ECLI:NL:RBLEE:2006:AZ3428
Rechtbank Leeuwarden
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot huurgenot van een woning na verkoop van het gehuurde
In deze zaak heeft eiser, wonende te Lemmer, de besloten vennootschap Rederij IJsselmeer BV in kort geding gedagvaard. Eiser vorderde primair dat hem het huurgenot van de door hem gehuurde woning aan de V[adres] te Lemmer zou worden verschaft, en subsidiair dat IJsselmeer vervangende en gelijkwaardige woonruimte ter beschikking zou stellen. Eiser stelde dat er een schriftelijke huurovereenkomst bestond tussen hem en Yachting Sirius, de eerdere verhuurder, en dat de rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst zijn overgegaan op de nieuwe eigenaar, New Real Estate IV, en vervolgens op IJsselmeer. De achtergrond van de zaak is dat eiser sinds 1 december 2004 de woning huurde, maar sinds augustus 2006 geen toegang meer had tot de woning omdat de sloten waren vervangen. Eiser had eerder New Real Estate IV en later IJsselmeer verzocht om toegang tot de woning, maar zonder resultaat.
IJsselmeer betwistte het bestaan van een huurovereenkomst en stelde dat er geen woonbestemming op het pand rustte. De kantonrechter oordeelde dat IJsselmeer niet aannemelijk had gemaakt dat de huurovereenkomst vóór de overdracht aan New Real Estate IV was geëindigd. De kantonrechter concludeerde dat IJsselmeer de huurovereenkomst diende na te komen en dat eiser recht had op huurgenot van de woning. De vordering van eiser werd toegewezen, met een dwangsom voor het geval IJsselmeer in gebreke bleef. IJsselmeer werd ook veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak vond plaats op 30 november 2006.