ECLI:NL:RBLEE:2006:AZ9186
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van studiekosten als scholingsuitgaven in de inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 25 januari 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een bijzonder hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen, en de inspecteur van de Belastingdienst/Noord. Eiser had in zijn aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2003 studiekosten opgevoerd ter hoogte van € 4.837, die hij had gemaakt voor computerbenodigdheden, vakliteratuur en studiematerialen. De inspecteur heeft deze kosten niet geaccepteerd en een aanslag opgelegd, waartegen eiser bezwaar heeft gemaakt. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 5 december 2005, waarbij eiser in persoon aanwezig was en de inspecteur vertegenwoordigd werd door een gemachtigde.
De rechtbank heeft zich gebogen over de vraag of de opgevoerde studiekosten als scholingsuitgaven in de zin van artikel 6.27, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 aftrekbaar zijn. Eiser stelde dat de kosten noodzakelijk waren om zijn vakgebied bij te houden en om promovendi te begeleiden. De rechtbank oordeelde echter dat de zelfstudie van eiser niet voldeed aan de vereisten voor aftrekbaarheid, aangezien de wet vereist dat scholingsuitgaven direct verband houden met een opleiding of studie die onder begeleiding of toezicht van een derde plaatsvindt. De rechtbank concludeerde dat eiser niet had aangetoond dat zijn kosten als scholingsuitgaven konden worden aangemerkt.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden, mits de wederpartij daarmee schriftelijk instemt.