde slachtoffer tot 8 maanden gevangenisstraf, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met als bijzondere voorwaarde een contactverbod met het slachtoffer. Echter direct nadat verdachte weer op vrije voeten was, is hij weer begonnen met het sturen van brieven aan het slachtoffer. Ook heeft hij bloemen onder de ruitenwissers van haar auto gedaan. Kennelijk is het verdachte nog steeds niet duidelijk dat hij het slachtoffer met rust moet laten.
Uit het Uittreksel Justitiële Documentatie blijkt dat verdachte, naast de hiervoor genoemde (nog niet onherroepelijke) veroordeling, al eerder voor onder meer belaging en bedreiging is veroordeeld. De rechtbank acht dit een strafverzwarende omstandigheid.
Volgens de deskundigen is het gedrag van verdachte het gevolg van ernstig hersenletsel, opgelopen bij een verkeersongeval in 1991. De deskundigen achten verdachte daarom sterk verminderd toerekeningsvatbaar. De kans op recidive wordt door de deskundigen hoog ingeschat. Verdachte is echter niet gemotiveerd voor behandeling.
Het feit dat verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar is, is een strafverminderende omstandigheid. Gelet echter op het grote recidivegevaar en het feit dat verdachte geen behandeling wil, is de rechtbank van oordeel dat slechts een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van hierna te noemen duur op zijn plaats is om de samenleving tegen verdachte te beschermen.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:
Verklaart het telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Bracht, voorzitter, mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme en mr. H. van der Werff, rechters, bijgestaan door D.P. Postma-Westerhof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 april 2007.
Mr. Bracht is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.