ECLI:NL:RBLEE:2007:AZ9299
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.H. de Groot
- K. van der Leij
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vastgestelde waarde onroerende zaak in het kader van de Wet waardering onroerende zaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 16 februari 2007 uitspraak gedaan in een geschil over de waarde van een onroerende zaak, gelegen aan [adres], die door de heffingsambtenaar van de gemeente Franekeradeel was vastgesteld op € 655.000,-- voor het tijdvak van 1 januari 2005 tot 1 januari 2007. Eiser, eigenaar van de onroerende zaak, heeft bezwaar gemaakt tegen deze vastgestelde waarde en heeft deze laten verlagen tot € 310.000,--. De rechtbank heeft de zaak behandeld tijdens een zitting op 15 januari 2007, waar zowel eiser als verweerder vertegenwoordigd waren.
Eiser heeft aangevoerd dat de waarde van de onroerende zaak te hoog is vastgesteld, onder andere vanwege de druk op de rendementen in de akkerbouw en vleeskuikens, de aanwezigheid van asbesthoudende materialen en de ligging nabij een zoutwinningsgebied. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser zijn stellingen niet voldoende heeft onderbouwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewijslast voor de juistheid van de aan de onroerende zaak toegekende waarde bij verweerder ligt. Verweerder heeft de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op basis van de Wet WOZ, maar heeft onvoldoende inzicht gegeven in de methodiek en de gegevens die zijn gebruikt voor de taxatie.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de waarde van de onroerende zaak in goede justitie vastgesteld op € 475.000,--, en de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar vernietigd. De rechtbank heeft verweerder ook veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 644,--, en heeft bepaald dat de gemeente Franekeradeel dit bedrag aan eiser dient te vergoeden. Eiser heeft het recht om binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Leeuwarden.