ECLI:NL:RBLEE:2007:AZ9242
Rechtbank Leeuwarden
- Voorlopige voorziening
- E. de Witt
- P.R.M. Poiesz
- Rechtspraak.nl
Strijd tegen stemmen met een stempas kan niet bij de bestuursrechter gevoerd worden
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 20 februari 2007 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot het stemmen in een willekeurig stemlokaal. Verzoeker, wonende te Leeuwarden, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de gemeente Leeuwarden om deel te nemen aan het project 'Stemmen in een Willekeurig Stemlokaal'. Dit project houdt in dat kiezers op de verkiezingsdag zelf kunnen kiezen in welk stemlokaal zij hun stem uitbrengen met een stempas. Verzoeker heeft diverse bezwaren geuit, waaronder de stelling dat het gebruik van de stempas fraudegevoelig is en dat de gemeente niet heeft voldaan aan haar verantwoordelijkheden voor de productie en distributie van de stempas.
De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de wetgever heeft bepaald dat tegen besluiten betreffende deelname aan een project als dit geen rechtsgang bij de bestuursrechter openstaat. Dit betekent dat verzoeker voor zijn bezwaren een ander forum moet vinden. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding was om te veronderstellen dat het bezwaarschrift van verzoeker gegrond zou zijn. De voorzieningenrechter verwees naar een eerdere uitspraak van 20 november 2006, waarin een vergelijkbaar verzoek was afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft verder uiteengezet dat de bepalingen van de Experimentenwet, die de basis vormen voor het project, bepalen dat de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties kan besluiten tot experimenten tijdens verkiezingen, en dat dergelijke besluiten niet vatbaar zijn voor beroep bij de bestuursrechter. De voorzieningenrechter heeft de zitting gesloten en meegedeeld dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep openstaat.