ECLI:NL:RBLEE:2007:AZ8406

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
13 februari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
203610 \ CV EXPL 06-5254
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Burenrecht en eigenrichting bij overhangende takken van gemeentebomen

In deze zaak vorderde de Gemeente Achtkarspelen schadevergoeding van een inwoner, [x], omdat deze takken van een gemeenteboom had verwijderd. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van de gemeente moest worden afgewezen. De feiten van de zaak tonen aan dat [x] eigenaar is van een perceel dat grenst aan gemeentelijke grond met daarop eikenbomen. Deze bomen veroorzaakten overlast door hars, eikels en schaduw. Ondanks herhaalde verzoeken om de overhangende takken te verwijderen, weigerde de gemeente dit te doen. De rechter stelde vast dat overhangende takken volgens artikel 5:44 BW verboden zijn, en dat de gemeente niet bereid was om de overlast te verhelpen. Hierdoor was [x] gerechtigd om zelf de takken te verwijderen, wat hij ook deed. De rechter concludeerde dat [x] niet aansprakelijk was voor de schade die de gemeente claimde, omdat hij handelde uit noodzaak en de gemeente in gebreke was gebleven. De vordering tot schadevergoeding werd afgewezen, en de gemeente werd veroordeeld in de proceskosten van [x]. In reconventie vorderde [x] dat de gemeente de luizenoverlast zou bestrijden, maar deze vordering werd afgewezen omdat hij niet had gevraagd om de overhangende takken te verwijderen. De rechter oordeelde dat de gemeente niet aansprakelijk kon worden gesteld voor de overlast die [x] ondervond, en dat de vordering in reconventie niet toewijsbaar was.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 203610 \ CV EXPL 06-5254
vonnis van de kantonrechter d.d. 13 februari 2007
inzake
de openbare rechtspersoon
Gemeente Achtkarspelen,
hierna te noemen: Achtkarspelen,
zetelende te Buitenpost,
eiseres in conventie,
gedaagde in reconventie,
gemachtigde: mr. R. Pieters,
tegen
[x]
hierna te noemen: [x],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
procederende in persoon.
Procesverloop
1. Op de bij dagvaarding vermelde gronden heeft Achtkarspelen gevorderd om [x] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 422,-- met rente en kosten.
[x] heeft bij antwoord de vordering betwist en op de daarbij vermelde gronden in reconventie gevorderd Achtkarspelen te veroordelen om de overlast van de luizen te bestrijden, op welke wijze dan ook.
Na repliek in conventie tevens antwoord in reconventie, dupliek in conventie tevens repliek in reconventie en een akte zijdens Achtkarspelen, is vonnis bepaald op de stukken, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.
Door Achtkarspelen en [x] zijn producties in het geding gebracht.
Motivering
in conventie en in reconventie
De feiten
2. [x] is eigenaar van het perceel (met daarop zijn woonhuis) aan de [adres] te [woonplaats], gemeente Achtkarspelen. Zijn perceel grenst (deels) aan Achtkarspelen toebehorende grond waarop zich een weg bevindt. Zijdelings van deze weg bevindt zich een pad en naast het pad is een berm die grenst aan het perceel van [x]. In deze berm bevinden zich hoogopschietende bomen (eiken) waarvan een drietal zich bevindt op korte afstand (binnen twee meter) van de erfgrens tussen de percelen van De [x] en Achtkarspelen. [x] ondervindt hinder van deze drie eiken. Een aantal (grote) takken daarvan bevindt zich boven het perceel van [x]. Als de eiken in het blad zitten is er als gevolg van de aanwezigheid van luizen sprake van een harsachtige substantie die van de eiken op op het perceel van [x] geparkeerde auto's, op het hekwerk, op de tuin en op de ramen van zijn pand druipt. Daarnaast is er overlast omdat er eikels en bladeren van de eiken in de tuin van [x] vallen, terwijl de eiken voorts schaduw in de tuin veroorzaken.
Bij brief van 14 januari 2002 heeft [x] Achtkarspelen verzocht om in verband met de overlast (van de harsachtige substantie) de overhangende takken te verwijderen. Vervolgens is tussen partijen gecorrespondeerd. In 2002 heeft Achtkarspelen de overlast van luizen bestreden door het uitzetten van larven van lieveheersbeestjes. Dit is een effectieve, kostbare methode die Achtkarspelen vanwege de hoge kosten niet heeft willen herhalen. Bij brief van 8 december 2004 aan Achtkarspelen heeft [x] aangegeven dat hij nog steeds overlast van de eiken ondervindt en dat hij meent gerechtigd te zijn om de overhangende takken te verwijderen. Achtkarspelen heeft bij brief van 17 januari 2005 gereageerd en daarbij heeft zij aangegeven dat de overlast die [x] ondervindt, niet opweegt tegen het algemeen belang dat gediend is bij handhaving van de bomen en dat [x] niet gerechtigd is om overhangende takken te verwijderen. In het voorjaar van 2005 heeft [x] vervolgens een tweetal overhangende (gestel)takken van één van de eiken verwijderd.
in conventie voorts
De vordering
3. Achtkarspelen baseert haar vordering hierop dat zij een redelijke belangenafweging gemaakt heeft tussen de belangen van Achtkarspelen en die van [x]. Niet ontkend kan worden dat de eiken een zekere overlast veroorzaken, maar een zwaarder gewicht moet toegekend worden aan het algemeen belang dat met de handhaving van de eiken is gediend. Dit belang is ook vastgelegd in het Groenstructuurplan van Achtkarspelen. Dit heeft tot gevolg dat [x] zich niet op de bepalingen van het burenrecht kan beroepen. Achtkarspelen verwijst daarbij naar het Gorsselse bomenarrest. Blijkens een taxatierapport blijkt de onderhavige eik als gevolg van de verwijdering van een tweetal takken een schade ten bedrage van € 422,-- te hebben opgelopen. Achtkarspelen acht [x] voor deze schade verantwoordelijk en vordert deze van hem.
Het verweer
4. Het verweer van [x] komt er kort samengevat op neer dat hij krachtens de bepalingen van het burenrecht gerechtigd was om de overhangende takken waarvan hij overlast ondervond, te verwijderen. Hij betwist dan ook gehouden te zijn tot schadevergoeding aan Achtkarspelen.
De beoordeling
5. Betreffende het burenrecht is blijkens het bepaalde in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek (BW) uitgangspunt dat het niet geoorloofd is om binnen de in het tweede lid bepaalde afstand van de grenslijn van een anders erf bomen, heesters of heggen te hebben, tenzij de eigenaar daartoe toestemming gegeven heeft of dat erf een openbare weg of een openbaar water is. Indien het naburige erf een openbare weg of een openbaar water is, geldt het in artikel 42, eerste lid BW bedoelde verbod dus niet. Wel geldt artikel 5:42, eerste lid BW in het omgekeerde geval, namelijk indien de beplanting zich op de openbare weg bevindt, aldus H.R. 28 april 1961, NJ 1961, 433 (Gorsselse bomen), tenzij onverenigbaar met de bestemming ten algemenen nutte. Hierbij moet niet slechts rekening gehouden worden met de eisen van het wegverkeer, maar ook met het esthetisch aanzien van de openbare wegen en het gerief van de gebruiker van de weg. Daaraan dient direct te worden toegevoegd dat indien artikel 5:42, eerste lid BW toepassing mist, zoals Achtkarspelen ingang wil doen vinden, dat niet wil zeggen dat takken over het aangrenzende erf mogen hangen. Overhangende takken zijn blijkens het bepaalde in artikel 5:44 BW telkens verboden.
6. Het voorgaande impliceert dat Achtkarspelen niet gevolgd kan worden in haar standpunt. Gelet op het bepaalde in artikel 5:44 BW is Achtkarspelen gehouden de overhangende takken te verwijderen. In deze zaak staat voldoende vast dat Achtkarspelen (ook na aanmaning) niet bereid is gebleken de overhangende takken te verwijderen, zodat [x] gerechtigd was eigenrichting toe te passen en de onderhavige twee takken zelf te verwijderen. Nu niet voldoende gemotiveerd gesteld of gebleken is dat [x] het verwijderen van de twee takken op onrechtmatige en schade veroorzakende wijze heeft gedaan, is hij niet schadeplichtig jegens Achtkarspelen. De vordering tot schadevergoeding moet daarom worden afgewezen.
7. Als de in het ongelijk te stellen partij dient Achtkarspelen in de proceskosten te worden veroordeeld.
in reconventie voorts
8. [x] vordert veroordeling van Achtkarspelen om de luizenoverlast (op welke wijze dan ook) te bestrijden, maar dat is iets dat hij van Achtkarspelen niet kan vorderen. Wel kan hij verwijdering van (thans nog) overhangende takken vorderen, maar dit heeft hij niet gedaan. De vordering in conventie is dus niet toewijsbaar.
9. Als de in het ongelijk te stellen partij dient [x] in de proceskosten veroordeeld te worden.
Beslissing
De kantonrechter:
in conventie en in reconventie
wijst de vordering van Achtkarspelen af;
veroordeelt Achtkarspelen in de proceskosten zijdens [x], welke op nihil worden begroot;
in reconventie
wijst af het gevorderde;
veroordeelt [x] in de proceskosten zijdens Achtkarspelen, welke op nihil worden begroot.
Aldus gewezen door mr. R. Giltay, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 februari 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 172.