ECLI:NL:RBLEE:2007:AZ7901

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
6 februari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
191922 \ CV EXPL 06-1830
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.H. Varekamp-Vos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van een executeur-testamentair op basis van gewichtige redenen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Leeuwarden op 6 februari 2007 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontslag van de executeur-testamentair, [verweerder], door de verzoekers, [verzoekers]. De zaak betreft een nalatenschap van erflaatster mevrouw [y], die op 25 januari 1990 is overleden. In haar testament, opgemaakt op 12 december 1986, benoemde zij [verweerder] tot executeur-testamentair en erfgenaam. De verzoekers, die ook erfgenamen zijn, hebben verzocht om het ontslag van [verweerder] als executeur-testamentair, omdat zij van mening zijn dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn positie door juridische procedures tegen hen aan te spannen zonder hen daarvan op de hoogte te stellen. Dit zou volgens hen leiden tot een vertrouwensbreuk die gewichtige redenen oplevert voor zijn ontslag.

De kantonrechter heeft het verzoek van [verzoekers] toegewezen. De rechter oordeelde dat er voldoende gewichtige redenen waren voor het ontslag van [verweerder]. Er waren meerdere procedures aanhangig tussen [verweerder] en de overige erfgenamen, wat een tegenstrijdig belang met zich meebracht. De kantonrechter concludeerde dat het vertrouwen tussen [verweerder] en [verzoekers] ernstig was geschaad, wat de goede uitvoering van de executele in gevaar bracht. Bovendien was er een risico dat de afwikkeling van de nalatenschap verder vertraagd zou worden, wat niet in het belang van de erfgenamen was.

De kantonrechter heeft [verweerder] met onmiddellijke ingang ontslagen uit zijn functie als executeur-testamentair en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het verzoek om een vervangende executeur-testamentair te benoemen werd afgewezen, omdat het testament geen bepaling bevatte die de kantonrechter daartoe bevoegd maakte. De uitspraak benadrukt het belang van vertrouwen en goede communicatie tussen een executeur-testamentair en de erfgenamen in het proces van nalatenschapsafwikkeling.

Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 191922 \ CV EXPL 06-1830
beschikking ex artikel 4:149, tweede lid, BW d.d. 6 februari 2007
inzake
1. [verzoekster 1],
2. [verzoekster 2],
beiden wonende te Leeuwarden,
hierna te noemen [verzoekers],
gemachtigde: mr. P. Stehouwer,
3. [verzoekster 3],
4. [verzoekster 4],
beiden wonende te Leeuwarden,
niet in rechte verschenen,
verzoekers,
tegen
[verweerder],
hierna te noemen: [verweerder],
wonende te Leeuwarden,
verweerder,
gemachtigde: mr. S.A. Roodhof.
Procesverloop
1.1. Voor het procesverloop wordt verwezen naar het tussenvonnis van 7 november 2006, waarbij de kantonrechter een mondelinge behandeling heeft bepaald. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 januari 2007. Zijdens eisers zijn verschenen mevrouw [x], dochter van eiseres sub 1, vergezeld van de gemachtigde, en [verweerder], vergezeld van zijn gemachtigde.
1.2. De beschikking is bepaald op heden.
Motivering
De feiten
2.1. Als gesteld en erkend, dan wel als niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de in zoverre onbetwiste inhoud der overgelegde producties staat het volgende vast.
2.2. Op 25 januari 1990 is te Leeuwarden overleden mevrouw [y], hierna te noemen erflaatster. Erflaatster heeft bij testament, verleden op 12 december 1986 voor notaris mr. E.M.W. de Lange te Leeuwarden, haar zoon [verweerder] benoemd tot uitvoerder van haar uiterste wil, verzorger van haar begrafenis dan wel haar crematie en beredderaar van haar nalatenschap. Daarbij is [verweerder] het recht toegekend de nalatenschap in bezit te nemen. Tevens is [verweerder], tezamen met anderen (onder andere verzoekers), aangewezen als erfgenaam.
2.3. Tot de vorenbedoelde nalatenschap behoort onder meer een (monumentaal) pand, staande en gelegen aan de [adres] te Leeuwarden. Dat pand wordt thans door [verweerder] bewoond.
2.4. Op 27 februari 2004 heeft [verweerder] de overige erfgenamen gedagvaard voor de Rechtbank Leeuwarden, sector civiel, en gevorderd (kort samengevat) dat de overige erfgenamen dienen mee te werken aan de levering aan [verweerder] van voormeld pand voor een bedrag van f. 62.000,00, althans voor een bedrag van f. 120.000,00. Subsidiair vordert [verweerder] in dat geding vergoeding vanwege door hem aan het pand verrichte werkzaamheden. [verweerder] heeft de dagvaarding als executeur-testamentair doen betekenen op zijn eigen adres. Ook heeft [verweerder] een verzoekschrift tot het leggen van conservatoir beslag op voornoemde woning en een dagvaarding in kort geding, gericht tegen de overige erfgenamen, op zijn eigen adres laten betekenen.
Het standpunt van [verzoekers].
3. [verzoekers]. stellen dat [verweerder] door gerechtelijke procedures tegen de overige erfgenamen aan te spannen, zonder hen daarvan op de hoogte te stellen, misbruik van zijn positie als executeur-testamentair heeft gemaakt. Deze handelwijze levert misbruik van recht, dan wel van bevoegdheid, op en is bovendien in strijd met het bepaalde in artikel 4:148 BW. Het feit dat tussen de executeur-testamentair/erfgenaam en de overige erfgenamen een procedure aanhangig is over een door eerstgenoemde bewoonde woning, in welke procedure partijen diametraal tegenover elkaar staan, brengt mee dat er geen vertrouwensbasis meer bestaat tussen [verweerder] en [verzoekers]. Ten slotte stellen [verzoekers]. dat het ontslag van [verweerder] als executeur-testamentair kan bijdragen aan de afwikkeling van de reeds veel te lang slepende kwestie. Het vorenstaande levert volgens [verzoekers]. gewichtige redenen op, die toewijzing van het verzoek tot ontslag van [verweerder] als executeur-testamentair rechtvaardigen. [verzoekers]. hebben voorts verzocht om notaris mr. E.M.W. de Lange te Leeuwarden als vervanger voor [verweerder] als executeur-testamentair te benoemen.
Het standpunt van [verweerder]
4. [verweerder] betwist dat er sprake is van gewichtige redenen voor zijn ontslag als executeur-testamentair. De wijze van dagvaarden is voorgesteld door de gemachtigde van [verweerder] en niet door [verweerder] zelf en derhalve kan dat [verweerder] niet worden aangerekend. Bovendien is deze wijze van dagvaarden in overeenstemming met artikel 53 onder b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De erfgenamen zijn ook in het geding verschenen en zijn derhalve niet in hun belangen geschaad. Van misbruik van recht of van bevoegdheid is dan ook geen sprake. In de procedure bij de sector civiel van deze rechtbank verschillen partijen slechts nog van mening over de waarde/de koopprijs van de woning. De rechtbank zal daarover uitspraak doen. [verzoekster 1] en [verzoekster 2] hebben overigens uitdrukkelijk ingestemd met de verkoop van de woning aan de [adres] te Leeuwarden aan [verweerder] voor een koopsom van f. 61.200,00. Uit niets blijkt dat [verweerder] na de eventuele verkoop van de woning als executeur niet voor de juiste afwikkeling van de boedel kan zorgdragen. Van een gebrek aan vertrouwen is gelet op het vorenstaande dan ook geen sprake. Volgens [verweerder] is de kantonrechter niet bevoegd een vervangend execteur-testamentair te benoemen. Benoeming van een andere executeur-testamentair zou ook vertraging van de boedelafwikkeling met zich mee kunnen brengen.
De beoordeling van het verzoek
5.1. Op grond van artikel 4:149, tweede lid, kan aan een executeur-testamentair ontslag worden verleend indien zich gewichtige redenen in de zin van dat artikel voordoen.
5.2. In deze procedure staat vast dat tussen [verweerder] als executeur-testamentair en [verzoekers] meerdere procedures zijn en nog worden gevoerd bij de civiele sector van deze rechtbank met betrekking tot de, tot de nalatenschap behorende, woning. Vast staat dat [verweerder] de in geding zijnde woning reeds gedurende enkele jaren bewoont, deze woning (ingrijpend) heeft gerenoveerd en daarvoor (aanzienlijke) kosten heeft gemaakt, welke kosten hij in de procedure bij de rechtbank, sector civiel, op de erfgenamen wil verhalen. Daartegenover stellen [verzoekers] dat [verweerder] de woning al ruim veertien jaar bewoont, zonder dat daar enige (gebruiks)vergoeding tegenover staat. Volgens [verzoekers] dient daarmee bij de huidige waardering van de woning rekening te worden gehouden, hetgeen van rechtstreekse invloed is op de uiteindelijke prijs, die [verweerder] bij toedeling aan de overige erfgenamen zal dienen te voldoen.
5.3. De kantonrechter acht het, gelet op het vorenstaande, allerminst uitgesloten dat er bij de verdere afwikkeling van de boedel, meer in het bijzonder bij de verdeling ervan, een tegenstrijdig belang zal ontstaan tussen [verweerder] als executeur-testamentair, tevens erfgenaam, enerzijds en de overige erfgenamen anderzijds. Aannemelijk is dat de door [verweerder] gemaakte kosten en hetgeen door [verzoekers] is gesteld omtrent de gebruiksvergoeding voor de woning (en de invloed daarvan op de huidige verkoopwaarde daarvan) nog geschilpunten zullen vormen bij de uiteindelijke verdeling van de nalatenschap. De enkele omstandigheid dat - zoals [verweerder] stelt - deze kwesties ter beoordeling van deskundigen zullen worden voorgelegd, hetgeen een rechtstreekse "confrontatie" van conflicterende belangen uitsluit, acht de kantonrechter niet waarschijnlijk. Immers, ook over deskundigenberichten kan (en wordt) niet zelden inhoudelijk tussen partijen gedebatteerd.
5.4. [verzoekers]. hebben voorts gesteld dat zij geen enkel vertrouwen meer hebben in [verweerder] als executeur-testamentair, aangezien [verweerder] dagvaardingen op zijn eigen adres heeft laten betekenen en vervolgens verzuimd heeft om de overige erfgenamen van deze procedures in kennis te stellen. Ofschoon ter zitting door de gemachtigde van [verweerder] is gesteld dat het de keuze van de gemachtigde is geweest om op deze wijze tot dagvaarding over te gaan, is de kantonrechter van oordeel dat voldoende gebleken is dat hierdoor een dermate diep wantrouwen tussen [verweerder] en [verzoekers]. is ontstaan, dat geconcludeerd moet worden dat de persoonlijke vertrouwensrelatie tussen [verzoekers]. en [verweerder], die nodig is voor een goede uitvoering van de executele, is weggevallen. Ook deze omstandigheid levert, volgens de jurisprudentie, een gewichtige reden op die het ontslag van een executeur-testamentair kan rechtvaardigen.
5.5. Nog afgezien van het vorenstaande is het niet ondenkbaar dat, in het geval [verweerder] zijn taak als executeur-testamentair voortzet, de verdere afwikkeling van de nalatenschap nog geruime tijd in beslag zal nemen. Dit terwijl de executele al ruim veertien jaar gaande is. De kantonrechter is van oordeel dat het, mede gelet op de leeftijd van de erfgenamen, van belang is dat de boedel thans binnen afzienbare termijn wordt afgewikkeld. Van de overige erfgenamen kan in redelijkheid niet worden gevergd dat de afwikkeling van de nalatenschap verder wordt vertraagd.
5.6. De kantonrechter is van oordeel dat het vorenstaande voldoende gewichtige redenen oplevert om [verweerder] als executeur-testamentair te ontslaan. Het verzoek van [verzoekers] zal mitsdien worden toegewezen. Het verweer van [verweerder] dat [verzoekers]. in feite geen belang meer hebben bij het ontslag van [verweerder] als executeur-testamentair zal, gelet op het vorenstaande, worden verworpen.
5.7. [verzoekers] hebben ten slotte gevraagd om een andere executeur-testamentair in de plaats van [verweerder] te stellen. Op grond van het bepaalde in artikel 4:142, eerste lid, BW is dit verzoek slechts toewijsbaar indien in het testament door erflaatster is beschikt dat de kantonrechter bevoegd is om op verzoek van een belanghebbende een vervanger te benoemen. Een dergelijke bepaling komt in het onderhavige geval evenwel niet in het testament voor, zodat dit verzoek dient te worden afgewezen.
5.8. De kantonrechter acht, gelet op de tussen partijen bestaande familierechtelijke betrekkingen, alsmede gelet op het feit dat partijen over en weer deels in het (on)gelijk zijn gesteld, aanleiding aanwezig om de proceskosten tussen hen op na te melden wijze te compenseren.
Beslissing?
De kantonrechter:
ontslaat [verweerder] met onmiddellijke ingang uit zijn functie van executeur-testamentair;
compenseert de proceskosten zodanig dat iedere partij de eigen, aan deze procedure verbonden, kosten draagt;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Aldus gegeven te Leeuwarden en in het openbaar uitgesproken op 6 februari 2007 door mr. G.H. Varekamp-Vos, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
c 145