ECLI:NL:RBLEE:2006:AZ3588

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
17 oktober 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
17/885097-06 VEV
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van rechten van de verdachte in strafzaak

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Leeuwarden op 17 oktober 2006, stond de verdachte, bijgestaan door advocaat mr. G. Kaaij, terecht. De zaak betrof de vraag of de rechten van de verdachte waren geschonden door het openbaar ministerie. De raadsman voerde aan dat de officier van justitie had verklaard dat een getuige, [naam], geen informatie had kunnen verschaffen en dat de resultaten van het computeronderzoek ontlastend waren voor de verdachte. Tevens werd gesteld dat de officier bewust een verklaring van [naam] niet in het dossier had gevoegd, evenals de resultaten van het computeronderzoek. De raadsman betoogde verder dat een verbalisant een onjuiste weergave had gegeven van de verklaring van getuige [getuige], die ter zitting ontkende dat de verdachte het seksueel misbruik had erkend.

De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat het openbaar ministerie opzettelijk de rechten van de verdachte had geschonden. De rechtbank benadrukte dat alle processen-verbaal van verhoor en onderzoekshandelingen in het dossier moesten worden opgenomen, ook als deze ontlastend waren voor de verdachte. De rechtbank concludeerde dat het verzuim van de officier van justitie, die mondeling informatie had verstrekt over het computeronderzoek, niet voldoende was om te concluderen dat de rechten van de verdachte ernstig waren geschonden. Het verweer van de raadsman werd dan ook verworpen.

Dit vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij mr. A.H.M. Dölle als voorzitter fungeerde. Mr. Bax was niet in staat om het vonnis mede te ondertekenen. De rechtbank benadrukte het belang van zorgvuldigheid in het vastleggen van mededelingen die tot het bewijs kunnen bijdragen, en dat deze niet alleen in een proces-verbaal van bevindingen, maar ook in een formeel proces-verbaal van verhoor moeten worden vastgelegd.

Uitspraak

Rechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
Uitspraak: 17 oktober 2006
Parketnummer: 17/885097-06
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres]
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 3 oktober 2006.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. G. Kaaij, advocaat te Leeuwarden.
...
BESPREKING VERWEREN
De raadsman heeft -zakelijk weergegeven- aangevoerd dat de officier van justitie ter terechtzitting heeft gezegd dat de in de stukken genoemde [naam] geen informatie heeft kunnen verschaffen en dat de resultaten van het onderzoek van de computer ontlastend waren voor verdachte. De raadsman stelt dat de officier van justitie in het bezit is van een verklaring van genoemde [naam] en deze bewust niet in het dossier heeft gevoegd terwijl dit eveneens is gebeurd met de resultaten van het onderzoek van de computer. Daarnaast stelt de raadsman dat een van de verbalisanten bewust een foute weergave heeft gegeven van de verklaring van [getuige] nu laatstgenoemde als getuige ter terechtzitting ontkend heeft dat zij tegen deze verbalisant heeft gezegd dat verdachte tegenover haar het seksueel misbruik van dochter [naam2] zou hebben erkend. De raadsman verbindt aan het bovenstaande de conclusie dat de officier van justitie door zijn handelen, of het handelen van anderen waarvoor hij verantwoordelijk is, de rechten van de verdediging zo ernstig geschonden heeft dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging.
De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende.
Voorop staat dat alle processen-verbaal van uitgevoerde onderzoeken en alle processen-verbaal van verhoor van getuigen in het dossier dienen te worden gevoegd; uiteraard ook indien zij ontlastend zijn of kunnen zijn voor de verdachte. Dit houdt niet in dat van alle uitgevoerde onderzoekshandelingen en van alle gevoerde gesprekken formeel proces-verbaal moet worden opgemaakt door verbalisanten maar wel dat er in ieder geval een duidelijke mededeling in het dossier moet worden gevoegd waaruit blijkt welk resultaat het uitgevoerde onderzoek of het gesprek met potentiële getuigen heeft opgeleverd.
Uit de woorden van de officier van justitie vloeit naar het oordeel van de rechtbank niet per definitie voort dat er een proces-verbaal van verhoor van genoemde [naam] opgemaakt is. Dit klemt te meer nu de officier van justitie verklaard heeft dat het hem niet bekend is of genoemde [naam] door de politie gehoord is. Ook ten aanzien van het uitgevoerde onderzoek van de computer staat niet vast of dit in een proces-verbaal is vastgelegd.
Duidelijk is wel dat het dossier niets bevat omtrent de resultaten van het computeronderzoek en de inhoud van het kennelijk met [naam] gevoerde gesprek. Dit had zondermeer wel gemoeten. De officier van justitie heeft dit verzuim goedgemaakt door ter zitting hieromtrent mondeling mededeling te doen.
Ook de rechtbank heeft gehoord dat de getuige ter zitting heeft verklaard niet aan verbalisant te hebben gezegd dat verdachte tegenover haar het seksueel misbruik had erkend. Dit behoeft echter niet te leiden tot de door de raadsman gestelde conclusie dat verbalisant bewust een valse verklaring op papier heeft gezet ter benadeling van verdachte. Er blijven immers drie andere mogelijkheden open te weten a) dat de getuige ter zitting bewust een valse verklaring heeft afgelegd, b) dat verbalisant een andere herinnering heeft aan het gesprek dan de getuige en c) dat de getuige een andere herinnering heeft aan het gesprek dan verbalisant.
Duidelijk is wel dat het zeker zorgvuldiger is om mededelingen die eventueel tot het bewijs kunnen meewerken niet alleen in een proces-verbaal van bevindingen te relateren maar vast te leggen in een formeel proces-verbaal van verhoor met ondertekening door de getuige.
De rechtbank komt, gezien het bovenstaande, niet tot het oordeel dat het openbaar ministerie bewust de rechten van verdachte heeft geschonden. De rechtbank verwerpt het verweer.
....
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. M.R. de Vries en mr. H.R. Bax, rechters, bijgestaan door T.L. Komrij, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 oktober 2006.
Mr. Bax is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.