RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
zaak-/rolnummer: 185660 \ CV EXPL 05-7210
vonnis van de kantonrechter d.d. 24 november 2006
[a],
hierna te noemen: [a],
wonende te [woonplaats],
eiser in conventie,
gedaagde in reconventie,
procederende met toevoeging,
gemachtigde: Mr. R.G. Riemersma,
[b],
hierna te noemen: [b],
voorheen wonende te [woonplaats], thans te [woonplaats] (Frankrijk),
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie
gemachtigde: L.J. Venema.
Procesverloop
1.1. De kantonrechter heeft opnieuw kennis genomen van het geding waaronder ook het vonnis van deze rechtbank van 15 september 2006, waarvan de inhoud als hier ingevoegd wordt beschouwd. De kantonrechter neemt over hetgeen in voormeld vonnis is overwogen en beslist.
1.2. Naar aanleiding van genoemd vonnis heeft op 16 oktober 2006 een comparitie van partijen plaatsgevonden. Er is een proces-verbaal opgemaakt. Vonnis is bepaald op heden.
2.1. [a] is verzamelaar van old timers en heeft een garagebedrijf. [b] beschikte over een cd-rom. Hierop stonden foto's van enige te koop zijnde auto's. Eén daarvan was een Mercedes 330 SD, bouwjaar 1980, die gemaakt was voor de Amerikaanse markt. Deze auto bevond zich in Amerika op het bedrijf van [c], een zakenrelatie van [b].
2.2. De vraagprijs voor die auto bedroeg $ 1.500,--. [a] liet [b] weten met die prijs akkoord te kunnen gaan. [a] heeft [b] een aanbetaling gedaan van
€ 1.000,-- en kreeg daarvoor een kwitantie.
2.3. Toen de auto vanuit Amerika per schip in Amsterdam arriveerde, heeft [a] de auto op 3 maart 2005 met een trailer opgehaald. Daags daarna heeft [b] de auto bij [a] in ogenschouw genomen.
Tot zover de als erkend, dan wel niet of onvoldoende weersproken, vaststaande feiten.
standpunt [a]
[a] heeft onder meer het volgende naar voren gebracht.
2.4. Ten tijde van de koop was [a] bekend met de volgende eigenschappen van de auto: plaatselijk verweerde lak, een motor die een beetje rookt, een bestuurdersstoel in een afwijkende kleur, geen roest op de carrosserie, verder in goede staat en met een aantal extra's zoals cruisecontrole en airconditioning. [b] heeft over de Mercedes alleen gezegd dat de auto dof was en dat de motor rookte. [a] heeft de auto gekocht van [b]; met diens Amerikaanse zakenrelatie [c] was hij onbekend.
2.5. Toen de auto bij [a] was gearriveerd zag [a] dat hij in feite een wrak had gekocht. [b] erkende zulks ook op het moment dat hij kort na aankomst de auto bij [a] bekeek. [a] heeft diverse foto's van de auto ter griffie gedeponeerd.
2.6. De auto verkeerde in een zodanige staat dat hij nimmer door een RDW-keuring zou komen. Ook bleek er ooit een forse schade aan de auto te zijn geweest.
2.7. De rol van [b] heeft zich niet beperkt tot de rol van bemiddelaar. De betaling aan [c] van $ 1.500,-- heeft reeds plaatsgevonden op 13 december 2004, terwijl [a] de auto van [b] heeft gekocht in begin 2005.
2.8. [a] [b] wenst een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst betreffende de Mercedes is ontbonden per 25 maart 2005. Voorts wenst hij terugbetaling door [b] van het aan [b] betaalde voorschot van € 1.000,-- en betaling door [b] van de reeds door [a] betaalde kosten van inklaring en BTW ter grootte van
€ 443,29, alsmede betaling van de transportkosten (€ 50,--) en van de stallingkosten (€ 10,-- per week), te vermeerderen met de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten
(€ 357,--).
2.9. [a] heeft via [b] een certificate of title ontvangen betreffende de gekochte auto. Volgens dit certificaat zou de aankooprijs $ 800,-- zijn geweest. Via Kuhlman Repko Shipping B.V. heeft [a] een kopie ontvangen van het echte certificaat en daar wordt gesproken over een verkoopprijs van $ 300,--.
2.10. [a] heeft geen opdracht gegeven aan Bruinsma Koeriers tot vervoer van de auto vanuit Amerika. [a] wenst niet de vervoerskosten te betalen van deze auto die in feite een bult schroot bleek te zijn.
standpunt [b]
heeft onder meer het volgende naar voren gebracht.
2.11. [b] en zijn vriendin gaan minstens een keer per jaar naar Amerika om auto's en onderdelen te kopen. In Florida bezoeken ze dan [c]. Deze had achter op zijn terrein de onderhavige Mercedes staan, waarvan door [c] een drietal digitale foto's is gemaakt. Zelf heeft [b] de Mercedes daar niet gezien. De cd-rom met foto's van onder meer deze Mercedes, heeft [b] aan [d] gegeven, een kennis van hem. Via [d] kreeg [a] deze cd-rom in handen. [a] liet weten belangstelling te hebben voor deze Mercedes. [c] vroeg $ 1.500,-- voor deze auto. Met deze prijs ging [a] akkoord. [b] is echter niet de verkoper van deze auto, maar [c].
2.12. [b] heeft aan [c] het bedrag voldaan van $ 1.500,--.
2.13. Van een auto uit 1980 met een verkooprijs van $ 1.500,-- kun je niet al te veel verwachten; dat moet [a], die een garagebedrijf heeft, ook hebben geweten. [a] kocht een auto op basis van een drietal foto's en de daaraan verbonden risico's zijn voor rekening van [a]. [a] heeft verzuimd om in Florida, waar zich de Mercedes bevond, een inspectie te laten uitvoeren. Een dergelijk inspectie, een zogenaamde appraisal, kost ongeveer $ 100,-- en is ter plaatse gebruikelijk als men een aankoop doet op grote afstand en niet zelf in de gelegenheid is het object te bekijken.
2.14. [b] heeft met [a] afgesproken dat de zeevracht achteraf door hem aan [b] zou worden betaald, tezamen met de rest van de koopprijs.
2.15. [b] heeft nog nooit in Nederland auto's uit Amerika verkocht. Dit soort handel drijft hij niet.
2.16. [b] vordert in reconventie betaling van het door hem voorgeschoten gedeelte van de koopprijs en de door hem betaalde vervoerskosten van de auto, te weten in totaal € 976,30, te verhogen met buitengerechtelijke incassokosten (€150,--).
2.17. [b] ontkent aan [a] een wrak te hebben geleverd en de diverse vorderingen van [a] dienen te worden afgewezen.
De kantonrechter oordeelt over dit geschil als volgt.
in conventie en in reconventie
3.1. In de eerste plaats dient te komen vaststaan van wie [a] de Mercedes 300SD (1980) heeft gekocht. De overeenkomst is mondeling tot stand gekomen. Na die overeenkomst is door [b] een schriftelijke kwitantie afgegeven met als tekst:
"Ondergetekende P. [b] verklaart te hebben ontvangen van [a] te St. Jac. P. € 1.000,-- als aanbetaling op 300 SD $ 1.500,-- + kosten vanaf Jacksonville Florida.
w.g. P.[b] (…)".
3.2. Naar het oordeel van de kantonrechter en gelet op het bepaalde in artikel 3: 35 BW heeft [a] er voorshands vanuit mogen gaan dat het [b] was die de auto te koop aanbood en dat hij door aanvaarding van het aanbod de auto te kopen voor een prijs van $ 1.500,--, met [b] een koopovereenkomst sloot. Uit de kwitantie blijkt in het geheel niet dat [b] namens een ander de aanbetaling in ontvangst nam en [b] heeft op onvoldoende gemotiveerde wijze gesteld dat hij aan [a] heeft duidelijk gemaakt slechts als contactpersoon op te zijn getreden voor [c]. [b] zal dan ook niet worden toegelaten tot het bewijs van de aan zijn verweer ten grondslag liggende stelling dat [a] kocht van [c]. In het hierna volgende zal er derhalve van worden uitgegaan dat tussen procespartijen een koopovereenkomst tot stand is gekomen.
3.3. Vervolgens dient de stelling van [a] te worden onderzocht of de afgeleverde zaak, de Mercedes, aan de tussen partijen gesloten koopovereenkomst beantwoordde; ofwel: beantwoordde de zaak aan de overeenkomst gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die [b] over de zaak heeft gedaan. Bij de vraag of in dit geval sprake is van een al dan niet conforme levering in de zin van artikel 7: 17 BW, kent de kantonrechter betekenis toe aan de volgende aspecten:
- [a] heeft belangstelling voor old timers en repareert zelf auto's in zij garagebedrijf; [a] moet geacht worden meer kennis over auto's en de autohandel te hebben dan de gemiddelde consument;
- Bij de aankoop van een zeer oude, uit 1980 stammende auto is het zaak dat de aspirant-koper terdege onderzoek doet naar de kwaliteit van de eventueel aan te schaffen auto;
- Een koopprijs van $ 1.500,-- is naar verhouding laag en voor zo'n prijs kan men -ook wanneer het een jongere tweedehands auto betreft dan een Mercedes als deze - niet al te veel kwaliteit verwachten;
- [a] heeft tot aankoop besloten op basis van een drietal foto's dat hij aantrof op een cd-rom alsmede op grond van enige mondelinge mededelingen van [b], zonder dat sprake was van een schriftelijk koopcontract of enige door [b] aangaande de kwaliteit van de auto verstrekte garanties;
- Enig onderzoek aan de auto toen deze zich nog in Amerika bevond, heeft [a] niet gedaan;
- Blijkens de in het geding gebrachte foto's zijn de gebreken waar [a] over klaagt zeer goed zichtbaar.
3.4. De balans opmakend van datgene wat van [b] verlangd mocht worden als verkoper, in het bijzonder diens mededelingsplicht, en datgene wat van [a] verlangd mocht worden als koper, in het bijzonder diens plicht tot onderzoek, komt de kantonrechter tot het oordeel dat in de gegeven omstandigheden [a] ernstig tekort is geschoten in een behoorlijk onderzoek van datgene wat [a] wenste te kopen. Als iemand die zich op professionele wijze bezighoudt met het autovak, mocht zulk nader onderzoek bepaald verlangd worden; [a] mocht niet blindvaren op de opmerkingen die [b] maakte over de auto, waarbij van belang is dat [a] bij enig doorvragen te weten had kunnen komen dat [b] de auto niet met eigen ogen had gezien. Indien [a] zelfs maar enig visueel onderzoek had verricht of had laten verrichten, hadden de gebreken [a] ten tijde van de koop bekend kunnen zijn
3.5. [a] komt derhalve geen beroep toe op het feit dat [b] een verwijt valt te maken van een niet-conforme levering in de zin van artikel 7:17 BW. Het beroep dat [a] in het verlengde van die non-conformiteit doet op ontbinding van de koopovereenkomst gaat evenmin op, zodat in dit geval uitgegaan dient te worden van een perfecte koopovereenkomst. He gevolg hiervan is dat de vordering in conventie dient te worden afgewezen en dat de vordering in reconventie dient te worden toegewezen: [a] heeft immers niet de volledige koopprijs betaald en mede gezien het gestelde in de hierboven geciteerde kwitantie, maakte onderdeel uit van de tussen partijen gesloten overeenkomst de afspraak dat de vervoerskosten vanaf Jacksonville Florida (waar zich de auto bevond) voor rekening van [a] zouden komen. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten komen eveneens voor toewijzing in aanmerking aangezien [a] hiertegen geen zelfstandige verweren heeft gevoerd.
3.6. Gezien het bovenstaande dient [a] als de zowel in conventie als in reconventie in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van [b] te worden veroordeeld, zoals hieronder zal worden aangegeven.
Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt [a] in de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde [b] van begroot op € 525,-- aan salaris gemachtigde;
veroordeelt [a] tot betaling aan [b] van een bedrag groot € 1.126,30, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 976,30 vanaf 10 maart 2006 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt [a] in de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [b] begroot op aan € 150,-- salaris gemachtigde.
Aldus gewezen door mr. T.K. Hoogslag, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 november 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.