ECLI:NL:RBLEE:2006:BA7466
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Correctie van heffingskorting bij aanslag inkomstenbelasting 2003
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 3 augustus 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de inspecteur van de Belastingdienst over een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2003. Eiseres ontving in dat jaar een uitkering van het UWV en loon van de Stichting [X] en [Y] B.V., maar had geen arbeidskorting aangevraagd. De inspecteur legde een aanslag op, waarbij het belastbaar inkomen uit werk en woning werd vastgesteld op € 17.886, terwijl eiseres aangifte had gedaan voor een lager bedrag van € 17.037. Eiseres maakte bezwaar tegen de aanslag, maar de inspecteur handhaafde deze. Eiseres stelde beroep in bij de rechtbank, waarbij zij aanvoerde dat de heffingskorting ten onrechte door haar werkgever was toegepast, en dat de naheffing bij haar niet terecht was.
De rechtbank oordeelde dat de heffingskorting inderdaad ten onrechte tweemaal was toegepast, maar dat de inspecteur dit terecht had gecorrigeerd. De rechtbank stelde vast dat eiseres geen schade had geleden door de naheffing, omdat zij door de fout van de werkgever een hoger nettoloon had ontvangen dan waarop zij recht had. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf partijen de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Leeuwarden of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak werd gedaan door mr. J.W. Keuning, rechter, en op dezelfde dag openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. J. de Jong, griffier.