ECLI:NL:RBLEE:2006:AZ7768
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.W. Keuning
- P. van der Wal
- N.P. Witteveen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen teruggaaf omzetbelasting na termijnoverschrijding
In deze zaak heeft eiser, een belastingplichtige, beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar door de Belastingdienst. Eiser had op 25 maart 2005 een jaaraangifte omzetbelasting ingediend en verzocht om een teruggaaf van € 104,-. De Belastingdienst verleende deze teruggaaf op 22 april 2005. Vervolgens diende eiser op 24 november 2005 een suppletie-aangifte in, waarin hij een teruggaaf van € 69.862,39 verzocht. De Belastingdienst beschouwde deze suppletie als een bezwaarschrift tegen de eerdere beschikking, maar verklaarde dit bezwaar op 10 februari 2006 niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Eiser heeft hiertegen op 23 maart 2006 beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 8 december 2006 uitspraak deed.
De rechtbank oordeelde dat eiser zijn bezwaarschrift ruimschoots na de wettelijke termijn had ingediend. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een bezwaarschrift dat na de termijn is ingediend niet-ontvankelijk worden verklaard, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de indiener niet in verzuim is geweest. Eiser heeft echter geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die deze termijnoverschrijding zouden kunnen rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat de termijnoverschrijding voor rekening van eiser kwam en dat de Belastingdienst het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf partijen de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Leeuwarden of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.